De Kroonboekenclub | Vrijzinnig atheïsme

Guus Kuijer is de uitvinder van een nieuwe stroming in het Nederlandse geestelijk denken: het vrijzinnig atheïsme. Hij gelooft niet in God, maar hij valt er anderen niet mee lastig. Zijn gedachtewereld staat tegenover die van orthodoxe atheïsten als Richard Dawkins als het denken van Harry Kuitert tot dat van de SGP, en de ware atheïst zal het dan ook behoorlijk moeilijk hebben met het werk van Kuijer van de afgelopen jaren: van zijn Bijbel voor ongelovigen, waarvan binnenkort het laatste deel verschijnt tot en met zijn tien jaar geleden verschenen Hoe een klein rotgodje God vermoordde. Kuijer weigert namelijk uit te gaan van de centrale premisse van het strenge atheïsme dat alle geloof gebaseerd is op halstarrige onnozelheid. Die premisse kan bijvoorbeeld niet verklaren waarom grote geesten zich eeuwenlang met dat geloof hebben beziggehouden. Er móét wel iets waardevols in het geloof zitten – goede verhalen, waardevolle inzichten – en Kuijer wil dat eruit proberen te peuren.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.