De Europese canon (1-5)

Een tijdje geleden stelde ik een Europese historische canon voor van tweeënveertig vensters en nodigde ik u uit toevoegingen te doen en verbeteringen te suggereren. Tussen vandaag en de Europese verkiezingen van 6 juni zal ik in elf blogjes de uitkomst aan u presenteren: steeds vijf vensters en daarnaast een stukje waarin ik de keuzes verantwoord. Bedenk wel: een canon is een didactisch hulpmiddel, geen in steen gehouwen waarheid. Een canon heeft meer te doen met wetenschapscommunicatie dan met wetenschap. Wie liever een canon van de geschiedwetenschap leest, vindt die hier. Ter zake nu. [caption id="attachment_350482" align="aligncenter" width="400"] Tijdens keizer Septimius Severus, wiens ereboog u hier ziet, bereikte het Romeinse Rijk zijn grootste omvang (foto Jona Lendering)[/caption] Het Romeinse Rijk Periode: Tot de zesde eeuw / tot 1453 In het krachtige en welvarende Romeinse Rijk, dat rond 202 na Chr. zijn grootste omvang bereikte, woonde ongeveer een derde van de wereldbevolking. Hoe vitaal de toenmalige cultuur was blijkt wel uit het feit dat het imperium bleef bestaan tot 1453 (later meer) terwijl de voornaamste Romeinse talen – het Grieks, het Latijn en het Aramees – nog springlevend zijn. De voornaamste erfenis, en de reden waarom de Romeinen deel uitmaken van de Europese canon, is echter een andere: bescheidenheid. De Romeinen hadden er geen enkele moeite mee te erkennen dat ze hadden geleerd van andere beschavingen. Ze erkenden het wezenlijk andere. Die bescheidenheid gaven ze door aan het middeleeuwse christendom, dat erkende te staan op de schouders van reuzen, aan de Renaissance en aan het latere Europa. Met een woord van Rémi Brague is bescheidenheid Europa’s “Romeinse weg”. [caption id="attachment_350483" align="aligncenter" width="374"] De kerstening, gesymboliseerd door de doop (Ravenna foto Jona Lendering)[/caption] De kerstening Periode: 96-1000 Het christendom ontstond als joodse sekte, raakte van de andere joden afgesplitst, deed Grieks-Romeinse filosofische bagage op, werd van tijd tot tijd en van stad tot stad vervolgd, tot de keizers Licinius en Constantijn het begin vierde eeuw erkenden als toegestane godsdienst. Tegen het einde van die eeuw was de Romeinse elite, die wist uit welke hoek de wind waaide, overgegaan tot het christendom en langzaam verspreidde het geloof zich. In de vijfde eeuw begon missionering buiten het Romeinse Rijk (Saint Patrick, Ierland), de post-Romeinse elite werkte samen met de kerk (Clovis, Gallië) en later namen de vorsten in de noordelijke en oostelijke periferie het geloof aan (Harald I van Denemarken rond 965, Vladimir I van Kyjiv 988, Stefanus I van Hongarije 1000). [caption id="attachment_350485" align="aligncenter" width="233"] Goudschat van de Avaren (Nationaal Museum, Boedapest - foto Jona Lendering)[/caption] De Avaren Periode: 560-803 Alternatief: de Hunnen (433-469) Al in de IJzertijd bestond er een geleidelijke migratie van nomadische veetelers vanuit het droge Siberië over de Altai naar de vochtigere steppe van het huidige Oekraïne. De migrerende groepen zijn bekend onder allerlei namen: Kimmeriërs, Skythen, Sarmaten. Steeds als het klimaat verslechterde, kwamen migranten westwaarts. De golf die in de late vijfde eeuw kwam opzetten diende zich aan als de Hunnen en later als de Avaren. De meeste van deze groepen desintegreerden al snel, maar het rijk van de Avaren bleef een kwart millennium bestaan. Hun aanwezigheid blokkeerde de landweg tussen het oostelijk en westelijk deel van de Laat-Romeinse wereld. West-Europa raakte gescheiden van het Byzantijnse Rijk. [caption id="attachment_350486" align="aligncenter" width="387"] Inscriptie over waterwerken in Córdoba (Archeologisch museum, Córdoba foto Jona Lendering)[/caption] Het emiraat van Córdoba Periode: 711-1039 De Arabische veroveringen begonnen rond 630 en al begin achtste eeuw viel het post-Romeinse Rijk van Toledo. Niet veel later staken de Arabieren de Pyreneeën over, waar ze een ander post-Romeins rijk, dat van de Merovingen, destabiliseerden. De Merovingische generaal Karel Martel versloeg een Arabisch leger bij Poitiers (732), wat zijn familie het prestige gaf om de macht benoorden de Pyreneeën over te nemen. Zo ontstond de dynastie van de Karolingen, met een ideologie dat zij het christelijke Europa belichaamde, kampend tegen de Saracenen. Een Arabische burgeroorlog maakte niet veel later een einde aan de expansie en het Iberische Schiereiland scheidde zich af van het Kalifaat. Dit emiraat van Córdoba zou eeuwenlang een van de voornaamste contactpunten zijn tussen de Arabische en West-Europese cultuur. [caption id="attachment_350487" align="aligncenter" width="395"] Een kopiist aan het werk (plaatje uit de Late Middeleeuwen, via Wikimedia Commons)[/caption] De Karolingische Renaissance Periode: Vanaf 795 In 795 dicteerde Karel de Grote de circulaire die bekend is komen staan als de Brief over het cultiveren der letteren. Hiermee organiseerde hij het onderwijs in zijn rijk. In dezelfde tijd begonnen klerken in abdijen op grote schaal antieke teksten te kopiëren. Zo stelden ze het Griekse en Romeinse literaire erfgoed, voor zover nog aanwezig, voor latere generaties veilig. Het doel van dit cultureel reveille was het opvoeden van de bevolking in christelijke deugden, maar ook teksten van heidense schrijvers werden gekopieerd. Zonder de Karolingische Renaissance zouden wij de Romeinse wereld nauwelijks kunnen kennen. De Europese canon… … vervolgt met de verantwoording van de Europese canon, en wordt vervolgd met een blogje over de Volle Middeleeuwen. U blijft op de hoogte van deze reeks (en van alle blogjes) via het WhatsAppkanaal. Dit artikel verscheen eerder bij Mainzer Beobachter.

