OPINIE - Het nieuwe kabinet lijkt weinig behoefte te hebben aan constitutionele toetsing van wetten. Het voorstel daartoe van Femke Halsema uit 2002 ligt te verstoffen op een plank ergens. Beter is om opnieuw te beginnen. En pak dan gelijk ook de wijzigingsprocedure van de Grondwet aan, betoogt publiciste Clara Mens.
Hoe zou het nieuwe kabinet denken over constitutionele toetsing en het voorstel daartoe van Femke Halsema? In het regeerakkoord lezen we er niets over. Daarin wordt wel ingegaan op andere initiatiefwetsvoorstellen van Tweede Kamerleden. Zoals een voorstel van Pierre Heijnen (PvdA) over het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden en een voorstel van Gerard Schouw (D66), dat weer eens in de Grondwet probeert vast te leggen dat de burgemeester wordt aangesteld volgens regels bij de wet te stellen.
Genoemde Kamerleden kunnen zich op de borst kloppen: zij hebben de steun van het kabinet. Aan constitutionele toetsing is in deze tijden kennelijk geen behoefte. Uit het feit dat het voorstel-Halsema niet genoemd wordt, kunnen we in de meest positieve interpretatie afleiden dat het kabinet er nog geen oordeel over gevormd heeft, en in de meest negatieve dat het er totaal geen behoefte aan heeft.
Maar kabinetssteun of niet, het staat er treurig voor met dit dappere voorstel om toetsing van wetten aan enkele artikelen van de Grondwet mogelijk te maken: de laag stof op het tweede lezingsvoorstel wordt steeds dikker, er is nog altijd geen nota naar aanleiding van het verslag, initiatiefneemster Halsema is vertrokken en haar opvolgster – ook voor de verdediging van het wetsvoorstel – Jolande Sap heeft er onlangs ook de brui aan gegeven. De momenteel vierkoppige GroenLinksfractie in de Tweede Kamer lijkt niet uit te blinken in constitutioneel-rechtelijk talent, dus het is nog maar de vraag wie de verdediging het beste over kan nemen en op welk moment.