Wielerliefhebbers, hou op met huilen
COLUMN - Waarin de auteur vertelt waarom hij al wist dat Lance Armstrong een lul was. En wiens schuld dat is.
Allemachtig. Al weken word ik verveeld met het dopingverhaal van Armstrong. Er is geen ontkomen aan. Een fantastische atleet viel voor velen van een voetstuk, en een toch al verdachte sport werd nog nét iets verder de prut ingeduwd. De conclusie: Lance is een lul. Hij blijkt een gewetenloze capo te zijn geweest die anderen aanzette, nee dwong, tot dopinggebruik. Hij is gepromoveerd van symptoom naar veroorzaker. En de verontwaardiging daarover droop in liters van de twitters, facebooks en krantenkolommen. Fuck you too, Lance.
Goh.
Dat Armstrong een lul is had ik je vooraf ook wel kunnen vertellen. Mensen aan de absolute sporttop zijn nou eenmaal vaak obsessief bezig met dat waar ze goed in zijn. Alles en iedereen, inclusief henzelf, moet daarvoor wijken. Logisch, want anders stonden ze niet op die eenzame hoogte. Dan zaten ze voor de buis te kijken, zoals u en ik.
En voor deze mensen geldt dat als de sport het je onmogelijk maakt te winnen zonder de regels te breken, dan zullen de meesten geen seconde aarzelen en dat doen. Waar hebben ze anders immers al die jaren voor geïnvesteerd? Zo’n instelling moet je hebben, en wielrennen is zo’n sport. Tot het gaatje en verder. Een sport waarbij stoere mannen zich dagelijks, weken achtereen, het bloed in de keel en zichzelf het snot voor ogen rijden met als einddoel eeuwige roem, om maar een paar clichés tegen het asfalt te gooien. Combineer dat met bijvoorbeeld een Tour de France, die voor de gemiddelde topatleet al zo goed als onmogelijk te volbrengen is, en het is niet de vraag óf een sport verrot wordt, maar wanneer.