In de moderne tijd wordt homoseksualiteit vaak geassocieerd met verwijfdheid. In de oudheid bestond dit vooroordeel nog niet of nauwelijks. Het Thebaanse leger dat in 371 voor Christus bij Leuctra voor het eerst het Spartaanse leger wist te verslaan bevatte bijvoorbeeld een elite-eenheid die volledig uit homoseksuele koppels bestond. Homoseksuele stellen zouden beter kunnen vechten, zo was de gedachte.
In de moderne tijd daarentegen worden homoseksuelen eerder als artistieke types weggezet, die niet voor echt mannelijke bezigheden geschikt zouden zijn. Een voorbeeld is de voetballerij. Het lijkt wel of in het voetbal niet of nauwelijks homoseksuelen voorkomen. Van een voetballer met een actieve carrière is stilzwijgen op dit punt misschien goed te begrijpen. Maar het is merkwaardig dat er ook van bijvoorbeeld de teams van Oranje van 1974 en 1988 niemand uit de kast is gekomen. Statistisch gezien is dat bizar. Bij elkaar zo'n veertig volwassen mannen, en die zouden allemaal heteroseksueel zijn geweest? Maar ook in het buitenland zijn er, bij mijn weten, geen grote voetballers geweest die later hebben toegegeven homoseksueel te zijn.
Onverwacht is er nu echter een topspeler uit een nog veel mannelijker sport die wel uit de kast is gekomen. Gareth Thomas, jaargang 1974, is de rugby-speler met de meeste interlands voor Wales, en hij staat negende op de lijst van spelers die de meeste try's gescoord hebben. Een absolute wereldtopper dus. Na lang aarzelen, en ernstige psychologische problemen, heeft hij nu publiekelijk gezegd dat hij homoseksueel is. Een moeilijke beslissing in de macho-wereld van het rugby. Maar wat blijkt? Niemand, maar dan ook niemand, heeft er moeite mee. Laten we hopen dat Thomas ook voor andere sporters een rolmodel zal zijn, en dat ook in sportwereld homoseksuelen vanaf nu steeds meer geaccepteerd zullen worden!