Het IMF helpt de armen niet
ACHTERGROND - Terwijl in Europa de omvallende banken ons om de oren vliegen, staat er in het zuiden een nieuwe financiële wereldmacht op.
De BRICS landen, opkomende economieën Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika hebben besloten een alternatief voor het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank op te richten. Volgens de landen maken deze financiële instituties er een potje van en zijn het vooral speeltjes van de Verenigde Staten en Europa. Is dat nu gekke activistenpraat of hebben de opkomende economieën stiekem een beetje gelijk? OneWorld werpt een kritische blik op het Internationaal Monetair Fonds.
Eén van de meest genoemde kritiekpunten is dat de westelijke landen vooral de dienst uitmaken binnen het IMF. Het financiële clubje van 188 landen is opgericht tijdens de beroemde (of beruchte) Bretton Woods Conferentie, waar ook werd besloten dat de dollar dé handelsmunt van de wereld zou worden. Op de website van de organisatie lezen we dat het fonds onder meer “zorgt voor financiële stabiliteit” en “wereldwijd armoede bestrijdt”. Dat doen ze met een gezamenlijk financieel potje. Ieder land legt geld in, zodat andere minder bedeelde landen een bedrag kunnen lenen. De inleg in het financiële potje verschilt: rijke landen leggen meer in dan armere landen. Maar met een grotere bijdrage gaat ook meer stemrecht gepaard. Binnen het IMF zijn daarmee de welvarende staten machtiger dan de minder rijke landen. En, traditioneel gezien, is het voorzitterschap van het IMF in handen van een Europeaan en de leider van de Wereldbank is doorgaans van Amerikaanse huize.