Hulspas weet het | Een schril contrast met oeverloos geklets
COLUMN - Ze zullen zich wel lullig gevoeld hebben, die Europese gentechnologen, daar in Vancouver. Wandelend te midden van collega’s die veel meer mogen dan zij. Collega’s vol doldrieste plannen, waar zij niet aan mogen denken. Dankzij de recent ontdekte (en met een Nobelprijs bekroonde) crispr-techniek kan het ‘zoek-en-vervang’ van genen sinds kort nog veel vlugger dan ooit voor mogelijk werd gehouden. De wildste ideeën zoemden rond, tijdens die internationale bijeenkomst. Maar ondertussen mogen Europese onderzoekers op dit vlak veel minder dan hun Amerikaanse vakbroeders (om over de cowboys in andere landen maar te zwijgen). Ze willen vooral dolgraag meespelen op het terrein van de kiembaangentherapie: dat zijn ingrepen in het DNA van eicellen of de embryo’s, zodat niet alleen het kind genetisch verandert, maar óók zijn nageslacht. Op die manier kun je ziekten voor eens en altijd verwijderen.
Dat kan zo niet langer, vinden ze natuurlijk, en om te voorkomen dat er een onoverbrugbare kloof ontstaat tussen de Europese genwetenschap en die wetenschap elders, deden de Europese embryologen en vruchtbaarheidsdeskundigen vanuit Vancouver een oproep om de Europese regels te verruimen. Een ‘alles mag’ vinden ze niet nodig, enige ethische controle moet er zijn, maar met een vergunningstelsel, gekoppeld aan complete transparantie komen ze al een heel eind. De NRC van zaterdag, waarin deze oproep werd gepubliceerd, meende echter dat er sprake is van (nog) een ander schril contrast: