Afgestudeerde stagiairs worden uitgebuit

Veel jonge afgestudeerden zijn genoodzaakt een stage te lopen voor een schrale of zelfs geen vergoeding. Het argument dat dit hun zelfontplooiing zou bevorderen is geen voldoende compensatie voor de uitbuiting die dit eigenlijk is, vindt Bram van Vulpen. Tegenwoordig is de stage niet meer uitsluitend een onderdeel binnen het onderwijssysteem, maar vullen jongeren ook een stageplek in ná hun studie. Een ‘werkervaringsplek’ (WEP) wordt dit ook wel mooier genoemd. Een plek waar je de vereiste werkervaring, relevante connecties en kennis op kan doen om je kansen te vergroten op een ‘echte’ baan. Deze ontwikkeling van pas afgestudeerden die een niet tot amper betaalde stageplek, werkervaringsplek of vrijwilligersfunctie invullen, wordt vaak toegeschreven aan de economische krimp van de afgelopen jaren. De krappe arbeidsmarkt maakt de stage een aantrekkelijk alternatief voor starters die moeite hebben om een baan te vinden. Dit economische verband is in mijn ogen te simpel. Het fenomeen ‘afgestudeerde stagiair’ dient te worden beschouwd als deel van een grotere en tragere ontwikkeling die zich voordoet in onze samenleving. Hierin wordt aangestuurd op eigen verantwoordelijkheid van burgers, individuele maakbaarheid van de carrière en zelfactualisatie binnen werk.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.