ANALYSE - Dinsdag stemt de Eerste Kamer over de nieuwe Jeugdwet. De wet heeft vergaande impact op de privacy van de jeugd en hun ouders.
De nieuwe Jeugdwet is allereerst bedoeld om de diverse diensten te bundelen en de regie bij de gemeente onder te brengen. Daar valt van alles over te zeggen, maar daar gaat dit stuk niet over. Hier kijken we alleen even naar de privacyaspecten die met de wet verder aangetast worden. Een groot deel van de zaken zijn overigens al een tijd gemeengoed. Maar met de huidige wet wordt het nog een beetje uitgebreid en verankerd.
Het hele verhaal begon een jaar of zeven geleden met de introductie van het elektronische kinddossier (EKD). Het papieren, lokale, dossier werd vervangen door een centrale, voor iedereen toegankelijke, versie. En als je dan toch bezig bent, stop je er gewoon nog wat meer informatie in. Vervolgens kregen we ook nog een landelijke verwijsindex risicojongeren (VIR). Daarin komen meldingen bij elkaar over jongeren. Met als doel dat hulpverleners niet langs elkaar heen werken.
Dit alles zorgt ervoor dat er inmiddels een enorme opslag van gegevens over de jeugd plaatsvindt. Ouders van net geboren kinderen krijgen al heel snel bezoek waarbij een enorme lijst met vragen voorbij komt. Alle antwoorden verdwijnen in het dossier. Alle bezoekjes aan instanties als een consultatiebureau leveren weer aanvullingen op. Als een kind vijf jaar is, komt er een brief van de JGZ met daarbij weer heel veel vragen (check vraag 21). Vrijwel niemand heeft in de gaten dat je eigenlijk helemaal geen antwoord hoeft te geven. Hoewel je dat natuurlijk weer verdacht maakt, dan lijk je immers een zorgmijder.