Het is niet de eerste keer dat Abou Jahjah wordt bedreigd door de Israëlische staat. Belgische veiligheidsdiensten hebben hem inmiddels gewaarschuwd. Ze adviseren hem om vaste routines te vermijden, niet naar restaurants te gaan en bepaalde apps niet langer te gebruiken. Toch laat Abou Jahjah zich de mond niet snoeren, vertelt hij: ‘Ik ben bedreigingen gewend, maar dit is van een ander niveau.’
De Libanees-Vlaamse activist en auteur Dyab Abou Jahjah heeft aangifte gedaan tegen de Israëlische minister van Diasporazaken, Amichai Chikli. Dat meldt het Brusselse Magazine Bruzz. Chikli maakte op X (voorheen Twitter) een macabere grap, waarmee hij Abou Jahjah impliciet tot lid van Hezbollah bestempelde.
Serieuze intimidatie of stoerdoenerij?
“Let op je bieper” is natuurlijk een verwijzing naar die terreuractie van vier maanden terug waarbij de Mossad in Libanon duizenden semafoons van Hezbollah-medewerkers liet ontploffen. Naast 1500 militanten raakten daarbij ook 4000 burgers gewond.
Bovenstaande schimpscheut van deze Israëlische minister kun je lezen als: wacht maar, we pakken je nog wel, en zo legt Abou Jahjah ‘m dan ook uit. Je kunt je natuurlijk afvragen of je dergelijk sarrende pogingen tot intimidatie op social media al te serieus moet nemen. Waarschijnlijk is het gewoon stoere, maar verder loze praat.
De interactie tussen Chikli en Abou Jahjah doet me denken aan een ouderwetse flamewar zoals je die op internetfora tegenkwam: veel bronstig geronk en hol geblaas, op de interwebs kan iedereen zich immers een retorische Punisher wanen.
I’m your huckleberry…
Vermoedelijk is het ook niet meer dan stoerdoenerij. Het doet me denken aan een bekende scène uit Tombstone. Chikli in de rol van Johnny Ringo die Doc Holliday tracht te intimideren door opzichtig met z’n revolver te jongleren, waarna Doc Holliday ‘m voor joker zet. Abou Jahjah reageert dan ook alsof die wil zeggen: “Kom maar op. I’m your huckleberry…”
Sowieso, heeft Chikli werkelijk de beschikking over zo’n spreekwoordelijke revolver? Als minister van Diasporazaken gaat hij niet over de Mossad, maar over de outreach naar Joden en Joodse belangengroepen wereldwijd; om die zo optimaal mogelijk voor het karretje van de Israëlische belangen te spannen uiteraard. Dat werkt overal zo: de Turkse en de Marokkaanse overheid investeren evenmin uit liefdadigheid in hun diaspora’s. Hooguit komt er een forse dosis paternalistisch patriottisme bij kijken.
Aan de andere kant zijn de lijntjes in zo’n kabinet kort, en kan hij natuurlijk zomaar een tip neerleggen bij een collega dat de Mossad nog eens kritisch naar de activiteiten van een zekere Libanese activist in België moet kijken.
PR-probleem
Abou Jahjah’s stichting gaat namelijk best voortvarend te werk met het samenstellen van dossiers van Israëlische oorlogsmisdadigers, om die zo later te berechten. Die dossiers worden ook doorgebriefd aan justitie. Dat kan op termijn best een PR-probleem worden, ook al omdat er Europanen, en zelfs Nederlanders en Belgen onder het IDF in Gaza dienen. En die IDF’ers zijn blijkbaar zo overtuigd van hun eigen morele gelijk en juridische onaantastbaarheid dat ze hun daden schijnbaar onbekommerd vastleggen en delen op social media.
Wanneer ik dan lees dat Belgische veiligheidsdiensten Abou Jahjah al hebben gewaarschuwd dat hij een mogelijk doelwit is van een eventuele aanslag, en hij daarom z’n routines moet aanpassen om het moordenaars niet al te makkelijk te maken, brengt me dat toch aan het twijfelen.
Iets zegt me echter dat dit minder politieke ophef zal veroorzaken dan de quasi-juridische dreigmail van de Iraanse overheid aan de Nederlandse parlementariër Ulysse Ellian.
- Lees ook: Zomergasten 2016 | Dyab Abou Jahjah
Reacties (5)
Ze achten zich onaantastbaar omdat Israël niet deelneemt aan het internationaal strafhof en kans op uitlevering gelijk aan nul is.
Dus de Israëlische regering meent te mogen bepalen wie in België vermoord wordt.
Oftewel: Israël erkent niet de soevereiniteit van België.
Is het vermoorden van een burger in België trouwens een militaire aanval, zodat artikel 5 van het Navo-handvest van toepassing is?
Als Israel hiermee dreigt, wordt het tijd dat België (en liefst de hele EU) maatregelen neemt.
(opschorten van alle wederzijdse verdragen, sluiten van het luchtruim voor Israelische vliegtuigen e.d.)
“Stoere, maar verder loze praat”. Ik weet niet precies waarom je het als stoere loze praat moet bestempelen als het uit de mond komt van een lid van de regering van een land dat er niet voor terugdeinst ook in het buitenland mensen om te brengen.
Israël, Israël, Israël. Die linkse Israël-obsessie toch. Zelfs het grootste kulnieuws is blijkbaar een blog waard, want Israël.
Heb de blog verder niet gelezen, maar ongetwijfeld gaat’ie zo van: Israël stouttttt, Abou Jahjah zielugggg.
Doe anders eens iets verrassends in 2025: schrijf wat aardigs over Israël. Of wat kritisch over een extreemrechtse, ultranationalistische Arabier als Jahjah.
Of niet, en ga gewoon weer een jaar lang huilie-huilie doen over elke scheet rondom Israël. Ook prima, jullie feestje.
Nog meer Belgennieuws dan. Gisteren liep ik over de markt van mijn woonplaats, en van een aardige colporteur kreeg ik een zaterdag Volkskrant, met daarin het Volkskrant Magazine, gratis. (In de winkel had ik toch 5,40 euro moeten betalen). Op de voorpagina stond een aankondiging van het ‘eerste literaire Palestijnse verslag van de oorlog in Gaza komt van schrijfster Fatena Al-Ghorra, nu woonachtig in Belgie. Ik sloeg aan op ‘literair’, dat wilde ik wel lezen. In het artikel zelf werd Fatena Al-Ghorra ‘dichter’ genoemd, nog beter, daar heb ik iets mee, dus niet gedraald: lezen.
Het is een heel aardig interview waarin Fatena vertelt over haar land, dat ze het niet zo op Hamas heeft en over haar boek: Uittocht naar Gaza. Maar dan. De journalist vraagt aan haar: ‘U noemt nergens in uw boek wat er op 7 oktober is gebeurd. Heeft dat een reden?’
De vraag maakt haar boos. ‘Moeten we het steeds hebben over 7 oktober? Je moet je afvragen waarom ze die verzetsdaad hebben gepleegd (…) Wat jullie terrorisme noemen, heet in de Arabische cultuur verzet. Ik heb het privilege om een dochter te zijn van deze eeuwenoude cultuur en te weten dat onze taal ertoe doet.’
Hier ben ik gestopt met lezen over deze bruggenbouwster.