De prijs van ‘Nul op de Meter’-renovaties gaat niet over Energiebesparing!

Deze blogpost is geschreven door Jan Willem van de Groep n.a.v. een artikel in het Financieel Dagblad. In dat artikel wordt een zwaar accent gelegd op de kosten van een Nul op de Meter-renovatie. De framing ‘te duur’ en dus ‘onhaalbaar’ stoelt op een verkeerde interpretatie van de cijfers. Heeft u zich ooit afgevraagd wat een ‘normale’ woningrenovatie kost waarvan woningcorporaties er jaarlijks duizenden uitvoeren? Zal een journalist het zich ooit afgevraagd hebben? Ik vermoed dat er op beide vragen een ‘nee’ zal volgen. Bij renovaties waarbij corporaties de keuze maken om te renoveren naar het niveau energieneutraal liggen de prijzen echter onder een fileermes. De bedragen die worden genoemd worden dan afgezet tegen maatregelen die leiden naar enkele labelstappen. Een Nul op de Meter (NOM) renovatie is dan al snel te duur. Foute framing! Een NOM-renovatie gaat wat betreft kosten maar voor een beperkt deel over energie.

1650 Groningse huurwoningen versterkt en verduurzaamd naar nul-op-de-meter

NIEUWS - Acht woningcorporaties in het Groningse aardbevingsgebied gaan in totaal 1650 huurwoningen versterken. Ook worden de woningen opgewaardeerd tot nul-op-de-meter.

Dat hebben de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM), het Centrum Veilig Wonen (CVW) en het Rijk afgesproken. Na de zomervakantie start een pilot met 150 gezinswoningen. Als de uitvoering goed verloopt, gaan de partijen verder met de grootschalige aanpak van 1500 woningen.

Het opknappen en verduurzamen gaat zo’n 110.000 euro per woning kosten. Het meeste geld – 60.000 tot 70.000 euro – wordt gestoken in het versterken van de woning. Dit deel komt voor rekening van de NAM. De corporaties dragen tussen de 25.000 en 30.000 euro bij, de meerkosten van het nul-op-de-meter maken. Of de meerkosten van nul-op-de-meter doorberekend worden aan de huurder of door de corporatie betaald worden bepalen de woningbouwcorporaties zelf.

Foto: copyright ok. Gecheckt 20-09-2022

Warmte dumpen… meer verlies dan winst

 

COLUMN - Minister Kamp bracht begin april zijn visie op warmte uit. Ik vraag me af waarom de minister vasthoudt aan een fossiel regime. Er zijn alternatieven, bijvoorbeeld een ambitieus besparingsdoel.

De minister en zijn ambtenaren lijken niet los te komen van het heersende (fossiele) paradigma dat energie centraal gedistribueerd moet worden, de energievraag statisch is en ‘restwarmte’ een duurzaam alternatief is voor gas. Het nieuwe paradigma, forse energie-reductie met daaraan gekoppeld decentrale opwekking van elektriciteit en warmte, wordt als een nichemarkt weggezet. Warmtebedrijven zullen blij zijn met een visie waarbij kolencentrales, afvalverbrandingsinstallaties en de industrie hun zogenaamde restwarmte ongestraft kunnen dumpen in de gebouwde omgeving. Ze krijgen er nog voor betaald ook.

Het verbaast mij dat Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, daar niet luidkeels een alternatief tegenover zet. Laat Bouwend Nederland nou domweg toe dat er elk jaar 20 miljard euro verdwijnt vanuit de gebouwde omgeving naar het energiedomein? Geld dat ook ingezet kan worden voor forse energiereductie en opwekking van decentrale energie. Geld waarmee wijken kunnen worden getransformeerd en het woonplezier vergroot.

Echte restwarmte bestaat op hooguit vier plekken in Nederland waar de energie-intensieve industrie sterk is geconcentreerd. Volgens Tjeerd Jongsma, directeur van het Institute for Sustainable Process Technology, is het voor de industrie ook in die gebieden veel kosteneffectiever om elkaars restwarmte te gebruiken. Het is volgens hem zonde om daarvoor dure fijnmazige warmtenetten in de gebouwde omgeving aan te leggen.

Foto: Conan (cc)

Wanneer ga jij van het gas af?

De afgelopen maanden heb ik me regelmatig afgevraagd wat ik zelf kan doen om te zorgen dat er minder gas gewonnen gaat worden in Groningen. Na een discussie over klimaat en energie bij GroenLinks vorige week en een groot aantal bezoekers aan een stukje over wonen zonder gasaansluiting op mijn persoonlijke blog weet ik het zeker: ik ga zo snel als financieel haalbaar gasloos. En ik hoop dat velen mijn voorbeeld volgen, zodat Nederland ‘warm houden in de winter’ geen argument meer kan zijn om de gaskraan open te houden.

Waarom gasloos wonen?

