Verhuizingen van asielzoekers nog altijd onduidelijk

Asielzoekers en hun kinderen moeten in Nederland erg vaak verhuizen. Maar over hoe vaak precies, bestaan alleen schattingen. Het wordt tijd dat het COA inzichtelijk maakt hoe het zit met verhuizingen van asielzoekers. Asielzoekerskinderen verhuizen gemiddeld één keer per jaar, in tegenstelling tot 'gewone' Nederlandse kinderen, die gemiddeld eens per tien jaar verhuizen. Dat staat in een vandaag verschenen rapport (pdf) van de Werkgroep "Kind in AZC", een samenwerkingsverband van Defence for Children, Unicef, Vluchtelingwerk Nederland, Kerk in Actie en Kinderpostzegels. Het rapport analyseert waarom asielzoekers (en hun kinderen) zo vaak moeten verhuizen. Deels ligt dat aan de procedure: in verschillende stadia van de procedure worden de asielzoekers in verschillende opvangcentra geplaatst. Maar ook na het beginstadium wordt er vaak verhuisd. Omdat het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) kampt met een beddentekort, omdat het huurcontract van een asielzoekerscentrum (AZC) afloopt, of omdat het gezin ruzie heeft met andere bewoners. Maar veruit de meest voorkomende reden voor een verhuizing is volgens het rapport een beslissing in de asielprocedure. Het probleem is dat nergens goed wordt bijgehouden hoe vaak asielzoekers precies verhuizen. Het rapport van de werkgroep baseert zich op onderzoeken van wetenschappers en belangenorganisaties. Pas sinds 2012 houdt het COA verhuisbewegingen bij. Over die informatie zou staatssecretaris van Veiligheid & Justitie Fred Teeven binnenkort een brief naar de Tweede Kamer moeten sturen, maar de woordvoerder van het ministerie kon niet vertellen wanneer dat gaat gebeuren. Het rapport dat vandaag verscheen zou eigenlijk vandaag aan Teeven gepresenteerd worden, maar de woordvoerder geeft aan dat die afspraak verplaatst is.

Door: Foto: Foto uit persarchief COA. copyright ok. Gecheckt 18-10-2022

Asielzoekerskinderen verhuizen gemiddeld één keer per jaar

NIEUWS - De Werkgroep Kind in AZC, een samenwerkingsverband van onder andere Defence for Children en Vluchtelingenwerk Nederland, heeft onderzoek gedaan naar de verhuizingen van asielzoekerskinderen. Daarover verschijnt vandaag een rapport (pdf). Gemiddeld verhuizen azielzoekerskinderen een keer per jaar in de periode dat hij/zij in opvang verblijft. Vandaag wordt het rapport aan staatssecretaris Teeven aangeboden.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Vorige