Door: Foto: Flickr CC BY 2.0 DEED European Parliament - A smile hidden behind the European flag
Foto: St.-Pietersnieuwstraat 132, Gent copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Boekenweek! | Henri Pirenne

RECENSIE - Afgelopen zondag ben ik in Gent langs het huis aan de Sint-Pietersnieuwstraat 132 gewandeld waar de Belgische historicus Henri Pirenne (1862-1935) woonde, de auteur van Mahomet et Charlemagne. Het bleek een moderne bouwval. Zelfs geen gevelsteentje herinnerde aan de ooit beroemde bewoner, maar eigenlijk verbaasde dat me niet. Wie een écht belangrijk boek schrijft, zal zien dat zijn inzichten zó ingeburgerd raken dat niemand meer herkent dat je er anders over kunt denken, waarna degene die het heeft bedacht kan worden vergeten.

De vraag die Pirenne wilde beantwoorden, was waarom de Middeleeuwen zo’n ander karakter hadden dan de Oudheid. Er was een transitie geweest, zoveel was duidelijk. In het Romeinse Rijk was er interregionale handel, bloeiden de steden, betaalden de mensen met munten, beloonde de overheid zijn functionarissen in geld; in de Middeleeuwen was de handel beperkter, waren de steden kleiner, ruilde men producten en compenseerde de vorst zijn graven en hertogen door ze land in leen te geven. Wat was er gebeurd?

De negentiende-eeuwse visie, die in Nederland nog wordt aangehangen door de welbekende Leidse historicus M. Rutte, kwam erop neer dat barbaarse stammen het Romeinse Rijk onder de voet hadden gelopen: de Angelen en Saksen hadden zich gevestigd in Brittannië, de Franken in Gallië, de Visigoten en Sueben op het Iberische Schiereiland, de Vandalen in Tunesië en de Ostrogoten in Italië. De geschreven bronnen vermelden allerlei gevechten, we weten van serieuze militaire problemen, het staat vast dat Rome tweemaal is geplunderd en het is een feit dat het staatsapparaat in de westelijke provincies desintegreerde.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Aken, grafkerk van Karel de Grote, Eigen foto Jona Lendering copyright ok. Gecheckt 08-11-2022

Kunst op Zondag | Supermacht Benelux

Als er één gebied ter wereld is waar het goed wonen is, is het Noordwest-Europa. De delta’s van de Rijn, Maas en Schelde ontsluiten een achterland dat zich uitstrekt tot diep in Frankrijk en tot voorbij Duitsland. Langs de corridor van Rijn en Rhône kan bovendien handel worden gedreven met het Middellandse Zee-gebied. De zeehavens, die West-Europa verbinden met de oceanen, zijn al eeuwenlang economische krachtcentrales: Rotterdam en Antwerpen, Brugge en Dordrecht, Tiel en Dorestad.

