Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme en de Stoa. Een andere nieuwkomer was de Skepsis.
Twijfelaars zijn van alle tijden en plaatsen. Het oude Griekenland was niet anders. In het oude, democratische Athene waren al filosofen die twijfel als uitgangspunt hadden genomen: de sofisten. De skeptici lijken op hen met hun stelling dat er geen objectieve waarheid zou zijn. Er is echter een verschil. Van de Atheense sofisten beweerde Gorgias in elk geval nog ‘Er is niets’, en werd Protagoras bekend met zijn uitspraak dat de mens de maat zou zijn van alle dingen. Volgens de sceptici zijn ook dat geen zekerheden. Kennis bestaat niet, er zijn slechts meningen.
De Cyreense School
Ook de Cyreense School, die ten tijde van de eerste skeptici zijn laatste volgelingen voortbracht, twijfelde hardop. De Cyreense hedonisten vertrouwden slechts op de onmiddellijke persoonlijke ervaring: gevoelens van pijn en genot. Die enige zekerheid vormde de onderbouwing van hun hedonisme.
Maar volgens de skeptici geeft ook de onmiddellijke ervaring geen enkele zekerheid. Goed of slecht, rechtvaardig of onrechtvaardig, waar of onwaar, plezierig of onplezierig, dat zijn allemaal maar zaken die afhankelijk zijn van omstandigheden, ze zijn persoonsgebonden en situatie-afhankelijk, en uiteindelijk valt er niets zinnigs over te zeggen. Het zijn slechts meningen, en die zijn even arbitrair als veranderlijk.
De paradox van de Skepsis
En de echte scepticus zal daar overigens nog aan toevoegen dat dit voorgaande allemaal wel wat al te stellig is opgeschreven.
Andere filosofen
De sceptici vonden Sokrates’ zoektocht naar ‘het goede’ maar idioot. Want wat zegt ons dat ‘het goede’ bestaat? En veronderstellingen over de ware aard van de natuur, zoals de cynici en de stoïcijnen die hadden, vonden de sceptici ook maar belachelijk.
De theoretische bouwwerken van Aristoteles en Plato, met hun vormenleer, deden sceptici uiteraard helemaal schuddebuiken van het lachen.
Niets vaststellen
Het is duidelijk dat de sceptici eropuit waren om ieder houvast te vernietigen. Of een overtuiging nu berustte op traditie en geloof, op waarneming of op het verstand, het is volgens hen allemaal onbetrouwbaar. Van iedere stelling is het tegengestelde net zo goed te verdedigen, stelde Pyrrhon van Elis, een van de eerste sceptische filosofen die algemeen gezien wordt als de stichter van de school der sceptici. Pyrrhon leefde ten tijde van Epikouros en Zenon van Kition.
Mooi en lelijk, rechtvaardig en onrechtvaardig, dat zijn dingen die niet eens echt bestaan. Sterker nog, uiteindelijk bestaat niets echt: mensen doen wat zij doen slechts op basis van afspraak en gewoonte. Meer basis is er volgens Pyrrhon niet. Het één is nooit meer waar dan het ander.
De sceptici kwamen zo natuurlijk nooit tot eigen stellingen. Maar daar zaten ze niet mee. Ze bleven maar bezig met alle stellingen van andere filosofen te weerleggen. Zelf wilden ze absoluut niet op stellingen vastgepind worden.
Toen ze eens werd toegevoegd dat ook zij wel een dogma zouden hebben, namelijk dat zij nooit iets vaststellen, begonnen ze ook die stelling te ontkrachten:
Het is niet zo dat wij niets vaststellen. Het is eerder zo dat we bij iedere stelling onze tegenargumenten naar voren brengen, gewoon omdat wij ons niet direct bij enige stelling willen aansluiten. Of we daarmee helemaal niets vaststellen, dat lijkt ons daarmee nog steeds niet vastgesteld.
Niet oordelen
Wat is het nut van dergelijk filosofisch anarchisme? Van Pyrrhon van Elis werd spottend gezegd dat hij zijn onzekerheidsprincipe zo letterlijk zou nemen dat hij alleen onder begeleiding van zijn leerlingen over straat kon. Hij weigerde namelijk stelselmatig voor wie of wat dan ook opzij te gaan, omdat hij niet kon vaststellen dat het object dat zijn weg leek te versperren werkelijk bestond.
Maar de sceptici hadden wel degelijk een doel met het continu onderuit schoffelen van iedere veronderstelling van kennis. Zij meenden namelijk dat juist het veronderstellen van kennis de grootste bron was van ongeluk.
Alle onvrede komt volgens hen voort uit de neiging steeds dingen vast te willen stellen, steeds te willen oordelen. Daar komen alle misverstanden vandaan, en ook alle domheid. Verlangen, ambitie, genotzucht, al die zaken die de omgang van ons mensen onderling vaak in de weg zitten en ellende veroorzaken: zij zijn het gevolg van het vasthouden van mensen aan ongefundeerde oordelen.
De weg naar het geluk
Een wijs mens beseft dat hij zo niet gelukkig kan worden. De weg naar het geluk is volgens Pyrrhon van Elis en zijn volgelingen het opschorten van ieder oordeel.
Pyrrhon trainde zichzelf om nooit enige blijk van ontregeling te tonen. Gemakkelijk was dit niet. Toen Pyrrhon eens bij het zien van een aanstormende hond toch een schrikreactie vertoonde en hem dit verweten werd, zei hij: het is moeilijk om de menselijke eigenschappen af te leren.
Deze reeks is gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.