Gas is al lang niet meer nodig om je huis te verwarmen of om tapwater te verwarmen, laat staan om mee te koken. De politiek maakt helaas al decennia weinig haast met het dichtdraaien van de vraag naar gas, terwijl Groningers terecht willen dat de gaskraan veel verder dicht gaat. Tijd dus om het heft in eigen hand te nemen. Want zoals Jan Willem van de Groep al eerder schreef op Sargassso: als je van het gas af wil schiet je weinig op met zonnepanelen, dan moet je je warmtevraag aanpakken. De mogelijkheden daartoe zijn groter dan je denkt en het comfort effect vele malen kleiner dan je denkt.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Gasloos wonen in opkomst

In Nederland worden steeds meer huizen gebouwd die alleen elektriciteit gebruiken voor hun energievoorziening. De zogeheten All-Electric-huizen hebben bijvoorbeeld een eigen waterpomp of zijn voorzien van infraroodverwarming. Er zijn nu ruim 2000 van dit soort huizen, maar netbeheerders en energiebedrijven zeggen dat het er steeds meer worden.

Ook het aantal huizen dat gerenoveerd wordt naar all electric, bijvoorbeeld via het concept nul op de meter groeit. Zo werd vandaag bekend gemaakt dat in Groningen 1650 woningen versterkt en verduurzaamt gaan worden volgens dit conceptOp Sargasso publiceerde we eerder dit jaar een overzicht van de verschillende mogelijkheden om van gas af te gaan.

Foto: Tõnu Mauring (cc)

Verschillende wegen naar nul op de meter

ACHTERGROND - Vanuit verschillende hoeken werken energie- en bouwbedrijven de laatste jaren aan het realiseren van energiebesparing in de bebouwde omgeving. De initiatieven en nieuwe bedrijven vliegen je om de oren.

In grote lijnen vallen deze initiatieven uiteen in drie categorieën: de eerste categorie focust op het traditionele idee dat inzicht in het energielabel van de woning en het verbruik aanzet tot gedrags- of bouwkundige veranderingen en zodoende tot energiebesparing leidt.

De tweede groep initiatieven focust op directere lijnen met de bronnen die hun duurzame energie opwekken. De derde categorie concentreert zich op de energierekening als financieringsbron voor het realiseren van verdere, structurele energiebesparing.

Groep 1: Energielabel leidt tot energiebesparing

Tot deze groep reken ik het programma Meer Met Minder en voorlichtingsorganisatie MilieuCentraal. Op basis van inzicht in het energielabel of berekeningen op basis van kengetallen rekenen ze je voor wat je kunt besparen door een maatregel te treffen. Wanneer ik de testjes of vragenlijsten van dit soort sites invul, word ik meestal wat droef. Op basis van onze woning en gezinssituatie overschatten ze ons energieverbruik schromelijk en de berekeningen van mogelijke besparingen kloppen dus ook zelden. Met als dieptepunt de site die me aanraadde een zonneboiler te installeren, terwijl ik bij woningkenmerken in had gevuld dat we een zonneboiler hebben…

Groep 2: Directere lijnen met energiebronnen

Foto: Elliott Brown (cc)

Wie heeft de groenste?

ANALYSE - Het jaarlijkse onderzoek naar duurzaamheid van de Nederlandse energiesector negeert de trend naar het zelf opwekken van duurzame energie.

Een paar weken geleden werd de uitkomst gepubliceerd van het jaarlijkse onderzoek naar de duurzaamheid van Nederlandse elektriciteitsleveranciers.

Bij het lezen van de uitkomsten miste ik echter wat. Ik kon er niet meteen de vinger opleggen, maar deze week viel het kwartje: ik mis de bouw- en installatiebedrijven die u volledig van uw energierekening afhelpen. Dit doen ze door volgens de trias energetica 2.0 in te zetten op energiebesparing, hergebruik van energie uit reststromen en door het resterende energieverbruik volledig duurzaam op te wekken bij u thuis.

Het onderzoek

Maar nu eerst terug naar het onderzoek.

Het onderzoek naar de duurzaamheid van Nederlandse energieleveranciers is uitgevoerd door CE Delft in opdracht van WISE, de Consumentenbond, Greenpeace, Hivos, Natuur & Milieu, Vereniging Eigen Huis en Wereld Natuur Fonds. De zeven maatschappelijke organisaties verenigen zich om samen vanuit verschillende invalshoeken een eenduidig beeld te geven over de duurzaamheid van Nederlandse elektriciteitsleveranciers.

De ambities van de opdrachtgevers zijn goed: ze willen de verwarring rond groene stroom verminderen, afnemers inzicht geven in de duurzaamheid van hun stroomleverancier, de transparantie in de elektriciteitsmarkt vergroten en Nederlandse stroomleveranciers stimuleren om duurzame keuzes te maken en een grotere bijdrage te leveren aan de transitie naar een schone en veilige energievoorziening.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.