Voeg toe: de agrarische weelde van de lössgronden langs de Maas, de mineralen van de Ardennen en de winsten uit de stedelijke nijverheid. Dan weet je dat er voor welvaart altijd een basis zal zijn in de Lage landen. Als er dan ook nog goede soldaten zijn, zoals in de zeventiende eeuw, staat zelfs weinig een machtsontplooiing in de weg. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was echter niet de eerste die deze mogelijkheden uitbuitte.

De eerste die vanuit de Lage Landen de macht greep, was de Romein Vitellius, die in het jaar 69 in Keulen werd uitgeroepen tot keizer en met een strijdmacht van Romeinse legionairs en Bataafse bondgenoten oprukte naar Rome. De combinatie van militaire en economische macht stond garant voor succes. Hij had echter de domme pech dat zijn rivaal Vespasianus net wat meer troepen op de been kon brengen en dat de Bataven daarmee gemene zaak maakten.

Foto: e_monk (cc)

Wat de onderwijsminister kan leren van Karel de Grote

COLUMN - De minister van Onderwijs kan het nodige van Karel de Grote leren.

Het is natuurlijk best leuk de machtigste man in West-Europa te zijn, maar je wil natuurlijk ook iets nalaten, zodat mensen zich jou herinneren. Karel de Grote koos voor een onderwijshervorming. Rond 795 dicteerde hij de circulaire die bekend is komen staan alsDe brief over het cultiveren der letteren. Wie de tekst wil nalezen, kan terecht in de reeks middeleeuwse bronnen die bekendstaatMonumenta Germaniae Historica, en wel in het eerste deel met Capitularia Regum Francorum. Daarin is het nummer 29.

Het is tekst met twee stemmen. Enerzijds zien we hoe de klerken zich inspanden om het mooi te formuleren, anderzijds horen we de spreektaalwoorden van de grote koning, die de zorg voor het onderwijs legt bij de bisdommen en abdijen. Hier is een deel van de tekst:

Degenen die God willen behagen door goed te leven, moeten niet nalaten Hem ook te behagen door goed te spreken. Er staat immers geschreven: ‘Op grond van je woorden zul je worden vrijgesproken, op grond van je woorden zul je worden veroordeeld.’ [Mt 12.37] Weliswaar is het belangrijker goed te handelen dan te weten wat goed is, maar het weten gaat wel vooraf aan het handelen. … Als alle mensen onwaarheden moeten vermijden, hoeveel te meer geldt dat dan voor hen die zijn uitverkoren de waarheid te dienen!

De afgelopen jaren heeft een aantal kloosters meermalen brieven aan ons gericht, waarin duidelijk werd gemaakt wat de broeders in hun heilige en vrome gebeden vroegen ten behoeve van ons. Wij hebben echter gemerkt dat in de meeste van deze brieven de bedoeling goed, maar het taalgebruik onverzorgd was, omdat hun ongeschoolde taal, door de verwaarlozing van hun ontwikkeling naar buiten toe, niet foutloos kon uitdrukken wat hun vrome toewijding hun van binnen ingaf.

Daarom zijn wij gaan vrezen dat wellicht hun begrip, zoals het tekortschoot op het gebied van het schrijven, ook en veel meer tekortschoot bij het begrip van de Heilige Schrift. We weten allemaal dat, hoewel dwalingen in woorden gevaarlijk zijn, dwalingen bij de Bijbeluitleg nog veel gevaarlijker zijn. Daarom sporen wij u aan de studie van de letteren niet alleen niet te veronachtzamen, maar ook er nederig en in Godgevallige gezindheid naar te streven ze te gaan beheersen, om zo makkelijker en beter te kunnen doordringen tot de mysteriën van de heilige geschriften.