WW: Conway’s vrije wil
De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.
Joseph Conway is één van de belangrijkste wiskundigen van onze tijd. In allerlei deelgebieden van de wiskunde heeft hij belangrijke ontdekkingen op zijn naam staan. Zo is hij de bedenker van surreële getallen, die gebruikt kunnen worden in de combinatorische speltheorie. Ook bedacht hij een heel handige notatie voor veelvlakken: de Conway Polyhedron Notation.
Het bekendst is Conway waarschijnlijk toch om het naar hem genoemde ‘Game of Life‘, één van de allereerste voorbeelden van een zogenaamde cellulaire automaat waarmee ‘leven’ gesimuleerd kon worden op papier of op de computer.
De laatste jaren houdt Conway zich ook bezig met een van de meer klassieke filosofische vraagstukken: dat van vrije wil. Conway richt zich daarin met name op de consequenties die quantumtheorie heeft voor ons idee van een vrije wil. In 2006 publiceert hij samen met ene Simon Kochen een artikel waarin hij zijn opzienbarende theorema over vrije wil neerzet. Heel kort door de bocht stelt Conway:
“Als vrije wil voor ons mensen bestaat, dan moeten sommige elementaire deeltjes dat ook hebben.”
Conway definieert ‘vrije wil’ hier als de mogelijkheid dat menselijke beslissingen (in de vorm van iemand die een experimentele meting doet) niet door iets anders van tevoren bepaald zijn. Vervolgens haalt hij het heel raadselachtige fenomeen kwantumverstrengeling erbij. Kwantumverstrengeling is de vreemde eigenschap van sommige deeltjes dat ze gepaard zijn aan een ’tweelingdeeltje’ en dat elk afzonderlijk deeltje niet beschreven of gemeten kan worden zonder ook dat andere deeltje te beinvloeden. Dit geldt zelfs als die twee deeltjes over grote afstand verspreid zijn. Het specifieke theorema is te vinden op wikipedia.