Kunst op Zondag | Nineveh en Assyrië

Kort na de Arabische Lente begon het plunderen. Eerst in Egypte, daarna in Libië, met de opkomst van ISIS ook in Syrië en Irak. U hebt beelden gezien van de moedwillige verwoesting van het museum in Mosul. Misschien zou de schade minder groot zijn geweest als er geen helers waren geweest die Egyptische papyri, Libische sculptuur, Syrische sierraden of Iraakse kleitabletten hadden gekocht; misschien zou de schade minder groot zijn geweest als de wetenschappers zich zouden hebben gehouden aan hun eigen gedragscodes; vrijwel zeker zou de schade beperkt zijn gebleven als de autoriteiten de wet wat meer hadden gehandhaafd. Helaas: de schade is er. Maar je kunt iets terug doen. Om te beginnen: het bewustzijn vergroten dat de westerse beschaving (wat dat ook moge zijn) niet begint in Griekenland en Rome, maar dat daaraan iets is voorafgegaan. Als de Amerikaanse soldaten die Bagdad in 2003 bevrijdden beter zouden hebben geweten dat het oosterse erfgoed werelderfgoed en dus ook Amerikaans erfgoed is, zou wellicht het museum aldaar niet zijn geplunderd. Om de vertrouwdheid met het Nabije Oosten iets te vergroten, hebben we op Sargasso Daan Nijssen gevraagd elke vrijdag een stukje te schrijven over het culturele erfgoed waarvan we zijn beroofd. En ik ben blij dat het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden vanaf 20 oktober een grote expositie over Nineveh aanbiedt – de stad die tegenwoordig Mosul heet en ooit hoofdstad was van het eerste oosterse wereldrijk, Assyrië.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 01-03-2022
Foto: Verloren Oudheid

Esarhaddon (1) – Broederstrijd

COLUMN - Het jaar is 681 v. Chr. Koning Sanherib (Sîn-ah-erib) van Assyrië wordt dood aangetroffen in de tempel naast zijn paleis te Nineveh. De vele messteken in zijn lijf laten geen twijfel bestaan over de doodsoorzaak. Naar de daders hoeft niet lang te worden gezocht. Sanherib’s zoons, Adrammelech (Arda-Mulišši) en Sharezer (Ešarra-uşur), komen openlijk uit voor hun betrokkenheid bij de moord op hun vader. Tegenover het volk van Nineveh verklaren ze dat ze de wil van de goden hebben uitgevoerd. Sanherib had zich met de verwoesting van de heilige stad Babylon acht jaar eerder de vloek van de goden op de hals gehaald. De enige manier om deze vloek op te heffen, was door hem te doden.

Naqi’a

Het nieuws van Sanherib’s dood bereikt ook Naqi’a, één van Sanherib’s Aramese concubines. Ruim dertig jaar lang had zij lief en leed met hem gedeeld. Onder al zijn vrouwen en concubines was er niet één waarvan Sanherib zoveel hield als van haar. Sanherib’s liefde voor haar stelde haar in staat om, ondanks haar Aramese achtergrond en haar status als concubine, een grote invloed uit te oefenen binnen het paleis. Zo slaagde ze er onder meer in om haar zoon, Esarhaddon (Aššur-ah-iddin), benoemd te krijgen tot kroonprins.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Verloren Oudheid

Verloren Oudheid | Nineveh

COLUMN - Het culturele vandalisme van IS kwam voor het eerst grootschalig in het nieuws toen de terreurgroep in januari 2015 delen van de stadsmuur van Nineveh opblies. Het bleek het begin te zijn van een veel grotere campagne om sporen van het voorislamitische verleden uit te wissen. Dit verleden zou immers kunnen afleiden van het islamitische ideaal. Het is dan ook typerend dat van alle heidense ruïnes de stadsmuren van Nineveh het als eerste moesten ontgelden.

Reconstructie van de stad Nineveh volgens archeoloog Austen Henry Layard (1817-1894).

Reconstructie van de stad Nineveh volgens archeoloog Austen Henry Layard (1817-1894).

De reputatie van Nineveh
In de Oudheid stond Nineveh bekend als een van de grootste en mooiste steden ter wereld. Tussen 705 en 612 v. Chr. was het de hoofdstad van het Nieuw-Assyrische Rijk en als zodanig beschikte de stad over alle luxes die binnen het rijk te krijgen waren. Met ruim 120.000 inwoners afkomstig uit alle delen van het rijk was Nineveh een tijdlang de grootste stad ter wereld. De koningen Sanherib (r. 705-681 v. Chr.) en Ashurbanipal (r. 669-627 v. Chr.) bouwden er hun paleizen en zelfs een van de eerste bibliotheken was er gevestigd. In de Bijbel worden haar inwoners getypeerd als arrogant en decadent en wordt de verwoesting van de stad bejubeld. Dit alles spreekt echter des te meer voor de indruk die de stad maakte op overwonnen volken.