Een gastbijdrage van Rob Kooijman, juridisch en wetenschapshistorisch onderzoeker
Hoe wonderlijk kan een juridische zaak verlopen? In april 2010 oordeelde de Hoge Raad dat de Nederlandse Staat maatregelen tegen de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) moet nemen. Vrouwen bij de partij moeten zich kandidaat kunnen stellen voor de partij bij verkiezingen. Minister Donner zinspeelt op maatregelen, maar heeft niet in de gaten dat maatregelen inmiddels niet meer nodig zijn.
De SGP heeft vanaf haar oprichting een Program van Beginselen met daarin het zogeheten “vrouwenstandpunt”. Het vrouwenstandpunt is de opvatting dat een politieke functie, en daarmee het grondwettelijke recht om kandidaat te zijn voor een politieke functie (het passief kiesrecht), in strijd is met de Bijbelse roeping van de vrouw. Een politieke functie is bijvoorbeeld lid zijn van het parlement, de Eerste en Tweede Kamer. In 1997 bracht de SGP haar reglement voor kandidaatstelling in overeenstemming met die opvatting. Vrouwen bij de partij werd het recht niet toegekend om kandidaat te zijn voor de partij bij verkiezingen voor politieke functies. Vrouwen konden zich dus niet kandidaat stellen voor de partij.
Het was de reden voor het Proefprocessenfonds Clara Wichmann in 2003 een juridische procedure te starten tegen de Nederlandse Staat. De Staat zou volgens het fonds haar verplichtingen uit het VN-Vrouwenverdrag niet zijn nagekomen door geen maatregelen te nemen tegen de SGP. Volgens het fonds moest het voor vrouwen het juridisch mogelijk zijn, dat zij voor de SGP kandidaat zijn. Na zeven jaar procederen gaf ook de Hoge Raad het fonds gelijk. De SGP mag haar vrouwenstandpunt wel verkondigen bij verkiezingen en in het parlement, maar haar reglement voor kandidaatstelling mag niet in overeenstemming zijn met die opvatting. Van de SGP wordt gevergd, zo staat in de uitspraak, dat zolang de SGP die opvatting verkondigt, het reglement in strijd is met die opvatting – daaruit volgt meteen ook dat van de SGP niet wordt gevergd ook andere opvattingen te verkondigen.
Maar er heeft zich iets wonderlijks voorgedaan. In 2006 wijzigde de SGP haar reglement voor kandidaatstelling. Althans, uit het papieren reglement werd het onderscheid tussen mannen en vrouwen geschrapt. Het werd vervangen door een mondeling besluit waardoor mannen en vrouwen bij de partij juridisch gebonden zijn aan het Program van Beginselen. Door dat besluit moeten mannen en vrouwen in partij zich in overeenstemming met het vrouwenstandpunt gedragen. Vrouwen kunnen door dat mondelinge besluit dus nog steeds geen kandidaat zijn voor de partij – in feite werkt het mondelinge besluit door in het papieren reglement. Na de uitspraak van de Hoge Raad vroeg minister Donner aan de SGP of er “juridische belemmeringen” zijn voor vrouwen bij de kandidaatstelling. Een vreemde vraag, want de Hoge Raad had een juridische belemmering vastgesteld en sindsdien was er niets vernomen van de SGP. De SGP antwoordde aan Donner opmerkelijk genoeg “nee”. Dat antwoord betekent dat de SGP erkent dat haar mondelinge besluit niet langer van kracht is. Mannen en vrouwen bij de partij zijn dus niet langer juridisch gebonden aan het Program van Beginselen. Vrouwen kunnen dus kandidaat zijn voor de partij.
