serie

Boeken

Sargassoredacteuren bespreken boeken in alle soorten en maten: van non-fictie tot kinderboek, van roman tot politieke essays.


Foto: Abhi Sharma (cc)

Recensie | Ex. Over een land dat zoek is

RECENSIE - Hoe voelt het om een ex te hebben, iemand die jarenlang onontkoombaar was in je leven, maar nu – in fysieke zin – eruit verdwenen is? Dat is geen ongebruikelijke ervaring. Maar wat als die ex je land is? Dat is een ondervinding die de meesten van ons niet kennen. Maar dat ligt heel anders voor de bewoners van wat ooit Joegoslavië was.

Met Ex. Een land dat zoek is schreef de Belgische slavist en politiek wetenschapper Peter Vermeersch een uiterst boeiend verhaal over de mensen – en vooral hun herinneringen – die hij ontmoette tijdens verschillende reizen naar de onafhankelijke republieken waarin Joegoslavië vanaf 1991 uiteenviel.

Ex vertelt dus niet waarom Joegoslavië uiteenviel, maar wel hoe de achterblijvers dit verlies al dan niet hebben verwerkt. Daarmee is het boek vooral een sfeerschets geworden. Harde conclusies ontbreken.

Het is daarmee allereerst een boek over vervreemding geworden. Net als twee geliefden in een steeds sleetser relatie langzaam van elkaar vervreemd raken, zo vervreemdden de Joegoslavische burgers geleidelijk van hun land – jaren voordat dit zou ontaarden in een serie burgeroorlogen van wisselende lengte en wreedheid.

Toch kwam de uitbarsting voor veel Joegoslaven nog onverwachts. En ook dat was een vervreemdende ervaring:

Foto: Abhi Sharma (cc)

Wie zijn wij eigenlijk?

ACHTERGROND - In de publiciteit is aandacht voor het jongste boek van Abram de Swaan, ‘Compartimenten van vernietiging’. Het gaat over genocidale regimes en hun daders. Miljoenen mensen zijn omgebracht, vooral door de eigen regeringen. De Swaan puzzelt over de daders.

Hannah Arendt en Harry Mulisch waren in Jerusalem, bij het proces tegen Eichmann. Arendt sprak over de ‘banaliteit van het kwaad’; ook Mulisch verbaasde zich over de vlakheid, de raadselachtige leegte van de verantwoordelijke voor de massatransporten naar de vernietigingskampen.

Het begrip ‘banaliteit van het kwaad’ is Arendt behoorlijk kwalijk genomen. Daar zit wel iets in: het kwaad heeft niets banaals, dat is onmetelijk, verschrikkelijk, onbevattelijk. Het zijn de daders, die soms banaal zijn en daardoor intrigerend zijn, meent Abram de Swaan.

Hij vertelt in zijn boek en interviews over het beroemde experiment over gehoorzaamheid van Stanley Milgram. Het gaat om een taal-experiment: een proefpersoon moet woorden leren en krijgt een schok als hij een fout maakt. De proefpersoon is een toneelspeler en kermt realistisch. Het echte object is de persoon, die de schok moet toedienen en het onderzoek is gericht op zijn conformisme. Het gaat om ‘Befehl ist Befehl’ en soortgelijk ontduiken van verantwoordelijkheid.

Het onthutsende van het experiment was dat circa twee derde van de proefpersonen schokken toediende tot 450 volt, waarvan de proefpersoon kon veronderstellen dat deze potentieel dodelijk waren. Maar De Swaan volgt Milgram in zijn belangstelling voor de ongehoorzamen, toch nog wel een derde van de deelnemers.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Recensie | 1914. Het trauma van Europa

RECENSIE - Max Hastings’ nieuwe boek ‘1914. Het trauma van Europa’ beschrijft de eerste dodelijke maanden van de Eerste Wereldoorlog.

Het is dit jaar precies honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Het was zodoende onvermijdelijk dat dit sleutelmoment in de Europese geschiedenis herdacht zou gaan worden door een hele reeks aan boeken en nieuwe studies over het conflict dat tot zestien miljoen militaire en burgerdoden zou leiden (plus nog eens twintig miljoen – soms ernstig – gewonden).

