RECENSIE - Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn in Nederland -zoals bekend- veel Joden afgevoerd en omgekomen. In Denemarken niet. Bo Lidegaard probeert in zijn nieuwe boek het verschil te verklaren.
In Denemarken woonden in 1940 ongeveer 6000 Joden. Tijdens de “vreedzame bezetting” in de Tweede Wereldoorlog wisten die vrijwel geheel te ontkomen naar het neutrale Zweden, door een evacuatie met vissersboten over de Sont. Hoe was dit mogelijk? De mythe zegt dat naar het voorbeeld van Koning Christiaan alle Denen een Jodenster droegen, toen de Duitsers dat voor Joden verplicht stelden en dat zulks verwarring schiep bij de Duitsers , waarvan handig gebruik is gemaakt. Maar zo is het niet helemaal gegaan, volgens Bo Lidegaard in zijn boek “Landgenoten”, recent verschenen bij Balans.
Hannah Arendt noemde de houding van het Deense volk en zijn regering uniek.
De bestudering van deze houding zou men voor alle studenten in de politieke wetenschappen verplicht gesteld willen zien: hier valt namelijk te leren welk een geweldige kracht er is gelegen in het geweldloze verzet tegen een tegenstander die over veelvoudig superieure machtsmiddelen beschikt. (H. Arendt, p.286)
Dat is niet onjuist, maar het beeld is toch genuanceerder, zo blijkt uit het verhaal van Lidegaard. Er werd door Denen wel gesaboteerd, terwijl de bezettingsmacht van de Duitsers zeer beperkt was. Dus helemaal geweldloos waren de Denen niet en de tegenstander had slechts beperkte macht paraat. Maar het is niet ten onrechte dat wij een collectief schuldbesef cultiveren, omdat er zoveel Nederlandse Joden zijn afgevoerd en omgekomen. Hoe kon het verschil met Denemarken ontstaan?