Wederom een bijdrage van wetenschapsblog Sciencepalooza. Vandaag een stuk van Lucas Maillette de Buy Wenniger.
De dodo, de Tasmaanse buidelwolf en de Wolharige Mammoet zouden er over kunnen meepraten: Homo sapiens mag dan lief zijn voor honden en katten, hij maakt ook soorten kapot. Maar veroorzaken we nou echt een massa-uitsterven in dezelfde klasse als de dino-dodende meteoriet, of overdrijven de treehuggers onze impact op de soortenrijkdom?
In de afgelopen 3.5 miljard jaar produceerde de evolutie naar schatting zo’n 4 miljard soorten, waarvan dan weer ongeveer 99 procent inmiddels is uitgestorven. Dat uitsterven is een wetenschap op zich: meestal geeft er eens in de paar duizend jaar een soort de pijp aan Maarten, maar op vijf momenten in de laatste vijfhonderd miljoen jaar werd de harde-resetknop ingedrukt en verdween in korte tijd meer dan 75 procent van de soorten.
Soortenmassamoord vereiste bij de door wetenschappers vastgestelde Vijf Massa-Extincties allerlei megalomane geo-klimatologische ellende. De extinctieperiode in het Perm, die ongeveer 251 miljoen jaar geleden eindigde en binnen 2.8 miljoen jaar 96 procent van de soorten wegvaagde, berustte op een mix van vulkanisme in Siberië, een snelle klimaatopwarming, verzurende oceanen en een stevige ontregeling van de atmosferische gashuishouding. De uitsterfgolf die 65 miljoen jaar 76 procent van de soorten aborteerde had als aanleiding wat buitenaardse hulp nodig, in de vorm van een astroïde die bij het huidige Yucatán insloeg.