Een pleidooi om de waarheid niet altijd in het midden te zoeken.
Literatuurcriticus Gijsbert Pols merkte dat hij steeds meer moeite kreeg met wat hij het 'alomtegenwoordige centrisme' noemt: 'het idee dat het kwade altijd op een van de uiteinden van het politieke centrum te vinden is, dat goed beleid altijd een kwestie van overleg, consensus en pragmatisme.' In tegenstelling met de neiging altijd het midden op te zoeken meent hij dat 'progressie alleen mogelijk is doordat radicaal nieuwe ideeën vanuit de marge binnen kunnen dringen tot de politieke mainstream.' Met dit intrigerende uitgangspunt schreef Pols onder de titel Het onhoudbare midden zeven essays over uiteenlopende onderwerpen als kunst, racisme, geweld, seksualiteit en ruimtelijke ordening. Hij gebruikt daarbij zowel zijn persoonlijke ervaringen als literaire beschouwingen over onder meer Nescio, Reve, Wolkers en Cremer.
Het midden als politiek probleem. Ik was benieuwd waar Pols na zijn afscheid van het centrisme dan de gewenste politieke progressie gaat vinden. Zoeken is misschien een beter woord. Want zijn beschouwingen leiden niet direct tot afgeronde conclusies. Ze zetten aan tot nadenken. Met de opdracht verder, dieper, radicaler te gaan dan gemiddelde, voor de hand liggende, veel gehoorde standpunten.