Overdrijft ISAF zijn succes?
De Taliban overdrijven geregeld de aantallen door hun gedode tegenstanders. Deze oorlogspropaganda is niemand vreemd. Uit een recent verschenen rapport van de Afghanistan Analysts Network blijkt dat er serieuze aanwijzingen zijn dat hun belangrijkste tegenstander, de ISAF, hetzelfde doet.
De in Afghanistan woonachtige onderzoekers Alex Strick van Linschoten en Felix Kuehn analyseerden voor het rapport alle officiële persberichten van de ISAF uit de periode van 1 December 2009 tot 30 September 2011. Duizenden artikelen. Wat hieraan vooral opviel was dat gegevens uit deze persberichten over zogenaamde kill-capture operaties, waarbij ISAF met gerichte aanvallen leiders van de opstandelingen probeert gevangen te nemen of te doden, vaak niet aansloten bij uitlatingen van hoge militairen in andere media over uitgeschakelde leiders. Het succes werd soms stevig overdreven. Begin maart 2011 liet ISAF bijvoorbeeld weten dat in de afgelopen tien maanden 900 leiders van de Taliban waren uitgeschakeld. In de eigen persberichten is dit aantal niet terug te vinden. Strick van Linschoten en Kuehn kwamen slechts tot 215 gevangen en 95 gedode Talibanleiders. Daarnaast werden 180 faciliteerders gevangen en 10 gedood. Soms rekenden ISAF-persberichten faciliteerders, mensen die Talibanleiders bijvoorbeeld onderdak verschaften, ook tot de categorie leiders. Volgens de auteurs is dit zeer ten onrechte. Zelfs als de faciliteerders, die vaak opstandelingen helpen omdat ze door hen bedreigd worden, bij de leiders worden gevoegd, noemde ISAF nog altijd 400 meer uitgeschakelde leiders dan er in de persberichten terug te vinden zijn.