De prijs van zilver

Voor een laag loon je gezondheid verwoesten. Boliviaanse mijnwerkers hebben nauwelijks alternatieven.  Het is donker. Donker en stoffig. Buiten de smalle lichtbundels van een paar kleine lampen is bijna niets te zien. Erger: je krijgt niet genoeg lucht. De doek tegen het stof die neus en mond bedekt lijkt alleen maar in de weg te zitten. Bovendien is er – door de hoogte – gewoon te weinig zuurstof om goed te kunnen functioneren. Voor veel Boliviaanse mijnwerkers is dit de harde, dagelijkse realiteit. Ooit was de stad Potosí, gelegen op 4090 meter hoogte, de parel van het Spaanse wereldrijk. De stad wordt overschaduwd door de gelijknamige berg Cerro de Potosí, ook wel Cerro Rico genoemd – de Rijke Berg. Eeuwenlang was de Cerro de Potosí de voornaamste bron van het overvloedige zilver waarmee de Spaanse Habsburgers hun Europese avonturen financierden. Zilver, niet goud, was immers het voornaamste exportartikel van Spaans-Amerika. Toen onze nationale held Piet Heyn in 1628 de helft van de jaarlijkse Spaanse zilvervloot wist te veroveren, werd dit nieuws met de allergrootste ontsteltenis ontvangen aan het Spaanse hof.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Chili: Een showcase van inefficiënte journalistiek

Een journalist die gefilmd wordt terwijl hij ontslag krijgt? (Foto: Flickr/besfort z)Het gaat slecht met de journalistiek. Banen staan op de tocht, er moet meer gedaan worden voor hetzelfde geld en dan heb je ook nog dat verdomde internet met haar gebruikers die gratis nieuws willen. En voor jou als nieuwsbrenger tien anderen.

Nou, daar was de afgelopen weken niets van te merken. Ergens in Chili zaten er een aantal mijnwerkers, of als je gaat voor hip kompels, 700 meter onder de grond vast. Een fantastisch human interestverhaal uiteraard. Hoe houden die mannen en hun familie, vrienden en minnaressen het vol? Perfect omdat het verhaal in delen verteld kan worden, de redding zelf ruim een dag in beslag nam en de emoties al die tijd de vrij loop werden gelaten. Smullen.

Maar, mijn beste journalistieke vrienden, waren daar nou 1300 reporters voor nodig? Was het nodig dat er – op locatie – Nederlandse verslaggevers stonden die hun praatje van twee minuten deden voor hun respectievelijke nieuwsprogramma? Dat er aan de lopende band Droste-verhalen werden geschreven over de hoeveelheid media op locatie?

Dat de grote internationale netwerken er waren, oké, maar hadden wij in het verre Nederland dat geld aan de nutteloze artikelen, de vliegreizen, hotels, en transport ter plaatse niet beter kunnen besteden? Bijvoorbeeld aan een diepgravend onderzoek van een paar maanden dat daadwerkelijk schokkend binnenlands nieuws had kunnen opleveren? Had het nou echt zoveel uitgemaakt als we de beelden van CNN hadden gepakt en daar een voice-over overheen hadden gegooid?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Extreem Overleven in Chili

Het neergestorte wrak van vlucht 571 (Foto: Wikimedia Commons)

Twee dagen geleden is men bij de Chileense Copiapó-mijn begonnen met de bevrijding van 33 kompels uit hun benarde situatie diep onder de grond. Weliswaar zaten de mijnwerkers zo’n 70 dagen opgesloten in extreem moeilijke omstandigheden, maar ze hadden de afgelopen weken volop contact met de buitenwereld, kregen voedsel en wisten bovendien dat de redding nabij was. Hoe anders was het op de kop af 38 jaar geleden, toen vlucht 571 van Fuerza Aérea Uruguaya op 3600 meter hoogte tegen een bergtop vloog, hoog in de onherbergzame Chileens-Argentijnse Andes. In wat later bekend kwam te staan als de Andesvliegramp, vochten de overlevenden 72 dagen voor hun leven. Perspectief leek er nauwelijks: dankzij hun radio wisten de overlevenden dat de zoektocht naar hen al na ruim een week was opgegeven.

De Andesvliegramp is vooral bekend geworden door de extreme kou en fysieke ontberingen waaraan de overlevenden van vlucht 571 werden blootgesteld: ondervoeding, bevriezing van ledematen, hoogteziekte, sneeuwblindheid en scheurbuik. In hun drang om te overleven nam de groep, die voornamelijk bestond uit leden van een Uruguayaanse rugbyclub en hun familie, al vanaf de tweede week zijn toevlucht tot de wanhopige strategie van kannibalisme om in leven te blijven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.