serie

Kunst op zondag

Foto: Joan (cc)

De langst lopende serie op Sargasso. De kunstredactie zorgt voor wat kunsteducatie op de vroege zondagochtend. Lezersbijdragen worden zeer gewaardeerd.


Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Werkloos

Sluiten beeldende kunstenaars zich aan bij de groeiende rijen werklozen? Conform de Cultuurnota 2012-2016 is per 1 januari de nieuwe basisinfrastructuur in werking getreden. De aangekondigde slachting, goed weergeven in het door Kunsten ’92 opgestelde overzicht ‘Beeld van de sector’, is een feit.

Hoeveel nieuwe werklozen dat de komende tijd gaat opleveren moeten we afwachten. Er is echter heuglijk nieuws. Het aantal werkloze kunstenaars zal de burelen van de Sociale Dienst niet overspoelen.

George Segal – Depression Bread Line.
cc Flickr Vilseskogen's photostream George Segal Depression Bread Line

Zeer actuele cijfers zijn er (nog) niet, maar gegevens uit de Evaluatie van de Wet werk en inkomen kunstenaars (pdf – januari 2010) en van het CBS (werkzame beroepsbevolking in de kunsten) geven dit beeld:
Kunstenaars met uitkering

In 2011 telde het CBS nog 61.000 mensen in de categorie kunstzinnige beroepsbevolking.

Stel dat er sindsdien door crisis en bezuinigingen zo’n 4000 kunstenaars uit de boot zijn gevallen, dan zijn er, ruw geschat, 57.000 kunstenaars. Daarvan zal maximaal zo’n 6 tot 7% werkloos zijn. Er zijn dus waarschijnlijk tussen de 3.500 tot 4.500 werkloze kunstenaars.

Feit is dat een beeldend kunstenaar die nu werkloos wordt, geen kunstenaar meer is. Van 1956 tot 1 janauri 2012 behield een werkloze kunstenaar nog zijn status. Eerst dankzij de BKR (Beeldende Kunst Regeling), die achtereenvolgens werd vervangen door de WIK (Wet inkomensvoorziening kunstenaars, 1987) en de WWIK (Wet werk en inkomen kunstenaars, 2005).

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Devotie

Paolo VéronèseNoli me tangere, schilderij, circa 1576-1588.
cc Wikimedia Commons Paolo Veronese Noli me tangere

Meer na de break…

Francisco Goya – The Devout Profession, ets, 1799.
cc Wikipaintings.org Francisco Goya The Devout Profession

Egon Schiele – Devotion, schilderij, 1913.
cc Wikimedia Commons Egon Schiele Devotion

Clive Barker – Devotion, schilderij op papier, 1997.
© Clive Barker Devotion 1997

Jan Saudek, The Deep Devotion, fotografie, 2003.
© Jan Saudek The Deep Devotion 2003

Ego Lenoard – Devotion, schilderij, jaar onbekend.
© Ego Leonard Devotion

Mode 2 –  That Pledge of Devotion, urban art, 2009.
© Mode2 That Pledge of Devotion 2009

Tiffany Trenda, Urban Devotion, performance, 2010.
[kliktv]

Heidi TailleferDetritus Of Devotion, print, 2012.
cc Flickr von Scaramouche's photostream Heidi Taillefer Detritus of Devotion

Stephen WatsonDevout, installatie van uit de Bijbel gescheurde pagina’s , 2013.
© Steve Watson Devout 2013

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | “Oh oor, o hoor”

In het kader van de Boekenweek schreven we vorige week dat lezen ook kijken is. Lezen kan ook met het oor. De Boekenweek is nog niet voorbij of het volgende CPNB-evenement staat alweer in de steigers. Over vier weken barst de Week van het Luisterboek los.

“Oh oor, o hoor”, om met de dichter Lucebert te spreken. Wie schampert over mensen die met oorplugjes aan hun i-phones gekluisterd zitten, moet er eens bij stilstaan dat ze wellicht verdiept zijn in een luisterboek.

