De sofisten 8: de geboorte van het relativisme

We zagen in het vorige stukje dat dankzij Plato de sofisten de geschiedenis in zijn gegaan als immorele denkers. Dat het relativisme van de sofisten automatisch zou leiden tot moreel verval is echter geen onomstotelijke waarheid. Sofisterij leent zich wellicht goed voor immorele redeneringen zoals die van Kallikles en Thrasymachos, relativisme kan ook dienen als filosofische basis voor de democratie, zoals we bij Gorgias en Protagoras zagen. Dat lijkt mij toch een staatsvorm die vanuit de moraal best goed te verdedigen is. Het nadeel van de absolute waarheid Het gelijk van de sterkste is dan wel niet zo ethisch, ook het idee van een absolute waarheid kan zorgen voor narigheid. Filosofen die uitgaan van een absolute waarheid zijn net zo goed in staat gebleken om kwaadaardige theorieën te ontwerpen, of theorieën die misschien wel goed bedoeld zijn, maar amoreel uitpakken. Immers, wie de absolute waarheid meent te kennen, deinst er vaak niet voor terug om het als excuus te gebruiken om over mensen heen te walsen. Voorbeelden daarvan zijn er in de geschiedenis van de mensheid helaas te over. Waar regels in steen uitgehakt worden en als ‘heilig’ worden beschouwd, mag iedereen die het er niet mee eens is zich bergen. In die zin is een beetje relativisme al snel een stuk veiliger.

Door: Foto: Bron: Livius.org
Foto: Bron: Livius

De sofisten 7: Goed is wat sterk is

ACHTERGROND - De meest markante sofisten die in Plato‘s werk naar voren komen, hebben wellicht nooit echt bestaan. In Plato’s dialoog Gorgias treedt de sofist Kallikles naar voren, en in Plato’s hoofdwerk Politeia (de Staat) komen we de sofist Thrasymachos tegen. We zullen ze als ‘filosofen’ bespreken, want wat Plato ze laat zeggen is interessant genoeg.

Kallikles en Thrasymachos

Deze twee houden allebei ongeveer eenzelfde soort pleidooi. Hun stelling is dat het goede gelijk is aan dat wat het sterkst is. Ze stellen dat wie door list en bedrog, of gewoon door bruut geweld, zijn rijkdom en aanzien weet te behouden, uiteindelijk bepaalt wat de norm is, en daarmee uiteindelijk het meest bijdraagt aan de samenleving.

Wanneer zo iemand ontmaskerd of overwonnen wordt, dan komt dat dus niet omdat zijn moraal niet deugt, maar omdat hij kennelijk niet listig en sterk genoeg was. Zij prediken daarmee dus een soort sociaal darwinisme avant la lettre.

Het is niet bekend of er werkelijk sofisten waren die prikkelende stellingen als die van Kallikles en Thrasymachos aanhingen. Het idee dat kracht bepaalt wat goed is, sluit wel aan op Gorgias’ en Protagoras’ mening dat de waarheid in het politieke discours tussen de mensen in ligt, maar is inconsistent met de bewering van Protagoras dat iedereen in principe evenveel recht op het morele en politieke gelijk heeft. Want in de optiek van Kallikles en Thrasymachos heeft de sterke meer aanspraak op dat recht dan de zwakkere.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.