De Chinese president Xi Jinping waarschuwt dat kunstenaars niet de slaven van de markt moeten worden en meer om de stank van geld geven, dan om de ware socialistische waarden, vaderlandsliefde en de juiste visie op China’s geschiedenis. Kondigt Xi Jinping een nieuwe culturele revolutie aan?
Tja, dat krijg je als expansieve economische macht. Groeien en bloeien om China welvarend te maken is één ding, maar daar wil elke Chinees wel een graantje van meepikken. Ook in niet materiële zin. En als kunsthandelaren uit het “vrije” Westen ineens de Chinezen ontdekken, dan bestaat natuurlijk de kans dat Chinese kunstenaars zich richten op de Westerse decadentie en dat ook in hun werk willen tonen.
Sinds de tachtiger jaren zijn kunstenaars in China redelijk vrij in wat ze kunnen (mogen) maken. In de grote steden Beijing en Sjanghai zijn veel kunstenaarscollectieven en bij toeristen inmiddels bekende kunstwijken.
Kritiek op de staat is nog steeds taboe en het moet niet al te pervers zijn. Sommige kunstenaars vonden de restricties te groot en weken uit naar het buitenland, anderen zijn gebleven en maken desalniettemin spraakmakende kunst, die ook nog eens goed verkoopt in het Westen.
Meer over hedendaagse Chinese kunst hier en hier en laten we nu eens kijken waar president Xi Jinping zich nu zo aan stoort.