Bij beeldende kunst en literatuur leggen we zelden het oor te luisteren. Daarom besteedde Kunst op Zondag al eens aandacht aan het oog. Lucebert had ook wat over het oog te dichten: “het oog lijkt een hefboom voor hoger en hoger / maar meer zien dan men ziet ziet men nooit”.
Dat is achterhaald. Men ziet veel meer dan men kijkt. Tegelijkertijd luistert men veel minder dan men hoort.

Een nadere beschouwing van het oor.

Saskia Griepink werkt al een paar jaar aan een oorproject. Geen oor is hetzelfde, zegt ze, ook niet van één dezelfde persoon. Een linker en een rechter oor, tegen elkaar aangehangen krijgen een vlinderachtige vorm maar het oor afzonderlijk heeft ook iets embryonaals. En zoveel oren,  zoveel verhalen daarover. Nu verzamelt ze oren, maakt er afdrukken van en ze schildert ze. Het proces is te volgen op haar weblog en van half juli tot en met half september 2013 is haar werk te zien in Huize Keijze te Denekamp (Overijssel).

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Literatuur

De Boekenweek is losgebarsten. Een goede gelegenheid om de trilogie over kunst en boeken (deel 1 over strips, deel 2 over kunstenaarsboeken) af te sluiten met de vraag of literatuur kunst is.

De media wekken de indruk dat kunst en literatuur twee verwante, maar verschillende grootheden zijn. Bijna elke krant heeft wel een wekelijkse katern onder de noemer ‘Kunst & Literatuur’. Alle visuele kunstdisciplines worden op één hoop gegooid, proza en poëzie op de andere. Terwijl lezen toch ook kijken is.

Uitgevers huren illustratoren, grafici, fotografen en soms ook schilders in om het boek aan de mens te brengen. Leidraad lijkt te zijn dat bij een eerste druk alleen titel en naam van de auteur op de omslag genoeg is, mits de auteur grote bekendheid geniet.

Bij herdrukken, en zodra het boek in vergetelheid dreigt te raken, lijken beeldende covers echter het boek tot kunst te moeten verheffen. Zo gaat dat met klassiekers, zoals bij boeken van Harry Mulisch.
Mulisch De Aanslag covers

Zo gaat dat ook met Nelleke Noordervliet, die dit jaar het Boekenweek-essay schreef.

Nelleke Noordervliet covers De naam van de vader

Uitgevers gaan er niet vanuit dat je door de boekomslag geraakt wordt door literaire kunst, maar dat je geraakt wordt door een suggestie die je kooplust opwekt. De tentoonstelling ’20 jaar coverontwerpen’ geeft een mooi overzicht. Nog tot 21 mei te zien  in het Boekenpodium te Antwerpen.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Boeken

In de vorige Kunst op Zondag stelden we de vraag of strips kunst zijn. Met de Boekenweek in het vooruitzicht zouden we eenzelfde vraag kunnen stellen over boeken. Dat doen we niet, vandaag brengen we een andere stelling in: Strips, romans en verhalen mogen soms kunst zijn en soms niet, de enige boeken die altijd  kunst zijn, zijn kunstenaarsboeken.

Zowel over de oorsprong als over de definitie van wat in het Engels ‘Artists’ Books’ en in het Frans ‘Livre d’artiste’ wordt genoemd, lopen de opvattingen uiteen.
De Wikipedia definieert kunstenaarsboeken als kunstwerken, uitgevoerd in verschillende (boek)vormen. Eén van de allereerste kunstenaarsboeken zou Songs of Innocence and of Experience (1789 – 1794) van William Blake zijn. Hij illustreerde zijn gedichten zelf,  zijn vrouw verzorgde inkleurwerk en het bindwerk en ze brachten het boek in eigen beheer uit. Een pagina uit Songs of Innoncence and of Experience.
cc Wikimedia.org William Blake

De Koninklijke Bibliotheek vindt het kunstenaarsboek een typisch Frans verschijnsel en noemt als één van de eerste kunstenaarsboeken ‘La fin du monde’ (1919) van avant-garde auteur Blaise Cendrars, geïllustreerd door Fernand Léger.

