Via de achterdeur

Over Mark Zuckerbergs plannen om Facebook, Instagram en Whatsapp volledig te integreren in een groot onderliggend platform, is de afgelopen dagen al veel geschreven. Sommigen zijn enthousiast – de encryptie die Whatsapp gebruikt, zou ook in de andere applicaties welkom zijn – maar de meesten betonen zich bezorgd. Facebook heeft immers een belazerde reputatie op het gebied van privacybescherming, datahandel en datamining. Ook na het immense schandaal rond Cambridge Analytica – waarbij de gegevens van 87 miljoen gebruikers werden doorverkocht en voor snode politieke doeleinden werden ingezet – houdt het maar niet op. Onlangs werd het bedrijf er alweer op betrapt dat het derden ongegeneerd, via een achterdeur, toegang gaf tot gegevens van haar gebruikers; ditmaal ging het om Netflix en Spotify, die via Facebook nog meer data verwierven dan eerder al werd aangenomen. Het is voor Facebook echt heel moeilijk om niet creepy te zijn https://t.co/rrvvv1swr2 — Alexander Klöpping (@AlexanderNL) January 30, 2019 Zuckerbergs move lijkt ten doel te hebben Whatsapp eindelijk winstgevend te maken – dat is hem vooralsnog niet gelukt. Maar een gratis dienst winstgevend maken, kun je doorgaans alleen doen door de data van de gebruikers te verkopen.

Door: Foto: Avaaz (cc)
Foto: Daniel X. O'Neil (cc)

Kunst op Zondag | Ego pretpark

Musea denken jonge bezoekers te trekken door meer Instagramwaardige kunst te exposeren.

Jonge bezoekers worden voor musea steeds belangrijker. Zo belangrijk zelfs dat tentoonstellingen zo worden ingericht dat je er de ideale foto voor Instagram kunt maken.

Raar bericht van de NOS, want je zou denken dat alle kunst de moeite van het fotograferen waard is. Zou er verschil zijn tussen wat jonge en oudere museumbezoekers graag fotograferen? Geen idee.

Dat musea al jaren zich in allerlei bochten wringen om meer publiek trekken is vooral sinds de economische crisis van 2007- 2009 een gegeven. Overheden verminderden de toch al schamele financiële ondersteuning maar musea behielden de plicht kunst toegankelijk te houden voor een breed publiek.

En toen kregen we meer museale attracties.

Pardon, we bedoelen: meer beleving. Bijvoorbeeld glijbanen die we al kenden van o.a. zwempretbaden. Je zou zeggen dat zo´n glijbanenwerk prima past op het terrein van een design museum…..

… maar wat doet zoiets in een museum voor moderne kunst?

U zag de glijbanen van kunstenaar Carsten Höller, die volgens een van onze trouwe lezers gezegd heeft dat  de kermiservaring volledig wordt onderschat en dat een glijbaan een sculptuur is waarin je kunt reizen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: LexnGer (cc)

Instagramdieet

COLUMN - Naast ons zit een jong koppel van begin twintig. Beiden type ‘hipster’. Inclusief grote bril met dik, zwart montuur en gebreide kriebeltrui met daarop ondefinieerbare motieven. Ze zijn duidelijk ‘smoorverliefd 2.0’. Waar ze enkele jaren geleden nog half vrijend en verstrengeld in elkaars ledematen samen een voorgerecht als hoofdmaaltijd zouden hebben uitgezocht – want: verliefd, dus: weinig honger – zitten ze nu innig geanimeerd en vooral liefdeloos lijkend met hun smartphone te stoeien. Nadat hun carpaccio met rucola sla en pijnboompitjes nauwkeurig in fasen op de foto staat en direct op Instagram kan worden geplaatst, laten ze elkaar de resultaten zien. Er wordt besloten enkele filtertjes over de gemaakte pics te zetten, zodat de carpaccio nóg roder lijkt en de sla nóg groener. Dan volgt het hoofdgerecht. De digitale rituelen herhalen zich. Het koppel geniet van elkaar(s) (foto’s).

Ik heb er een hekel aan. Niet aan eten, maar aan de enorme hoeveelheid van de, meestal letterlijk, smakeloze foto’s die via de social media worden verspreid waarop een bord met eten te zien is. Al dan niet half aangevreten of voorzien van één van de vele filtermogelijkheden waar men desgewenst de ‘smakelijke foodfoto’ mee kan bewerken. Geregeld kom ik in mijn timeline op Facebook of Twitter, foto’s van voedsel tegen dat zogenaamd bereid lijkt te zijn in de jaren zestig (retrofilter, lekker hoor…) waardoor het meer lijkt op braaksel dan op een smakelijk maaltje, geserveerd in een goed restaurant. Of foodfoto’s waarvan de kleuren zó fel zijn, dat de culinaire hoogstandjes uit een radioactief driesterrenrestaurant lijken te komen. Oja, vergeet niet een pakkende tekst erbij te plaatsen. ‘Nomnomnom…’ bijvoorbeeld, dat is ‘Instagrams’ voor: lekker.