Voortbestaan CDA in gevaar?
De CDA partijtop kiest voor politieke samenwerking met de PVV. Het CDA ontleent haar bestaansrecht aan haar stabiele, behoudende en betrouwbare koers. Op sociaal-economisch gebied stond de partij van oudsher één stap links van de VVD en twee passen rechts van de PvdA. Kortom: een veilige haven voor iedere christen die zich niet thuisvoelde bij al te rechts of al te links. Vanaf de jaren ’60 begonnen structurele veranderingen in de maatschappij de partij parten te spelen. Ontkerkelijking, verstedelijking en ontzuiling maakte de traditionele achterban van het CDA minder trouw. Toch bleef het CDA vanaf haar oprichting in 1980 de belangrijkste machtfactor in het Nederlandse politieke landschap. Sterker nog: de confessionelen hebben vanaf de invoering van het algemeen kiesrecht het Nederlandse politieke beeld grotendeels bepaald. Meestal leverden de confessionelen de minister-president, vrijwel altijd nam men regeringsverantwoordelijkheid. In de hele 20ste eeuw week de partij nooit af van de stabiele, behoudende en betrouwbare koers. De koers die mensen deed besluiten voor het CDA te kiezen, zelfs al waren diezelfde mensen niet langer kerkelijk, plattelandbewoner of innig verbonden met hun christelijke zuil.
Eerste barstjes in het imago
In de jaren ’90 van de vorige eeuw kwamen de eerste barstjes in het schijnbaar onkreukbare imago van de partij, de paarse kabinetten waren het logische gevolg. Balkenende sloeg in 2001 terug. Voor het eerst mocht er een nieuwkomer meedoen, het net opgerichte LPF. Dat was geen succes, het kabinet stierf een vroege dood. Daarna koos Balkenende weer ‘ouderwets’ voor afwisselend liberalen en sociaal-democraten. Er kwamen meer barstjes en kreukels, vooral in de vorm van vroegtijdig vallende kabinetten. Het CDA was nog wel behoudend, maar niet erg betrouwbaar meer, om over de stabiliteit maar te zwijgen. Maar liefst 4 kabinetten sneuvelden voortijdig. Door de enorme politieke versplintering bleef het CDA nog wel de grootste partij, maar in absolute stemmen daalde de invloed langzaam maar zeker. In september 2008 barstte de wereldwijde economische crisis los. De roep om hard te saneren (rechts), werknemers te beschermen (links) en economische hervormingen (iedereen) door te voeren werd groter. CDA, PvdA en ChristenUnie bleven rustig. Maatregelen als de deeltijd-WW deden het begrotingstekort weliswaar stijgen, maar Nederland behield de laagste werkloosheid van heel Europa. Successen werden in de verkiezingen niet benadrukt door het CDA. Balkenende riep vlak voor de verkiezingen dat drastische hervormingen noodzakelijk waren. Om die reden zag hij zelfs kans op samenwerking met GroenLinks. Natuurlijk, een uitspraak van een kat in het nauw, maar wel een historische uitspraak. Voor het eerst in haar bestaan zochten de confessionelen de oplossingen in het nemen van progressieve, drastische, bijna revolutionaire maatregelen. Vond hij een eeuw behoudend confessioneel beleid dan zo rampzalig?