Een pagina uit Fin du Monde (het boekje is hier door te bladeren).
cc Flickr Iliazd’s photostream La fin du monde de Blaise Cendrars avec des illustrations de Fernand Léger

Kunstenaarsboeken als een co-productie van schrijvers en beeldend kunstenaars komen nog tot op vandaag voor. Maar vooral na 1945 werden steeds vaker kunstenaarsboeken alleen door beeldend kunstenaars gemaakt. 
Het dichtst bij een goede definitie zit misschien Stephen Bury,  hoogleraar moderne kunsten en specialist op gebied van kunstenaarsboeken. “Kunstenaarsboeken zijn boeken of op boeken lijkende voorwerpen waarvan over de weergave de kunstenaar een hoge mate van controle heeft. Het boek is bedoeld als een kunstwerk op zich”.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Strips

Collega Dimitri vraagt u de mooiste strip aller tijden in te sturen. Het brengt Kunst op Zondag op een bekende discussie: zijn strips kunst?

Het verhaal gaat dat Maurice De Bevere, beter bekend als Morris, de auteur/tekenaar van Lucky Luke, het stripverhaal ooit tot ‘negende kunst’ verhief. Grafisch ontwerper en striptekenaar Joost Swarte vindt het stripverhaal de moeder van alle kunsten (interview Trouw, 2012).

Jean-Marc van Tol (van Fokke & Sukke) vindt  strips geen kunst, hooguit ‘kunstig’. Hanco Kolk (o.a. Gilles de Geus) vindt het pas kunst als je er, net als bij een mooi schilderij of boek,  ‘door geraakt wordt’ (artikel Michael Minneboo, 2009).
Van Tol en Kolk vinden niet dat een strip in een museum thuishoort. Daar trekken musea zich niets van aan. Er gaat geen jaar voorbij of er zijn wel een paar exposities die over “strips en kunst” gaan. Een greep uit de laatste twaalf jaar vind je hier.

Cartoon Ronald Oudman.
© Creative Common License Ronald Oudman Crisis

Als het al in een museum hoort, dan is een stripmuseum natuurlijk de juiste plaats  om “karikaturale kunst” te conserveren. De website en programmering van het Nederlands Stripmuseum doet vermoeden dat het hier vooral om “kunst voor de jeugd” gaat. Soortgelijke musea in omringende landen pakken dat anders aan en nemen de volwassen striplezer serieus.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Wiepke Poldervaart

Ook kunstenaars maken carrière. Het liefst van van klein naar groot, maar het kan ook anders. Wiepke Poldervaart ruilde zestien jaar geleden het wereldtoneel in voor het eigen atelier.

Ze was van 1984 tot 1997 artistiek leidster van Trajekt Theater. Een mengvorm van beeldende kunst en theater. De voostellingen bedacht ze zelf en kwamen tot stand dankzij medewerking van dansers, acteurs, musici, theatermakers en een legertje technici, decorbouwers en vrijwilligers. Tot op vandaag zie je op hun cv’s het Trajekt Theater prijken.

Sommige recensenten beschreven Trajekt als schatplichtig aan Hinderik de Groot  en als de ingetogen, introverte tegenhanger van soortgelijke locatietheaterprojecten als de Dogtroep, die in 2008 ter ziele ging.
In dertien jaar tijd groeide Trajekt uit tot één van de Nederlandse culturele producten die internationaal faam verwierven. Tot Trajekt in 1997 van het toneel verdween.

Nu maakt Wiepke Poldervaart schilderijen en objecten, veel kleiner van formaat dan de beelden in Trajekt. Vanaf 2 maart tot en met Pasen wijdt kunstcentrum De Kolk, te Spaarnwoude een expositie aan haar werk.

© Wiepke Poldervaart object36

Nieuwsgierig naar zo’n enorme carrièreswitch besloot Kunst op Zondag haar aan een email-interview te onderwerpen. (KoZ = Kunst op Zondag, WP = Wiepke Poldervaart).

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Mallemolen

In de vorige Kunst op Zondag lag het accent op de dood. We keren terug naar het leven, dat ooit in een flauw liedje werd omschreven als een mallemolen.

