Eind april publiceerde de woordvoerder van het Israëlische leger (IDF) een interview met Mathilde Redmatn, adjunct-directeur van het Rode Kruis in Gaza. Redmatn zegt in het interview dat er in Gaza geen sprake is van een humanitaire crisis, het leven ziet er redelijk normaal uit, er liggen producten in de winkels, er zijn restaurants en een mooi strand.
De Israëlische pers (zoals de Jerusalem Post, Haaretz en Arutz Sheva) nam het bericht over, evenals talloze overwegend pro-Israëlische websites. Getuige onder meer koppen als ‘Het Rode Kruis geeft toe…’ grijpt men het artikel aan om te stellen dat al die rapporten, niet alleen van het Rode Kruis maar ook van bijvoorbeeld de VN en de Wereldbank, tot nu toe schromelijk overdreven als ze de situatie in Gaza beschreven. Als bij toverslag transformeerde het Rode Kruis van een organisatie die men nog wel eens partijdigheid verwijt naar de boodschapper van dé waarheid.
Zoals wel vaker is de werkelijkheid echter niet zo simpel. Het bericht is afkomstig van een bij het conflict betrokken partij: het IDF. Het bericht lijkt haaks te staan op recente publicaties van dezelfde bron (het Rode Kruis of beter: het ICRC, het Internationale Comité van het Rode Kruis), die een zeer zorgwekkend beeld laten zien.
Dat vraagt om wederhoor en dat is ook precies wat ik deed toen ik contact opnam met de vestiging van het ICRC in Jeruzalem, dat verantwoordelijk is voor het bevorderen van de naleving van het humanitair oorlogsrecht in Israël en de Bezette Gebieden. Ik vroeg hen om commentaar op de uitspraken van hun medewerker Mathilde De Riedmatten. ICRC-woordvoerder Cecilia Goin mailde mij vanuit Jeruzalem: