VOORBESCHOUWING – Dyab Abou Jahjah roept vooral zoveel weerzin onder onze intellectuelen op, omdat hij het als Arabische moslim waagt, het Westerse superioriteitsbesef uit te dagen.
Ach ja, Dyab Abou Jahjah. Ik kan me nog herinneren hoe de Libanese Vlaming en voorman van de Arabisch Europese Liga in de jaren na de aanslagen van 9/11 op het toneel verscheen.
De cultuursupremacistische verdachtmaking van moslimgemeen-schappen door Frits Bolkestein en zijn ideologische opvolger Pim Fortuyn hadden met die aanslagen in één klap profetische klanken gekregen.
Overigens kwam die problematisering van migranten met een islamitische culturele achtergrond zo rond de eeuwwisseling niet enkel uit conservatieve en nationaal-populistische hoek: zelfs keurige sociaal-democratische intellectuelen als Paul Scheffer schreven inmiddels openlijk over ‘Het multiculturele drama’ (NRC, 2000).
De aanslagen op de Twin Towers in 2001 gaf die problematisering een acuut en dramatisch karakter. Menigeen vroeg zich nu af wat voor geloof dat nou toch was, dat haar aanhangers aanspoorde duizenden onschuldigen mee te sleuren in nihilistische kamikazeacties, en in het verlengde daarvan: wat we in vredesnaam met de migrantengemeenschappen uit Marokko en Turkije in huis gehaald hadden.
Het integratiedebat
Het Paard van Troje, aldus onze cultuursupremacisten. Die moslims waren een vreemd, ja vijandig element in het Westers lichaam. Ze hielden hardnekkig vast aan hun achterlijke gewoonten en attituden, een anti-Westerse ideologische blik op de wereld en daarboven op kwam nog de straatcriminaliteit en het machismo van Marokkaanse adolescenten; als die lui nou maar zouden ‘integreren’, dan kwam het allemaal wel goed.