Geen bal op tv | Genen, memen en temen
COLUMN - In Tegenlicht had een Braziliaanse wetenschapper een robot ontwikkeld die bestuurd werd door de gedachtes van een aap. Dezelfde techniek kan ervoor zorgen dat mensen met een dwarslaesie weer kunnen lopen (tijdens de opening van het WK in Brazilië zal een jongen van 15 die van onderen verlamd is de aftrap doen).
Terwijl de Braziliaanse wetenschapper enthousiast vertelt over zijn experimenten, zie ik voor me hoe de aap door krijgt dat zijn verlengde robot onverwoestbaar is en, gewoon omdat het kan, zijn begeleiders al denkend dood mept, waarna hij op oorlogspad gaat. Ik zie The Terminator voor me, HAL uit 2001, de mens als batterij in The Matrix en het robotjongetje in A.I. dan, ontworpen om voor altijd een liefhebbend zesjarig jongetje te zijn, duizenden jaren lang elke seconde naar zijn overleden moeder verlangt.
Nu zult u zeggen: wat een overdreven reactie. Dat kwam doordat, met dank aan de Maand van de Filosofie, mijn weekend doordrenkt was met de vraag wat er gebeurt als mens en machine steeds meer samensmelten.
Volgens Peter-Paul Verbeek, afgelopen zondag in VPRO’s Boeken, hobbelt de moraal meestal achter de technologische ontwikkelingen aan, waardoor ze al te vaak draait aan een stuur dat nergens op aangesloten is. Techniek is niet te stoppen. In zijn boek Op de vleugels van Icarus betoogt hij dat je niet achteraf, maar tijdens de ontwikkelingen alvast de juiste vragen moet stellen.