Migranten bewonen onze woningen is het verwijt. Maar wie bouwen ze?

U kent het vast, het verwijt aan asielzoekers dat ze onze woningen innemen. En dat terwijl er woningnood is! Het is een wonderlijk verwijt. Alsof je mensen die net binnenkomen op een feestje verwijt dat het bier op is, terwijl de reeds aanwezige feestgangers met lege flesjes in hun hand staan. Van alle problemen die we in dit land hebben kun je er precies nul op het conto schuiven van mensen die net binnenkomen. Ook de wooncrisis niet. Die problemen zijn veroorzaakt en niet opgelost door de mensen die hier al lang voor hen woonden. Tegelijkertijd is het sentiment wel te begrijpen. Want je kunt ze er de schuld niet van geven, maar waarom mogen zij hun intrek nemen in een nieuwe of leeggekomen woning en iemand die hier geboren is en misschien al jaren op een wachtlijst staat niet? Eerlijk gezegd denk ik dat zelfs statushouders die een woning krijgen toegewezen, wel begrijpen dat mensen dat als onrechtvaardig kunnen ervaren. Maar er is nog een andere kant aan dat verwijt, waar ik eigenlijk nooit iets over hoor. Inderdaad, er worden jaarlijks duizenden woningen aan migranten toegewezen en dat betekent dat anderen het nakijken hebben. Er is de laatste jaren simpelweg te weinig gebouwd. Maar die woningen die wel gebouwd worden, door wie worden die eigenlijk gebouwd? Toevallig ook door migranten? Cobouw publiceerde daar vorig jaar cijfers over. Cijfers Die cijfers komen uit verschillende bronnen en verschillen nogal van elkaar. Maar ‘met in totaal 270.000 bouwvakkers in hun databestand lijkt het platform Bouwpas het meest complete overzicht in Nederland te hebben.’ En die cijfers laten een gestage toename zien van het percentage buitenlandse werknemers in de bouw. Van 17% in 2017 tot 29% in 2021. Kijken we vervolgens naar het aantal gereedgekomen woningen in de afgelopen jaren, dan komen we op 68,6 duizend woningen in 2021. In 2017 waren dat er, zoals onderaan hetzelfde bericht te lezen is, 63 duizend. In dat jaar was 17% van de mensen in de bouw buitenlands. Vertaal je dat naar woningaantallen, dan betekent dat dat er in 2017 zo’n 10.710 woningen werden gebouwd door buitenlandse werknemers. In 2021 was dat 29% van 68,6, oftewel 19,894 duizend woningen. Tot slot 2020, het voorlaatste jaar waarover cijfers te vinden zijn. In dat jaar werd 28% van de 70.000 nieuwe woningen, dus 19.600 woningen, gebouwd door buitenlandse bouwvakkers. Dan is er nog één stap te maken. Hoeveel woningen krijgen statushouders eigenlijk toegewezen in Nederland? RTL Nieuws meldde in 2020 dat in dat jaar 12.000 statushouders recht zouden hebben op een huis en 27.000 een jaar later in 2021. Conclusie Dat betekent dat in 2020 zo’n 12 duizend woningen aan migranten werden toegewezen, maar dat er in datzelfde jaar een kleine 20.000 woningen door migranten werden gebouwd. In 2021 zijn er zo’n 27.000 woningen aan migranten toegewezen en zo’n 19.600 woningen door migranten gebouwd. Dus in de laatste twee gerapporteerde jaren samen werden er ongeveer evenveel woningen aan migranten toegewezen als er door migranten werden gebouwd. Nu valt er op cijfers altijd wel wat af te dingen, bijvoorbeeld dat we ze voor de toekomst nog niet kennen. We weten niet hoeveel nieuwe woningen er de komende jaren gebouwd zullen worden en hoeveel statushouders erbij zullen komen. Maar de trend in de bouw is duidelijk: er worden steeds meer huizen door buitenlandse werknemers gebouwd. Dat betekent dat het best zou kunnen dat iedereen die een hek om Nederland wil zetten om migranten te weren, de woningnood niet kleiner maar groter maakt.

Foto: Thawt Hawthje (cc)

Er is maar één alternatief voor Russisch gas

ACHTERGROND - Wind- en zonne-energie zijn dat (voorlopig) zeker niet, stelt Jan Willem van de Groep, programmaregisseur bij het energietransitieprogramma Energiesprong, in reactie op deze eerdere bijdrage van Krispijn Beek.

De Europese energieafhankelijkheid van Rusland en andere onberekenbare regimes heeft de afgelopen weken de roep om duurzame energieopwekking aangewakkerd. Duurzame energie wekken we op dit moment vooral op met waterkracht, zonnepanelen en windmolens. Deze vormen van opwekking gaan echter over energie in de vorm van elektriciteit. Voor warmte-energie zijn we echter nog steeds aangewezen op gas.

Het door elkaar halen van warmte- en elektrische energie is verwarrend en draagt weinig bij aan de echte oplossing voor onze energieafhankelijkheid. De warmtevraag vervang je namelijk niet zomaar even met duurzaam opgewekte elektriciteit. Daarvoor is op dit moment maar één alternatief: besparing, en fors ook.

De verklaring is vrij simpel uit te leggen als je naar het energieverbruik van een gemiddelde Nederlandse woning kijkt. Die woning verbruikt 1700 m3 gas, welke worden omgezet in warmte, en 3500 kWh aan stroom voor apparatuur. Die 1700 m3 gas kan ook worden uitgedrukt in dezelfde energie-eenheid als elektriciteit. Dan hebben we het over 17.000 kWh energie.

U ziet het waarschijnlijk al; voor warmte is vijf keer zoveel energie nodig als voor elektriciteit. Voor oudere woningen kan dat zo maar oplopen naar zeven tot tien keer het elektriciteitsverbruik. Zonder forse besparing is de energievraag in de vorm van warmte niet te elektrificeren. Alleen al voor de energievraag van onze huizen en gebouwen zouden dan 110 windmolens van 2 MW per Nederlandse gemeente nodig zijn.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Werklozencarrousel in de bouw

De Volkskrant:

Op de bouwplaatsen van gemeenten ontstaat een steeds grotere ‘werklozencarrousel’. Wanneer aannemers een klus willen binnenhalen, moeten zij van hun opdrachtgevers vaak lokale werklozen aannemen. Het eigen personeel wordt zo verdrongen. […]

De aannemers vrezen dat de druk op hun personeelsbestand nog groter wordt als gevolg van het Sectorplan Bouw. Dat is een nationaal stimuleringsplan dat de komende jaren ruim drieduizend jongeren, ouderen en werklozen aan gesubsidieerd werk op de bouwplaats moet helpen. […]

‘We zijn constant bezig 12 liter vis in een emmer van 10 liter te duwen, dat past niet’, zegt Siem Goede van aannemerij Dekker uit Warmenhuizen, een bedrijf met 120 werknemers dat gespecialiseerd is in het bouwen van bruggen. De projecten die Dekker aanneemt, duren meestal enkele maanden.’Die periode is ook nog eens veel te kort om een vak te leren. Het is dus voor iedereen frustrerend.’