Wat is Zomergasten toch een bijzonder programma. Als ik niet gevraagd was deze recensie te doen, zou ik het waarschijnlijk niet of maar met een half oog bekeken hebben. Het is bloedje heet, en ik vind Humberto best leuk, maar om nou 3 uur naar ‘m te gaan zitten loeren is niet mijn idee van een geslaagde zomeravond. Maar ik heb toch weer ontzettend genoten, het was een inspirerende avond.
“Alsof het over iemand anders ging”, zo omschrijft Tan het intro, waarin hij “steviger in het zadel en zelfverzekerder dan ooit” wordt genoemd. Hij voelt zich juist minder zelfverzekerd dan vroeger. Hij is voorzichtiger geworden. Maar dat is ook goed, vindt hij zelf. Ja, je krijgt blauwe plekken, maar het is ook louterend.
Hoewel het niet expliciet benoemd wordt, gaat het hier natuurlijk over de teloorgang van zijn RTL-Late Night en de heisa over zijn buitenechtelijke affaire. Later horen we hem zeggen dat zijn impulsiviteit er nog wel is, maar dat hij dat hij daar niet meer meteen op acteert. Ik herken dat, die rem op je onderbewuste; naarmate je ouder wordt, leer je om automatische reacties te onderdrukken. Al vind ik het moeilijk om me Humberto voor te stellen als opgewonden standje, maar mijn beeld van hem is gebaseerd op…nou ja, het beeld dat we allemaal zien via de media.
Ik vond het wel een goed begin; hop, meteen dat akkefietje benoemd, lesje geleerd, en door. Dat is ook zo’n beetje de rode draad van vanavond; vooral doorgaan. Niet bij de pakken neerzitten.
Toekomst in de Bijlmer
Dat heeft ie van z’n moeder, Hilly Axwijk. Ze kwam naar Nederland nog voor de grote uittocht uit Suriname, en kwam terecht in de Bijlmer, toen nog helemaal geen zwarte buurt. We zien een fragment uit Van Gewest Tot Gewest uit 1999, waarin Hilly aan het woord komt. Ze had zich opgewerkt tot maatschappelijk werkster en haar betrokkenheid spat van het scherm af. Ze spreekt mensen op straat aan; ga leren jongen, je bent toch niet dom! Tan vertelt hoe actief en belangrijk ze was in de gemeenschap, mensen belden gewoon aan als ze in de problemen zaten. Tegelijkertijd vond ze dat de overheid veel meer moest doen. Hoezo een kookcursus aanbieden, dat leren ze wel bij tante, geef de mensen sollicitatietraining! Haar invloed was net zo groot als haar ambitie. Ze stapelde opleiding na opleiding, en schreef haar scriptie over Surinaamse gebroken gezinnen en de gevolgen daarvan. Ze heeft de “Sophie-Redmond-prijs” in het leven geroepen. Wat een wervelwind van een vrouw moet dat geweest zijn zeg.
Het tweede fragment is van het Polygoon Journaal, een reportage van de intocht van de Surinaamse “rijksgenoten”, vlak voor het ingaan van de onafhankelijkheid van Suriname. Het fragment zelf is nogal zouteloos, zoetjes haast. Alsof het een lollig avontuur was. Dat dachten zij ook: Hallelujah, we krijgen een enkeltje walhalla. Maar dat viel tegen, huisvesting werd al snel een probleem (goh, klinkt bekend). De meeste Nederlanders wilden geen zwarten als buren. En ze wilden ook niet in de Bijlmer wonen. Dus daar kwamen de Suri’s, en later ook de Antillianen, logischerwijs terecht.
Of Hilly zich te gast voelde in Nederland? Tan weet het niet echt. Hij heeft dat gevoel zelf wel eens gehad, als kind. “Zit je echt op het gymnasium? – Doe jíj aan schaken? – Oh jij woont in de Bijlmer??”…je krijgt een sticker opgeplakt en dat kan schadelijk zijn. Als je maar vaak genoeg hoort dat je iets wel of juist niet bent, ga je je ernaar gedragen. Tan heeft dat gevoel allang achter zich gelaten, zegt hij, ook dankzij zijn moeder. Er is wel angst, maar die geldt de komende generaties. Want er is nog veel te doen.
Sport-liefde en rolmodellen
We skippen door naar de halve finale van het WK in 1974, hét moment dat de liefde voor sport geboren werd. En een moment van verwondering, dat zijn moeder niet voor Nederland was, maar voor Brazilië. Want ja, dat was haar buurland, en ze kende de voetballers, met die Hollandse balletjestrappers had ze niets. En dat gold voor de meeste Suri’s, totdat Rijkaard en Gullit voor Oranje gingen spelen. Want die waren voor hen herkenbaar, dus hé verrek, we horen er misschien toch wel bij. Toch is er na al die tijd nog maar bar weinig veranderd in de voetbalwereld. Trouwens ook in de rest van de -wereld, merk ik zelf er bij op. Mooi, die Commissie Mijnals waar Tan zitting in heeft, maar dat het überhaupt nodig is vind ik toch wel een beetje treurig. Maar oké, verandering kost tijd, en je hebt zowel hard als zacht activisme nodig. Een beetje opportunisme, of in elk geval strategisch gebruik van de status quo, kan ook geen kwaad.