Max Hastings’ 1914. Het trauma van Europa concentreert zich op de periode van eind juli 1914 tot de daaropvolgende kerstmis. Hoewel ons beeld van de Eerste Wereldoorlog wordt gedomineerd door modder, loopgraven, prikkeldraad en gifgas, behoorden juist deze eerste maanden tot de dodelijkste van het conflict. Alleen al de Fransen verloren in deze periode ruim een miljoen soldaten, waaronder 329.000 doden. De Duitsers verloren in totaal 800.000 man (een hoger verliespercentage dan in enige andere periode van de oorlog). De Oostenrijkers 1,3 miljoen. De verliescijfers van de Russen zijn moeilijker te achterhalen, maar zullen niet veel lager zijn geweest.

Het beeld dat oprijst van deze eerste maanden is dat van reusachtige, dicht opeengepakte colonnes soldaten die op elkaar botsen, bij gelegenheid zelfs nog onder wuivende vaandels en begeleid door helder klaroengeschal, om vervolgens bij bosjes te sneuvelen door geweervuur, van extreem korte afstand afgevuurde granaten en wanhopige bajonetcharges. En dit een paar maanden achter elkaar, totdat – aan het westelijk front, althans – een min of meer continue linie van loopgraven tot stand was gekomen.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Wat is conservatisme? Deel 2: Nitor in adversum

RECENSIE - Dit is het tweede deel van een bespreking van het boek ‘The reactionairy mind’ van Corey Robin. (Deel 1 is hier te lezen.)

Nitor in adversum

In een nu nog weinig gelezen maar in de 18e eeuw invloedrijk essay The sublime and beautiful schrijft Burke over het effect van de emoties op de mens. Hij vergelijkt de effecten van positieve prikkels (schoonheid, vreugde of nieuwsgierigheid) en negatieve prikkels (angst, macht of pijn) op de menselijke geest. Burke komt tot de conclusie dat positieve prikkels op den duur leiden tot stagnatie en verslapping. Negatieve prikkels verkwikken daarentegen de geest. Zij ‘verheffen’ en maken sterker. Niet schoonheid maar tegenslag maakt de mens sublime.

Corey Robin leidt veel van de kenmerken van het conservatisme af van dit grondprincipe dat Burke in The Sublime and Beautiful beschreef. Nitor in adversum (‘Dankzij tegenstand worstel ik mijzelf vooruit.’) was zijn adagium. Als de mens het te goed heeft verliest hij de wil en het vermogen om te vechten. Om dit te voorkomen moeten wij voortdurend beproefd en getuchtigd worden. Deze achttiende-eeuwse manier van denken is tot op de dag van vandaag kenmerkend voor het conservatisme. De conservatief is steeds op zoek naar beproeving en legt dit aan anderen op. Het is de reden voor de conservatieve afkeer van de verzorgingsstaat.(1)

Hoe radicaal conservatisme is, werd zichtbaar na de aanslag van 11 september 2001 op het World Trade Center. Toen bleek dat de liefde voor wetten en tradities slechts gespeeld is. De rechtsstaat is dan een lastige hindernis. Verdachten werden gemarteld en zonder vorm van proces voor onbepaalde tijd gevangen gezet. ‘No lawyering this thing to death’ zei Bush. ‘We also have to work, though, sort of the dark side, if you will’ vond Dick Cheney. De wetten en tradities die de conservatief zegt te prefereren, worden juist door hen zelf met groot gemak terzijde geschoven.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Wat is conservatisme?

RECENSIE - Deze bespreking van het boek ‘The reactionairy mind’ van Corey Robin laat zien dat het conservatisme door links, maar ook door conservatieven zelf, vaak verkeerd wordt begrepen.

Onlangs had ik het genoegen aanwezig te zijn bij een referaat gehouden door Bart Jan Spruyt. Hij opende met de volgende zin: ‘Kijk u maar eens goed dames en heren, want dit ziet u zelden: hier zit een conservatief.’ Spruyt illustreert hiermee een typisch conservatieve karaktertrek: het spelen van de underdog. Het is natuurlijk spel want het conservatisme is een succesvolle politieke stroming. Anders dan vijftien jaar geleden, is het conservatisme hip. Er zijn conservatieve omroepen, de populairste politieke website is GeenStijl en de ooit progressieve Volkskrant en het links-liberale NRC Handelsblad hebben conservatieve columnisten. Conservatisme doet het goed in Nederland en conservatieven hebben niet langer een underdogpositie.

