Nog een zaak waar ik bredere belangstelling voor zoek: R.S. De voormalige legerinformant klaagt de Nederlandse staat aan. Hij zou 28 maanden voor Nederlandse militairen in Bosnië inlichtingen hebben verzameld. Onbetaald en bedreigd vluchtte hij naar de Verenigde Staten. Afgelopen donderdag werd in het gerechtshof van Den Haag de eerste stap gezet in een unieke zaak.
S., een stevige Kroaat van nu 29 jaar, sprak ik voor het eerst op zijn schuiladres in de Verenigde Staten. Hij vertelde me hoe Nederlandse militairen die deel uitmaakten van de Stabilisation Force SFOR (die tussen 1996 en 2004 moest toezien op het vredesverdrag van Dayton tussen Serven, Kroaten en Moslims) hem aanspraken en vroegen of hij hen kon helpen bij het vinden van voortvluchtige oorlogsmisdadigers uit zijn streek in de omgeving van de stad Vitez. De boeven werden gezocht door het Joegoslavië tribunaal in Den Haag. S. gaf inlichtingen over adressen, zorgde voor recente foto’s en tekende zelfs plattegronden waardoor onder andere de voortvluchtige misdadiger Vlatko Kupteskic kon worden gearresteerd.
Bij zijn mondelinge toelichting voor de Haagse rechtbank, melde S. verder dat hij de officieren alleen van voornaam kende. Ze zeiden niet dat het leden van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst MIVD waren. In missiegebieden is deze dienst echter als enige belast met het inwinnen van informatie. S. bezocht ze regelmatig in het Nederlands hoofdkwartier in Busovaca, ‘Hotel Nunspeet.’ Daar voorzag hij de Nederlanders, volgens eigen zeggen, ook van informatie over mogelijke aanslagen tegen SFOR. Maar de Nederlanders lieten hem aan zijn lot over toen de Kroatische inlichtingendienst, die lucht kreeg van zijn spionnenwerk, hem en zijn vader zwaar mishandelde.