Strategisch activisme
Zo laat de documentaire over Ruth Bader-Ginsberg – progressief rechter, tot haar dood in het hoogste rechtsorgaan van de VS – zien. Zij wint als advocaat (op zich al een overwinning in haar tijd) een zaak waarbij ze een weduwnaar vertegenwoordigt die niet in aanmerking komt voor “moeder-bijstand”, omdat die alleen voor moeders geldt. Door aan te tonen dat die regeling mannen discrimineerde – iemand waarmee zowel rechters als juryleden zich konden identificeren – creëerde ze jurisprudentie voor gelijke rechten in het algemeen, en dus ook voor vrouwenrechten.
Wow, dat is toch wel een staaltje “over je eigen schaduw heen springen” van heb ik jou daar, echt briljant.
Vervolgens gaat het over vertrouwen in de rechtsstaat. Hoe gevaarlijk het is als dat geschonden wordt. De film A Time To Kill laat een extreme uiting daarvan zien; een zwarte man staat terecht voor een dubbele moord. Hij is schuldig, maar is tot zijn daad overgegaan omdat die zijn dochter hebben verkracht en vermoord en hij stellig gelooft dat ze daarmee weg zullen komen. Het fragment is een tirade van de verdachte tegen zijn witte advocaat, over de onvermijdelijke vooroordelen en overduidelijke verschillen in rechtspositie – op papier gelijk, maar in de praktijk meestal niet – waar zwarte mensen mee te maken hebben.
Onnodig leuteren over huidskleur
Deze quote verwijst naar een artikel van een Volkskrantjournalist uit 2002, die 20 jaar later zou zeggen dat hij het nooit moeilijk vond om racisme aan te kaarten. Abring lijkt hiermee iets uit te willen lokken – nu ik terugdenk deed ze dat wel vaker trouwens – maar Tan houdt steeds het hoofd koel. Hij begrijpt wel dat het een moeilijk onderwerp is, je krijgt gedoe als je je uitspreekt, er is een prijs voor activisme.
En hoewel ik bewondering heb voor zijn geduld en nuance, krijg ik hier en daar wel een beetje de neiging om hem een schop onder zijn hol te geven. Maar dat komt waarschijnlijk omdat ik zelf wel een opgewonden standje ben. En daar minder gezeik mee krijg. Of in elk geval ander soort gezeik. En ik een andere geschiedenis meedraag. En geen kinderen heb. Die hij trouwens dezelfde boodschap meegeeft als hij van zijn moeder kreeg; je moet het vooral zelf doen. Niet klagen over anderen, kijk naar je zelf, dat is het enige waar je controle over hebt. Al is dat geen garantie voor succes, maar dan heb je jezelf in elk geval niets te verwijten.
[caption id="attachment_339465" align="aligncenter" width="500"] screenshot Zomergasten KvdS[/caption]
Talent en sentiment
Het laatste deel van de avond staat meer in het teken van entertainment. Met een gemankeerd randje. De onvolprezen Nicholas Brothers komen voorbij; een vergeten, zwart dansend duo, dat nooit een woord mocht zeggen terwijl ze iedereen van de vloer veegden met hun moves, maar er desondanks pakten wat ze pakken konden. Een fragment uit America’s Got Talent met een zangeres die nadat ze doof werd zelf opnieuw leerde zingen. Sentimenteel als de pest, maar dat mag op tv. Je kunt het er best een beetje dik bovenop leggen. En wees eerlijk, hier smelt je toch ook van weg:
[embed]https://www.youtube.com/watch?v=ZKSWXzAnVe0&ab_channel=America%27sGotTalent[/embed]
Hij lacht om zijn bijnaam TikTok-Tan, omdat hij daar ontzettend verknocht aan is geraakt. Om te zien wat zijn kinderen zien, zo betoogt hij, maar vooral ook uit nieuwsgierigheid, want je leert er zoveel van (al bestaat de “bloemlezing” toch vooral uit politieke onderwerpen – maar dat is logisch volgens Tan, met een lichtelijk naïeve blik op algoritmes). We zien een stukje van de documentaire Velvet Queen, waarin de makers hopen om een zeldzame sneeuw-luipaard vast te leggen. En dat lukt! En het is zo prachtig en ontroerend, wat een magistraal beest is dat! Hij verhaalt met zichtbare liefde over zijn familie, ook al verloor hij achter elkaar 2 van zijn broers en zijn moeder. Over het stigma op de ziekte van zijn broer Patrice, die AIDS had, en die een levensreddend medicijn voorspelde en gelijk kreeg, al kwam dat voor hem een half jaar te laat. Over de wijsheid van de Surinaamse rouwcultuur, die nogal opdringerig klinkt, maar die hem echt geholpen heeft om bij de uitvaart redelijk ontspannen te zijn. Maar ook hoe machteloos je jezelf voelt, en hoe je naderhand veel vergeet omdat de pijn te heftig is.
Conclusie: Humberto Tan is een veelzijdig, gevoelig mens, met een bewogen verleden, een hoop doorzettingsvermogen, aardig wat (zelf)inzicht, een tikje zelfvoldaanheid, een ingewikkeld soort activisme, maar vooral een bewonderingswaardig optimisme.