Dat komt mooi uit voor Donner, zou je denken. Hij hoeft niets meer te doen, hij hoeft geen maatregelen mee te nemen. Maar nee. Er heeft zich nog iets wonderlijks voorgedaan, in dit geval bij Donner. Uit de uitspraak van de Hoge Raad trok Donner de conclusie, dat er ook vrouwen kandidaat moeten zijn voor de SGP. Maar dat staat nergens in de uitspraak. Vrouwen moeten kandidaat kunnen zijn, vrouwen bij de SGP moet het recht zijn toegekend om kandidaat te zijn voor de SGP. In de uitspraak van de Hoge Raad staat het woord “daadwerkelijk”. Maar dat slaat op, dat de Staat maatregelen moet nemen die ertoe leiden, dat de SGP vrouwen het recht toekent om kandidaat te zijn voor de partij. Het papieren reglement moet op orde zijn, en mondelinge besluiten mogen niet in strijd zijn met dat recht. Het woord “daadwerkelijk“ slaat niet op dat er ook vrouwen kandidaat moeten zijn. Donner verandert dus het doel van de uitspraak van de Hoge Raad.
Tot juridische overmaat van ramp heeft Donner nog iets niet begrepen. Vrouwen die kandidaten zijn voor de SGP moeten volgens de reglementen van de SGP de opvatting van de SGP over de vrouw onderschrijven. Dat is geen rare eis. Elke politieke partij vraagt van haar kandidaten dat zij de partijopvattingen onderschrijven, opdat kandidaten de partijopvattingen verkondigen en ook in een politieke functie blijven verkondigen mochten ze door de kiezers daarvoor gekozen worden. Vrouwen die kandidaat zijn voor een politieke functie voor de SGP zouden dus de opvatting onderschrijven, dat een politieke functie in strijd is met hun Bijbelse roeping. Het is begrijpelijk, dat Donner dan zegt dat door kandidaat te zijn die vrouwen in feite de opvatting over de vrouw niet onderschrijven, want met hun kandidaat zijn gedragen ze zich in strijd met die opvatting. Het moeten onderschrijven zou dan volgens Donner weliswaar geen juridische maar een praktische belemmering voor vrouwen zijn bij de beoordeling voor hun kandidaatstelling. Dat klopt bij enig doordenken natuurlijk niet. Als een juridische belemmering geen juridische belemmering voor vrouwen is, dan doet het vrouw zijn bij de beoordeling voor hun kandidaatsteling er niet toe. Wel kan worden gezegd dat het moeten onderschrijven een psychologische belemmering voor vrouwen is om kandidaat te zijn. Maar over een psychologische belemmering voor vrouwen ging de juridische procedure van het Proefprocessenfonds Clara Wichmann niet. Van het fonds mocht de SGP haar opvatting over de vrouw blijven verkondigen. Welke vrouw zou er voor kiezen die opvatting als kandidaat voor de SGP te verkondigen? Gelukkig dus maar, dat er niet ook vrouwen voor de SGP kandidaat moeten zijn.
Inmiddels is de SGP naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gestapt. De SGP is het niet eens met de uitspraak van de Hoge Raad. Netjes van de SGP om vrouwen bij de partij toch al het recht toe te kennen om kandidaat te zijn voor de partij. De SGP weet natuurlijk ook wel dat er zeer waarschijnlijk geen vrouwen zijn die er voor kiezen om als kandidaat voor de SGP het vrouwenstandpunt te verkondigen. Maar met dat vrouwen bij de partij nu kandidaat kunnen zijn voor de SGP, gedraagt de SGP zich wel in strijd met haar Bijbelse opvatting over de vrouw. Dat moet toch een hele stap voor de SGP zijn geweest.
Rob Kooijman is juridisch en wetenschapshistorisch onderzoeker. Over de SGP-vrouwenkwestie heeft hij gepubliceerd in verschillende juridische tijdschriften
Reacties (13)
Toch wel leuk da ze bij de SGP eindelijk ook de paradox hebben ontdekt,zijn ze eindelijk in de 19de eeuw beland,een hele vooruitgang .
Om het op z’n Obelix te zeggen :
rare jongens die SGP’ers.
Edoch. Moet een partijprogramma niet conform enkele regels zijn?
Staat me voor dat bij ons (in België) partijen geen open racisme of discriminatie in hun partijprogramma mogen opnemen. Wat mijns insziens bij de SGP wel is. Misschien moeten ze die partij daar is op aanpakken.
