In 1931 werden negen zwarte Amerikaanse jongens van 13-20 jaar in Alabama aangeklaagd voor verkrachting van twee witte vrouwen. De jongens zaten, op zoek naar werk, in een trein en kregen ruzie met een groep witte jongeren die zwarten het recht ontzegden om met de trein te reizen maar vervolgens door hen uit de trein werden gegooid. Ze schakelden de politie in die nogal willekeurig negen zwarte jongens arresteerde. De vrouwen beschuldigden hen van verkrachting, wat nooit werd bewezen. Op de 13-jarige na, die levenslang kreeg, werden alle jongens in eerste instantie ter dood veroordeeld. De rechtszaak met een geheel witte jury, is een voorbeeld geworden van racistische rechtspraak in het zuiden van de VS. Uiteindelijk is de doodstraf niet uitgevoerd. De Scottsboro Boys zaten wel verschillende gevangenisstraffen uit. De wereldwijde aandacht voor het proces heeft een schat aan literatuur, films en muziek opgeleverd.
De geschiedenis van de Scottsboro Boys wordt in het boek Voor elkaar met elkaar: Black Lives Matter van Chris Beuker beschreven aan de hand van de acties van de moeder van twee van hen, Ada Wright. Zij heeft zich onvermoeibaar ingezet voor haar zonen Andy en Roy. Ada kreeg daarbij de steun van de Amerikaanse Communistische Partij en de internationale communistische beweging. Ze maakte in het kader van de solidariteitsbeweging van de Internationale Rode Hulp een tour door Europa en bezocht in 1932 ook Amsterdam, Delft en Friesland. In de Diamantbeurs in Amsterdam zei ze volgens De Tribune ‘onder grote bijval’: door te vechten voor de Scottsboro-jongens vecht je tegelijkertijd voor de bevrijding van alle werkers, blanken en zwarten. In dezelfde geest had ook Anton de Kom over de zaak geschreven in Links Richten in een fragment uit zijn nog te verschijnen boek Wij slaven van Suriname. Beuker constateert dat een passage waarin De Kom zich tot de Nederlandse arbeiders richt opvallend genoeg niet is opgenomen in de uiteindelijk in Nederland gepubliceerde versie van zijn boek: ‘en gij Nederlandse proletariërs (…) gij die de schuld niet deelt der overheerschers omdat gijzelve overheerscht werd, gij zult de voorvechters van onzevrijheid met ons liefhebben en hun beeltenis zal meegedragen worden in Uw stoeten naast die van Lenin op de dag dat de groote afrekening met het kapitalisme zal plaatsvinden.’
De koppeling tussen de strijd tegen het racisme en de klassenstrijd was eerder al gelegd op een congres van de Comintern, de communistische internationale. Zwarte communisten uit de Verenigde Staten hadden daartoe opgeroepen. Onder hen een van de oprichters van de Amerikaanse communistische partij, Otto Huiswoud, zoon van een Surinaamse slaaf, die op weg naar Nederland in New York was blijven hangen. De Amerikaanse communistische partij was in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog een belangrijke ontmoetingsplek voor veel zwarte arbeiders die zich keerden tegen de segregatie en discriminatie, die in het zuiden wettelijk mogelijk gemaakt door de beruchte Jim Crow wetten. Ook aan Huiswoud besteedt Beuker een hoofdstuk in zijn boek. Hij zou later in Nederland voorvechter worden van de onafhankelijkheid van Suriname.
De communistische erfenis van de Civil Rights beweging heeft onder invloed van de Koude Oorlog in de Verenigde Staten tot een langdurige vervolging geleid van antiracistische activisten. Ook dominee Martin Luther King kreeg er in de jaren zestig mee te maken. Hij heeft zich uitgebreid moeten verdedigen dat zijn beweging niets met het atheïstische communisme te maken had. In het boek van Beuker is de vertaling opgenomen van een preek van King in 1963 onder de titel: How should a Christian view Communism? Bij alle kritiek op het communisme vindt King dat christenen net als zij meer oog zouden moeten hebben voor armoede en ongelijkheid. Want: ‘we moeten in alle eerlijkheid toegeven dat het kapitalisme vaak geleid heeft tot een kloof tussen overmatige rijkdom en intense armoede’. Ook houdt hij zijn volgelingen voor dat ‘het kapitalisme tot een praktisch materialisme (kan) leiden dat net zo schadelijk is als het theoretische materialisme dat het communisme voorstaat.’ Pikant is dat uitgeverij Kok die in 2018 een bundeling van preken van King heeft uitgebracht juist deze preek heeft weggelaten ‘vanwege zijn gedateerdheid en het gebrek aan relevantie voor het hedendaagse publiek’. Beuker maakt in zijn boek korte metten met dit op z’n minst discutabele standpunt.
Voor elkaar met elkaar: Black Lives Matter biedt een kennismaking met voorlopers van de huidige BLM-beweging. Beuker neemt de lezer aan de hand mee door een aantal boeken en artikelen met ruime citaten over de geschiedenis van de beweging voor gelijkberechtiging halverwege de vorige eeuw en de personen die daarin een belangrijke rol hebben gespeeld. De rode draad is de verbinding tussen klassenstrijd en antiracisme met de christelijke ethiek als inspiratiebron voor onderlinge solidariteit tussen verschillende groepen achtergestelden. Je zou dat ook kunnen zien als impliciet commentaar op het feit dat in het huidige debat de band tussen racisme en kapitalisme via de slavernij, het kolonialisme en de uitbuiting van goedkope arbeidskrachten soms wel erg ver weg is. Een meer expliciete vergelijking tussen toen en nu ontbreekt. Maar afgezien daarvan is het goed dat Chris Beuker deze geschiedenis weer tot leven brengt.
Chris Beuker, Voor elkaar met elkaar: Black Lives Matter. Verschijnt begin september bij uitgeverij Aspekt.