Geachte heer Ephimenco

In dagblad Trouw van 7 februari 2017 betoogt u in uw column dat wie de situatie van moslims in het Europa van nu vergelijkt met die van de joden in het Duitsland van de jaren dertig, geschiedvervalsing pleegt, joods leed bagatelliseert en onbedoeld ook haat zaait. Ik geloof dat ik me dat mag aantrekken. Op mijn blog trek ook ik die vergelijking met toenemende regelmaat. U geeft in uw stuk drie verschillen aan tussen wat er destijds gebeurde en wat er nu gebeurt: de boycot van joodse bedrijven in 1933, de rassenwetten uit 1935 en de Kristallnacht eind 1938. Vervolgens stelt u dat er op dit moment geen sprake is van structureel geweld, vervolging en discriminatie van overheidswege jegens moslims. Daar heeft u volkomen gelijk in: dat zijn forse verschillen in de gebeurtenissen. Vergunt u mij toch eens enkele frappante overeenkomsten – die ik de afgelopen jaren ben tegengekomen – te benoemen. Geen gebeurtenissen zoals die waar u over spreekt, maar een aantal zaken die illustreren hoe het ideologische klimaat in Nederland aan het veranderen is. Niet over wat we doen, maar over hoe we denken.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.