Dat is het leven natuurlijk ook. Alles draait immers om rotatie, cycli en wervelingen. Nu maakt dat het leven nog niet tot een gekkenhuis. In essentie draait het hierom: wij denken zozeer dat alles om óns draait, dat we sinds mensenheugenis vasthouden aan de misvatting dat de zon op komt en weer onder gaat. Te mal voor woorden.

De mallemolen intrigeert. Als de carrousel waar we plezier beleven aan op palen gespietste paardjes. Als cycli van turbulente tijden. Als symbool van “kritiek op wat voor effect de menselijke beschaving op de natuur heeft?”, vraagt het Gemeentemuseum in Den Haag bij Carrousel (1988) van Bruce Nauman.

We hebben het zo druk, dat we aan elkaar voorbij gaan.

Dat symboliseert Olaf Mooij met “Mallemolen van deze tijd”, in 2002 op een rotonde in Enschede geïnstalleerd.

Kijktip: De rotonde in Nederland en over heel de wereld als een mallemolenmuseum.

Carsten Höller maakt sinds 1988 carrousels. Door snelheid en richting te veranderen van de Mirror Carrousel (2005), raken toeschouwers gedesoriënteerd en in verwarring.
cc Flickr amymyou's photostream Carsten Holler Singing Canaries Mobile and Mirror Carousel

Gefascineerd door oerkrachten als water en wind, wil Kees Machielsen die eigenzinnige en grillige bewegingen “vangen”. Op zijn website legt hij uit: “De behoefte om ‘grip’ te krijgen op deze oerkrachten en dit energiegeweld drijft mij tot het maken van beeldende kunst”.
Kees Machielsen – Carrousel (2010).
© Kees Machielsen Carrousel

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Memento mori

Memento mori. De Latijnse spreuk die, vrij vertaald, de oproep inhoudt je dood in je agenda te zetten. Tegen beter weten in leven we als onsterfelijken. We denken meestal pas aan de dood als die zich aandient.

Jaarlijks sterft ongeveer 0,83% van de bevolking. Vorig jaar overleden bijna 141 duizend personen. Niet iedereen is daar even goed op voorbereid. Dat kan voor nabestaanden dubbel akelige gevolgen hebben. Naast het verdriet moet men aan de slag met de vormgeving van de uitvaart.

Gaats het om de muziek bij het ceremonieel, dan lijkt dat geen probleem. Dat bewezen lezers van Sargasso, toen collega Steeph naar hun uitvaartmuziek vroeg. Maar hoe zit het met de doodskist? En wordt de nagedachtenis nog op andere manieren vorm gegeven? Wordt het een grafzerk of een urn? Waar gaan je stoffelijke resten heen?

Je kunt dat aan de overlevenden overlaten, maar waarom het niet bij leven en welzijn met elkaar afgesproken? Niet alleen muziek, ook beeldende kunst kan je uitvaart tot een mooie gedenkwaardigheid maken.

De kist.

Laat een meubel maken, dat later als kist kan dienen. Kunstenaar/meubelmaker Pim Felen ontwierp een aantal ‘kistkasten’.

Pim Felen – De vuursalamander.
© Pim Felen De vuursalamander foto Rob Mostert

Maak een statement met je kist. De Amerikaan John D. Ricker heeft het niet zo op het effect van vuurwapens. Dat toont hij met een doodskist, gemaakt van vernielde wapens.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Route

Omdat deze maand door heel het land kunstroutes op gang komen én omdat het vandaag de eerste zondag van deze maand is, loopt KoZ kunstroutes langs die op ‘eerste zondagen’ plaatsvinden.

Op de website ckplus, die zich “de eerste kunst en cultuur search engine noemt”, kun je gratis toegankelijke kunst- en atelierroutes vinden. Een aardige aanvulling op de museumkalender, de expositiewijzer, de zoekmachine van Museum.nl of Kunst actueel van cultuurarchief.nl.
Het aardige van kunstroutes waar ateliers en galeries in zijn opgenomen, is dat je in veel gevallen direct in contact kan komen met de kunstenaars zelf.

De presentaties verschillen enorm. Inhoudelijk zijn het niet altijd alleen galeries en ateliers. Sommigen combineren het met gevestigde musea, winkels met kunstgerelateerde producten en curiosa-zaakjes.
Bij sommige websites kun je via goede menus met één tot twee muisklikken bij de kunstenaars komen, bij anderen moet je raden wat er achter plaatjes zit of valt er helemaal niets te klikken.

