Waar blijft onze minister-president?

Onze oh zo ontspannen minister-president -wat een verademing, he?- is heerlijk aan het relaxen. Politici gaan niet 2 weken op vakantie, zijn gaan een seizoen lang met reces. Geert Wilders zaait weer eens wat meningen met zijn uitspraken over ´haatpaleizen´. Mark glimlacht. Nu even niet. Nu geniet hij van zijn welverdiende reces. Grotere problemen. De euro dreigt ten onder te gaan. De ECB grijpt in, onze minister-president zwijgt. Beter geformuleerd: de vrolijke vrijgezel waagt een dansje op een jongerenfestijn.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Hardwerkende Nederlander?

Het taalgebruik van Mark Rutte viel al menigeen op. ‘Ruttiaans’ staat bol van Jip-en-Janneke taal en ook, vreemd genoeg, van ambtelijke beeldspraak (“Van de verschillende voorkeursvarianten moet er nu toch eens één worden uitgeboord’). Maar Ruttiaans is vooral een geniale verzameling ‘frames’ waarbinnen de overheid de boeman is, en de belastingbetaler de koning.

Het gaat dan niet eens om flauwiteiten als “geef je de PvdA een woestijn, dan is binnen de kortste keren het zand op” of  “we moeten snoeien om te groeien”. Het gaat meer om Rutte’s suggestieve typeringen van de overheid. Denk aan de “Marktmeester” die de overheid de eervolle (!) taak geeft om zoveel mogelijk ruimte en mogelijkheden aan marktpartijen te geven, en de “Kleine, Krachtige Overheid” die de overheid op Dreft-achtige wijze concentreert en zuiniger maakt.

Bijna altijd komt Rutte hier knap mee weg. Maar afgelopen zondag moest hij toch eens uitleggen wat hij nou precies bedoelde met een van die andere stokpaardjes, de “Hardwerkende Nederlander.” Clairy Polak wilde wel eens weten wie dat nou is.

Rutte noemde de vuilnisman, de “verpleegkundige die hard werkt”, de barman, maar uit het warrige gesprek werd vooral duidelijk dat het niet zozeer om het harde werken gaat, maar om het hebben van een betaalde baan  (dus geen uitkering) –ongeacht welke baan.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.