Wat is dat toch met Obama?
Ik kan me de inauguratie van Obama, een kleine twee jaar geleden, nog goed herinneren. Ik luisterde radio, in de trein, via een brakke dataverbinding van T-mobile. Je zou het bijna een nostalgisch moment kunnen noemen, ware het niet dat de dataverbinding van T-mobile inmiddels nóg brakker is. Maar dat terzijde.
Het was een historisch moment, althans zo voelde het. De eerste Afro-Amerikaanse president, en eentje met beloftes, die ons als muziek in de oren klonken. Amerika zou een wereldleider worden die het goede voorbeeld gaf, “lead by example“.
Niet meer de harde lijn van Bush, die het land en de wereld van elkaar hadden vervreemd, maar de handreiking en het overlegmodel zouden in het Witte Huis weer een plaats krijgen. Guantanamo zou gesloten worden, lobbyisten zouden worden aangepakt, het homohuwelijk zou vrij(er) baan krijgen, controversiële wetgeving zou worden teruggedraaid en hij zou wat doen aan de “don’t ask don’t tell”-doctrine in het leger.
Inmiddels zijn we een aantal illusies armer. De man die in 2004 riep “Er is geen links Amerika en geen conservatief Amerika; er is de Verenigde Staten van Amerika. Er is niet een zwart Amerika en een blank Amerika en een latino Amerika en een Aziatisch Amerika; er is de Verenigde Staten van Amerika”, staat nu aan het hoofd van een land dat verdeelder is dan ooit. Er is niet zo heel veel veranderd. Guantanamo blijft open, de gevaarlijke anti-terrorismewetgeving van Bush blijft onverminderd van kracht en homo’s hebben het nog steeds moeilijk.