“De SGP antwoordde aan Donner opmerkelijk genoeg “nee”. Dat antwoord betekent dat de SGP erkent dat haar mondelinge besluit niet langer van kracht is. Mannen en vrouwen bij de partij zijn dus niet langer juridisch gebonden aan het Program van Beginselen.”
Of de SGP heeft gejokt tegen Donner. Zolang er niet daadwerkelijk vrouwelijke SGP-kandidaten zijn, zullen we het niet weten.
Bismarck,
Als je jokken veronderstelt, dan kunnen je dat ook veronderstellen bij vrouwelijke SGP-kandidaten: die zijn voor de nep kandidaat. Mochten ze gekozen worden, dan staan ze hun zetel af. Donner gelooft de SGP overigens.
@4: Dan maak ik ervan: Zolang er geen vrouwelijke SGP-volksvertegenwoordigers zijn, zullen we het niet weten. Beter?
Overigens zou je kunnen zeggen dat dat laatste in zekere zin al eens is gebeurd, daar waar CU en SGP een gezamenlijke lijst indienden en de CU daar vrouwen op had geplaatst.
Bismarck,
Tja. Je vraagt dan dus zowel dat een vrouw daartoe wordt verplicht, als dat kiezers worden verplicht op haar stemmen. Begrijp ik je goed dat je het eigenijk maar niets vindt, dat de Staat dit maatregelen moet nemen die daartoe moeten leiden? Welke maatregelen leiden daar overigens toe? Een boete als vrouwen en kiezers dat niet doen?
Op die lijstverbinding stonden CU-vrouwen, geen SGP-vrouwen.
@7: Nee dat vraag ik niet. Ik zeg alleen dat we eigenlijk niet weten of de SGP zich aan de wet houdt, tot er een SGP-vrouw gekozen is. Ik verdenk de SGP er overigens van deze vaagheid opzettelijk gecreëerd te hebben, zodat ze zich ongezien niet aan de wet kunnen houden.
Bismarck,
Ik vind er niets vaag aan. Wat vind je er vaag aan?
Overigens, als een vrouw meent dat ze door de SGP niet op de SGP-lijst gezet wordt omdat ze vrouw is, dan zou ze dat (via het OM) kunnen voorleggen aan de rechter. Als het klopt wat ze meent – hoe kom je daarachter, zeg je dan terecht – dan handelt de SGP in strijd met het eigen reglement. De SGP zou dan daarvoor bestraft kunnen worden (na de nodige wetswijzigingen): een hoge boete (en subsidieverlies) of zelfs uitsluiting van verkiezingsdeelname.
@9: Je zegt het zelf al, dat is niet aan te tonen, juist door de (vermoedelijk opzettelijke) vaagheid van de SGP.
Bisdmarck,
Welke vaagheid dan? De reglementen van de SGP houden in, dat de SGP vrouwen niet omdat ze vrouw zijn van kandidaatstelling uitsluit. Wel om andere redenen kunnen vrouwen worden uitgesloten, redenen die ook voor mannen gelden. Ja, de SGP kan jokken over de reden als ze een vrouw afwijst, maar dat heeft toch niet met vaagheid van de reglementen te maken?
“Tsja, deze vrouw hoorde gewoon niet tot onze beste kandidaten. We hebben dertig mensen gevonden, toevallig allemaal man, die volgens ons het SGP-gedachtegoed beter kunnen vertegenwoordigen dan mevrouw X.”
Anoniem,
“We hebben slechts één vrouw beschikbaar gevonden die als kandidaat de opvatting wil verkondigen dat vrouwen geen kandidaat behoren te zijn. De leden hebben in meerderheid niet gestemd om haar op de lijst te plaatsen. Uit stemverklaringen bleek dat de leden anderen simpelweg en toevallig beter vonden. Dat zij vrouw was, deed er daarbij niet toe. Precies zoals de reglementen dat voorschrijven”.