De Europese canon (36-40)

Met dit negende blogje in mijn reeks over de Europese canon bereiken we de tweede helft van de “lange negentiende eeuw”: Europa als wereldmacht én het einde daarvan. De vooruitgangsgedachte Periode: Tweede helft negentiende eeuw De vooruitgangsgedachte is een thema waarover ik al meer heb geblogd. De filosofen van de Verlichting waren er zeker van dat de mensheid erop vooruitging. Ook geleerden als Turgot en De Condorcet waren daarvan overtuigd, maar ze deden weinig meer dan het presenteren van een hypothese. Die baseerden ze op de klassieke teksten en op de beste etnografische data van hun tijd, maar het idee dat de mensheid van primitieve aaseter via wildeman en barbaar was opgeklommen tot beschaafd mens, was welbeschouwd niets meer dan beredeneerd giswerk. Het empirische bewijs kwam echter in de tweede helft van de negentiende eeuw, toen de eerste wetenschappelijke archeologen voldoende overzicht hadden van het diepe verleden om te kunnen vaststellen dat er een evolutie was geweest van Steentijd via Bronstijd naar IJzertijd. De samenleving, zo betoogde Oscar Montelius, was complexer geworden en welvarender. De twintigste eeuw toonde mogelijkheden en ethische keuzes die voordien ondenkbaar zouden zijn geweest. [caption id="attachment_350706" align="aligncenter" width="263"] Portret van Oscar Montelius, CC BY 4.0 Stockholms stadsmuseum, Fotograf Okänd[/caption] Imperialisme Periode: Negentiende eeuw [caption id="attachment_350707" align="aligncenter" width="358"] Afrika na het Congres van Berlijn, via Wikimedia.[/caption] Noorse kolonisten bereikten IJsland in de negende eeuw en trokken daarvandaan verder naar Groenland en het oosten van het huidige Canada. Kolonisten uit de Lage Landen trokken vanaf de elfde, twaalfde eeuw naar Pruisen en stonden aan de basis van een geleidelijke expansie dwars door Oost-Europa en Azië, die feitelijk doorging tot de Grote Oceaan was bereikt. In de vijftiende eeuw begon de Portugese verkenning van de Afrikaanse kusten en in 1492 bereikte Columbus Amerika. Wat begon als verkenning, ging over handel, ging over in volksplanting. Siberië werd volledig Russisch, het “wilde westen” werd volledig Amerikaans, Algerije was een Frans overzees gebiedsdeel – waar de oorspronkelijke bewoners beperkt waren in hun stemrecht. Een groot deel van de wereld had in de Europese imperia de status van wingewest. In de tweede helft van de negentiende eeuw wisten de grote mogendheden onderlinge conflicten te vermijden door elkaar stukken van Afrika en Azië te gunnen. Een hoogtepunt of, zo u wil, dieptepunt van deze koloniale politiek was het Congres van Berlijn in 1885, waarin vijftien Europese mogendheden, de Verenigde Staten en het Ottomaanse Rijk afspraken maakten over de wijze waarop ze zouden optreden in Afrika. Vrijhandel en het einde van de slavernij: alles kwam ter sprake. Afrikaanse leiders werden niet uitgenodigd. Leerplicht Periode: Negentiende eeuw [caption id="attachment_350708" align="aligncenter" width="349"] foto Jona Lendering[/caption] Een van de grootste menselijke triomfen – niet alleen Europees maar wereldwijd – is dat in de loop van de negentiende en twintigste eeuw steeds meer mensen toegang kregen tot het onderwijs. Het idee dat iedereen basisonderwijs moest krijgen, dateert uit de Middeleeuwen: het Vierde Lateraanse Concilie besloot dat elke parochie een school moest hebben. In het Duitse Rijk lijkt men de hand aan dat voorschrift te hebben gehouden en in de zeventiende en achttiende eeuw streefden diverse Duitse staatjes ernaar het leren ook verplicht te stellen. Pruisen voerde de leerplicht in 1763 in, het Ottomaanse Rijk in 1824, Griekenland in 1834, Zweden in 1842, Spanje in 1857, Italië in 1869, Engeland in 1880, Frankrijk in 1882, Nederland in 1900, België in 1914. De Europese hekkensluiter was Cyprus in 1962. Tweede Industriële Revolutie Periode: Eind negentiende eeuw [caption id="attachment_350709" align="aligncenter" width="453"] De Philipsfabriek in Eindhoven, ergens tussen de twee wereldoorlogen; let op de antennes.[/caption] De Eerste Industriële Revolutie, waarover we het al hebben gehad, voltrok zich op de Britse Eilanden en was gebaseerd op kolen, op stoommachines en op textiel. De Tweede Industriële Revolutie was meer een Duitse en Amerikaanse aangelegenheid, en dit keer ging het om benzinemotoren, elektriciteit en synthetische stoffen. Een bekend voorbeeld is de auto, waarop Carl Benz in 1886 patent nam. Tien jaar later slaagde Guglielmo Marconi de eerste draadloze radiosignalen over te seinen. Minstens even belangrijk was kunstmest. De Agrarische Revolutie had het mogelijk gemaakt met veel minder boeren de Europese bevolking te voeden, voortaan kon het met veel minder boeren. Ruw kengetal: in de Oudheid en Middeleeuwen voedden negen boeren tien mensen, na de uitvinding van kunstmest voedt één boer twintig mensen. Het vrouwenkiesrecht Periode: 1883-1920 (Nederland) AlternatievenLa deuxième sexe, Tweede Femistische Golf [caption id="attachment_350710" align="aligncenter" width="438"] Reclame voor vrouwenkiesrecht (Huis van de Europese Geschiedenis, Brussel - foto |Jona Lendering)[/caption] Al in de Defensor Pacis was voorzien in algemeen kiesrecht, mits de kiezers geletterd waren. Het duurde tot de negentiende eeuw tot dit feitelijk zo was. Er was een zekere welvaart nodig om voldoende scholen te bouwen om élke man en élke vrouw te leren lezen en schrijven. Anders geformuleerd, door voldoende economische vooruitgang ontstonden mogelijkheden die voordien ondenkbaar waren – zoals vrouwen met kiesrecht. Evengoed duurde het lang. Nederland is exemplarisch. De grondwet van 1848 kende censuskiesrecht, maar toen Aletta Jacobs, die als arts zeker voldoende verdiende, zich in 1883 Amsterdam op de kieslijst liet zetten om te mogen stemmen, werd ze afgewezen omdat een stemmende vrouw in strijd was met de geest der wet. Het duurde in Nederland tot 1918 voor een vrouw zitting mocht nemen in de Tweede Kamer (passief kiesrecht) en tot 1920 voor vrouwen mochten stemmen (actief kiesrecht). Dit artikel verscheen eerder bij Mainzer Beobachter.

