Voormalige guerrillabeweging gaat polderen
Dit is een gastbijdrage van Marjolein van de Water zij interviewde voor Noticias Hato Hasbún, de belangrijkste politieke adviseur van de Salvadoriaanse verkiezingswinnaar Funes en bovendien directielid van de FMLN.
“Als die communisten winnen zullen ze ons land verkopen aan Hugo Chavez!” Deze en soortgelijke uitspraken waren de afgelopen maanden veelvuldig te horen uit de monden van tegenstanders van Mauricio Funes, de man die afgelopen zondag de verkiezingen in El Salvador won. Zijn partij, de FMLN (Farabundo Martí para la Liberación Nacional), is een formatie van 5 linkse guerrillagroeperingen die tijdens de burgeroorlog hun krachten bundelden om te strijden tegen de heersende oligarchie. Na het tekenen van de vredesakkoorden in 1992, werd het een officiële politieke partij en is sindsdien de grootste oppositiepartij in El Salvador. De ARENA (Alianza Republicana Nacionalista) is opgericht in 1981 door toenmalig legerofficier Roberto D’Aubuisson, die in de jaren ’70 en ’80 bovendien verscheidene paramilitaire doodseskaders heeft opgericht. ARENA is 20 jaar aan de macht geweest en het land is al die tijd gekenmerkt geweest door een extreme politieke polarisatie.
Volgens Hato Hasbún, de belangrijkste politieke adviseur van Funes en bovendien directielid van de FMLN, zal aan die polarisatie nu een einde komen. In een interview met Noticias benadrukt hij het belang van samenwerken met andere partijen om de problemen in het land het hoofd te kunnen bieden. Hasbún, van oorsprong een Palestijn, wordt beschouwd als de man die verantwoordelijk is voor het kandidaatschap van Funes. Al bij de vorige presidentsverkiezingen presenteerde hij Funes als de ideale kandidaat maar toen koos de partij nog voor de inmiddels overleden voormalig guerrillacommandant Shafik Handal. Funes is de eerste presidentskandidaat van het FMLN die geen verleden heeft in de guerrilla.



Die laatste is wellicht een wat ongelukkig gekozen metafoor maar verdeling van de toekomstige winsten uit de recent ontdekte olievelden Carioca en Tupi houdt de gemoederen in Brazilië bezig
Voorlopig zit men met het dilemma dat de Braziliaanse overheid wettelijk niet meer dan 40% van de oliesector in handen mag hebben. De wens van de regering is om dit aandeel op te schroeven naar 84% maar hiermee zullen ze in conflict komen met buitenlandse investeerders. Investeerders die men hard nodig heeft voor de peperdure exploitatie voordat de olie die op 6000 meter onder zeespiegel ligt naar boven komt. Met name de Verenigde Staten die graag zouden willen meeprofiteren van de Braziliaanse olie zijn gespitst op het verliezen van inspraak via verdere nationalisering van de plaatselijke oliesector. De heroprichting van de
Nieuwe beelden van de bevrijding van Ingrid Betancourt recent vrijgegeven door de Colombiaanse overheid