Het wordt tijd dat er een goed toegankelijke website komt, waar je snel kunt zien waar en wanneer kunstenaars hun ateliers openstellen. Tot dan biedt het overzicht van ckplus een redelijk alternatief. Vooral omdat het om maandelijkse kunstroutes gaat en niet de eenmalige, vaak in de zomerperiode gehouden kunst- en cultuurroutes.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Terug kunst

We geven die prachtige kunst terug aan de mensen. Geeft het in 2012 gelanceerde kunsttijdschrift Kunstwordtterugkunst hiermee een antwoord op Ruttes roemruchte uitspraak, die dit prachtige land terug wilde geven aan de mensen?

We vragen het aan initiatiefneemster Florette Dijkstra, tevens curator van de tentoonstelling ‘Unexpressive’,  tot 10 februari te zien in de Ketelfactory in Schiedam. Volgens de toelichting op de website ‘een tentoonstelling van kunstenaars die op zoek zijn naar nieuwe bestaansvoorwaarden voor kunst. Hun werk verscheen of verschijnt  binnenkort in ‘Kunstwordtterugkunst’.

Wat wil het tijdschrift? ‘Kunstwordtterugkunst’ nodigt kunstenaars en schrijvers uit die verantwoordelijkheid nemen voor de kunst en vanuit kunst werken en denken. Zij doen waar ze het over hebben.

In een email uitwisseling vraagt Kunst op Zondag tekst en uitleg aan Florette Dijkstra. (KoZ = Kunst op Zondag; F.D. = Florette Dijkstra).

KoZ: Waarom is het geen gratis en voor iedereen toegankelijk online tijdschrift?

F.D.: Ik vind het belangrijk dat het schrift een ding is dat je kunt vasthouden en bewaren. Elk boek of tijdschrift heeft een ‘grens’, zoals in omvang en oplage. Zo’n begrenzing bepaalt dat je keuzes maakt en to the point moet komen. De kwaliteit zit ‘m daarbij niet alleen in de inhoud maar ook in de stoffelijkheid van het boek of schrift. Natuurlijk is het in deze tijd vanzelfsprekend om een internettijdschrift uit te brengen en gratis te verspreiden, maar dat daagt me niet uit, de egaliserende werking van internet spreekt me wat kunstwordtterugkunst betreft niet aan. Ik zou nog liever een gestencild tijdschrift maken.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Zorgen

Waar zouden we ons zorgen om moeten maken? Waar maak jij je zorgen over, ook al heeft dat niemands aandacht? Of over welke zaken, waar iedereen zich zorgen over maakt, maak jij je geen zorgen meer en vind je dat anderen er ook eens mee moeten ophouden?

Dat is de vraag van het jaar 2013 op The Edge, een “online salon” waar wetenschappers en mensen uit de creatieve sector met elkaar van gedachten wisselen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Elk jaar stelt The Edge een vraag centraal en rekent erop dat de salongasten met inspirerende essays antwoord geven.

Uit de 155 essays lichten we de acht bijdragen die geschreven zijn door mensen die direct of indirect met “de kunsten” te maken hebben. We zetten hun zorgen, of geen zorgen, op een rij. Klik vooral door naar de volledige essays. We illustreren het met werken van kunstenaars.

Terry Gilliam, scenarioschrijver, filmregisseur, acteur en bekend van Monthy Phyton, leverde de kortste bijdrage: “Ik heb het opgegeven nog vragen te stellen. Ik drijf slechts op een tsunami van accpetatie van alles dat het leven me toegooit… en verwonder met stomheid”.

Veniamin Kazachenko – Worries in progress (2010).
© Veniamin Kazachenko Worries in progress 2010


Bruce Sterling
, sciencefictionschrijver, in een bijna even kort essay: Maak je geen zorgen over singulariteit (technologie leidt tot entiteiten met grotere intellegentie dan de mens, volgens Vernor Vinge). Het gaat gewoon niet gebeuren.

Vorige Volgende