GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag voor ASH, die ook schrijft op haar eigen blog: Pastoor Poncke.
Waarom ben ik toch afgehaakt het afgelopen jaar? Toen Hillary Clinton zich kandidaat stelde was ik net als vele anderen enthousiast. Dat zou wat zijn, een vrouw in het Witte Huis. Zij zou de ellende van acht jaar Bush doen vergeten. En Bill moest ook mee terug. Stiekeme heimwee naar die relatief onschuldige jaren negentig. Geen weapons of mass destruction, geen neocons aan het roer, smullen van het Lewinsky-schandaal maar wel vinden dat Bill mocht blijven natuurlijk.
Toen er alleen nog peilingen waren en weinig tv-optredens en al helemaal geen massabijeenkomsten bleef mijn steun voor Hillary onverminderd. Naarmate ik meer van Obama zag raakte ik wel onder de indruk. Wat kon die man spreken, wat een charisma. Toch kon ik in het begin inhoudelijk weinig verschil ontdekken en bij kieswijzers kwam ik steevast bij Edwards terecht.
Toch begon mijn enthousiasme af te nemen en op een avond, tijdens een overwinningsspeech van Clinton, begreep ik het opeens: Het was haar stem! Ze had last van dat aloude probleem dat bijna alle vrouwen teistert. Onze stemmen zijn te hoog om hard en gedreven te praten. Als we enthousiast worden klinken we emotioneel, als we kwaad worden klinken we schel en hysterisch. Als we gevoelig zijn klinken we als meisjes en, de echte doodzonde, als we serieus willen zijn klinken we als halve kerels. Ik kon het niet aanhoren, dat geschreeuw in die overvolle zaal.
Onthutst moest ik vaststellen dat ik Hillary Clinton een nieuw plafond had opgelegd, dat van de stembanden.
Reacties (1)
Leuk artikeltje, Ash, dat eigenlijk alleen maar aantoont, hoe sterk de dominantie van ons mannen ook hier in het rijke westen nog aanwezig is.