Oorlog en genialiteit

Wanneer ontstond de moderne wetenschap? Een onmogelijk te beantwoorden vraag, uiteraard. Wat is 'modern'? Zo'n beetje elk punt komt in aanmerking, vanaf de presocratische filosofen tot aan Einsteins Wonderjaar 1905. Maar als het gaat om de geboorte van de wetenschappelijke methode, en van de wetenschap als georganiseerd bedrijf, dan komt de zeventiende eeuw toch naar voren als het beslissende tijdvak. In die tijd beginnen wetenschappers (dat woord dateert overigens pas van begin 19e eeuw) systematisch na te denken over het samenspel van waarneming, theorie en experiment. De belangrijkste exponent van dit denken was Francis Bacon en zijn Novum Organum (1620). Dezelfde Bacon was ook een hartstochtelijk pleitbezorger van wetenschappelijke samenwerking. Wetenschappers moesten geen éénpitters zijn, opgesloten op hun studeerkamer, jaloers op elkaars ideeën en vondsten, maar juist in alle openheid hun gegevens uitwisselen en elkaar zo stimuleren. Bacon geldt dan ook als de geestelijke vader van de eerste wetenschappelijke academies in Europa. Maar er waren in die tijd nog veel meer geniën, zo wil A.C. Grayling ons duidelijk maken. Zijn boek heet niet voor niets 'De tijd van het genie'.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.