Door: Foto: Flickr CC BY 2.0 DEED European Parliament - A smile hidden behind the European flag
Foto: Flickr CC BY 2.0 DEED European Parliament - A smile hidden behind the European flag

De Europese canon (26-30)

In de aanloop naar de verkiezingen van 6 juni voor het Europees Parlement, ontvouwt Jona Lendering in elf deeltjes de Europese historische canon. Vandaag deel zeven over het tijdperk van de revoluties, zeg maar de achttiende eeuw.

Het museum

Periode: 1734

De Capitolijnse Musea in Rome gelden als het oudste museum ter wereld, al waren er natuurlijk altijd rijke mensen met mooie verzamelingen, die ze graag aan anderen toonden. De collectie op het Capitool, waar het Romeinse stadhuis staat, gaat terug tot 1471, toen paus Sixtus IV een paar bronzen beelden schonk aan de stad. Daar kwam sindsdien een enorme collectie standbeelden en inscripties bij.

De Capitolijnse Musea

Wat in 1734 nieuw was, was dat de stad het museum open stelde voor het publiek. Kunst was niet langer iets van de eigenaren, maar werd het gemeenschappelijk bezit van de mensheid. Het museum bestond ooit uit één vleugel naast het raadhuis, daar kwam al snel een tweede vleugel bij; in de twintigste eeuw annexeerde het museum een aangrenzend paleis en de laatste uitbreiding is een ondergrondse corridor onder het stadhuis. Het beroemdste stuk op het Capitool is de middeleeuwse wolvin.

Agrarische Revolutie

Periode: c.1735

De agronoom Jethro Tull, via Wikimedia.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Ahmad Nawawi (cc)

Beurshausse en beurskracht, oorzaak en gevolg

ACHTERGROND - De economische crisis van de afgelopen jaren moet in context worden gezien: het is de laatste fase van de derde industriële revolutie, schrijft Wim Grommen.

Iedere maatschappij, productiefase of ander menselijk verschijnsel doorloopt een zogenaamd transformatieproces. Transities zijn maatschappelijke transformatieprocessen, die tenminste één generatie beslaan en hebben de volgende eigenschappen:

  • het betreft een structurele verandering van de (wereld)-maatschappij, of een complex deelsysteem daarvan;
  • er is sprake van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende technologische, economische, ecologische, sociaal-culturele en institutionele ontwikkelingen op verschillende schaalniveaus;
  • het is de resultante van langzame veranderingen (ontwikkelingen in voorraden) en snelle dynamiek (stromen).

Een transitie ligt niet bij voorbaat vast, omdat er gedurende een veranderingsproces altijd sprake is van aanpassen aan, leren van, en inspelen op nieuwe situaties. Een transitie is geen wetmatigheid.

Vier transitiefasen

In het algemeen beschrijven transities de S-curve en zijn vier transitiefasen te onderscheiden:

  • een voorontwikkelingsfase van dynamisch evenwicht waarin de status-quo niet zichtbaar verandert;
  • een ‘take-off’-fase waarin het veranderingsproces op gang komt, doordat de toestand van het systeem begint te verschuiven;
  • een versnellingsfase waarin zichtbaar structurele veranderingen plaatsvinden door een cumulatie van op elkaar inspelende sociaal-culturele, economische, ecologische en institutionele veranderingen; in de versnellingsfase is sprake van collectieve leerprocessen, diffusie en processen van inbedding;