Generatiedenken is grote onzin

Materialistische babyboomers en verwende millennials; we scharen mensen graag in generaties. Maar op grond waarvan doen we dat eigenlijk? Generatiedenken is breed geaccepteerd. In de media lezen we regelmatig over verschillen tussen generaties en ook de wetenschap houdt zich ermee bezig. Wat weten we erover? De babyboomers (geboortejaren 1940-1955) zijn materialistisch ingesteld. De generatie X (1955-1970) is vol van cynisme. Millennials (1985-2000) lijden massaal aan burnouts en 'vernietigen' allerlei zaken, al houden ze de horeca in Nederland springlevend. Generatie Z komt eraan, zij hebben een kort aandachtsspanne en autoriteitsproblemen. Het klinkt nogal generaliserend, dus kloppen die stempels eigenlijk wel?

Foto: Lauren Macdonald (cc)

Twintigers lijden aan angst voor de vrijheid

ACHTERGROND - De ‘Millennials’ oftewel de ‘Generatie Y’, groeiden op in de jaren negentig, in een tijd van snelle technologische verandering, welvaart en vrijheid. In de media worden ze afgeschilderd als narcistisch en lui, maar zelf zeggen ze te lijden aan de druk om te presteren, het ‘goed’ te doen. Je hebt immers zoveel keuzes, dus als je dan nog niet slaagt, is er echt wat mis met je. Maar wat is ‘goed’ en hoe maak je de juiste keuzes in de huidige maatschappij?

Vier jonge filmmakers maakten een film over de Generatie Y genaamd Kinderen van het Succes, waarin drie twintigers aan het woord komen. Ze proberen de ‘volwassen wereld’ waarin ze leven te duiden met behulp van duizenden jaren filosofie en hun eigen verstand. Een van hen is Naomi Jacobs, student filosofie. Zij was te gast tijdens de filmvertoning op 8 september en ging daarna in gesprek met prof. dr. Joep Dohmen (hoogleraar Wijsgerige en Praktijkgerichte Ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek) in een volledig uitverkochte zaal in filmtheater ’t Hoogt.

Angst en vrijheid

Naomi Jacobs spreekt in de film over een grondstemming die ze ervaart en omschrijft als ‘angst voor je eigen vrijheid’: het onbepaalde grote niets. Dit is een angst die volgens haar veel twintigers ervaren, een angst om de goede keuzes te maken terwijl de verwachtingen zo hoog zijn. Je kunt in deze tijd toch alles doen wat je wil? Angst en vrijheid zijn volgens haar twee zijdes van dezelfde munt. Vrije momenten zijn de momenten waar een ‘schilletje angst’ omheen zit, waarbij je over een drempel moet, waar iets onzekers omheen zit. Zelf haalt Naomi veel inspiratie uit de negentiendeeeuwse Deense filosoof Søren Kierkegaard. Door zijn gedachtegoed te bestuderen en er zelf over na te denken, concludeert ze dat je je angsten moet leren kennen en leven in het moment. Aan de ene kant moet er ruimte zijn voor dingen die je overkomen, terwijl je aan de andere kant het lef moet hebben om zelf keuzes te maken.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.