Er zijn veel verklaringen voor de opkomst van het conservatisme, variërend van verzwakking van de verzorgingsstaat, nostalgie, immigratie tot veranderingen van het opleidingsniveau van het electoraat. Het is ook moeilijk om conservatisme te definiëren want er zijn veel soorten conservatisme. Wat hebben al die conservatieve stromingen zoals Libertariërs, Tea Party, fundamentalistische christenen, de Edmund Burke Stichting en de PVV met elkaar gemeen? Hebben ze eigenlijk wel wat gemeen?

In het in 2011 uitgekomen The reactionary mind: conservatism from Edmund Burke to Sarah Palin laat Corey Robin zien dat al deze bewegingen inderdaad gebaseerd zijn op dezelfde conservatieve ideologie. Het boek is een portret van het conservatisme als politieke stroming en het laat zien dat conservatieve politiek zoals we die zien in de VS en Europa minder divers is dan op het eerste gezicht lijkt. Volgens Robin zijn er veel misverstanden over wat conservatisme precies inhoud, niet alleen bij links, maar ook bij conservatieven zelf. Waarom bijvoorbeeld spelen conservatieven zo graag de underdog?

Foto: Abhi Sharma (cc)

Recensie | De burgers en de koers van Europa

RECENSIE - Heeft Europa burgers? Heeft Europa een koers? Het zijn vragen die opkomen als je een boekje voorgelegd krijgt met de titel: ‘Kunnen burgers Europa van koers laten veranderen?’ van Chris Aalberts. Het is geen onzinvraag, want binnenkort gaan we ter stembus voor Europese verkiezingen.

De vraagstelling

De tekst van Chris Aalberts, docent en onderzoeker politieke communicatie, is volgens de auteur een essay. Het is een woord uit het Frans, dat zoiets als probeersel betekent. Inderdaad, in mei moeten we naar de stembus. Of dat veel verschil zal gaan maken, is het onderwerp van Aalberts zoekende verkenning.

Is de titel van het essay wel de goede vraag? Je kunt ook zeggen: kunnen de burgers Nederland van koers laten veranderen? Het probleem van het democratisch tekort, waar het Europese Parlement aan lijdt, speelt een veel kleinere rol in de Nederlandse politiek: onze democratie is tenslotte in eeuwen van strijd gevestigd. Ook niet perfect geworden, maar ze voldoet wel. Of toch niet?

Ik fantaseer maar even: stel dat er een combinatie gevormd zou worden, met een stevige PvdA en SP als een linkse kern. Die coalitie zou nog steeds te maken hebben met multinationals, rentestanden, de beurs en de ECB. Of stel dat er een rechtse combinatie gevormd zou worden met de VVD en de PVV als ruggengraat. Ook dan zouden er vakbonden zijn, polderen, gecompliceerde sociale wetgeving en veel inclusieve mechanismen. Veel meer dan beperkte accentenverschuivingen zitten er niet in.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Spionage

RECENSIE - Of het nu het cynische realisme is van The Spy Who Came in from the Cold of de romantiek van een James Bond-film, het werk van inlichtingendiensten fascineert. Ik ben wel eens wezen lunchen met een medewerker van de AIVD en maar nauwelijks minder leuk dan het gesprek was dat ik stoer kon vertellen een spion te hebben gesproken.

Men zegt dat het echte inlichtingenwerk niet zo romantisch is en dat zou best waar kunnen zijn. De medewerkers van de Israëlische inlichtingendienst die mij ooit wat vragen stelden, deden in feite bureauwerk. Als er dan ook maar weinig landen zijn met een minder romantisch karakter dan Nederland, dan moet een boekje over het werk van inlichtingendiensten in eigen land wel heel saai zijn.

Niets is minder waar. Het kleine boekje Sporen van spionage. Een speurtocht door geheim Nederland is verdraaid aardig. Auteurs Dick Engelen en Constant Hijzen beschrijven het werk van de hedendaagse inlichtingendiensten in drieënveertig zeer korte hoofdstukjes, steeds opgehangen aan een locatie. Zo ontdekte ik niet ver te wonen van het huis van de communistische leider Henk Sneevliet, die in de jaren twintig en dertig de volle aandacht van de Centrale Inlichtingendienst genoot.

Sommige voorbeelden ken je, maar maken nieuwsgierig naar meer. Over Mata Hari heb ik inmiddels al ontdekte dat ik, zonder het te weten, in haar Parijse huis ben geweest. Van het Englandspiel, dat de auteurs aanduiden als het ‘Nordpolspiel’, wist ik niet meer dan dat het een geallieerde blunder was, maar het blijkt mogelijk dat de agenten zijn opgeofferd om de Duitsers te laten geloven dat de geallieerden het Tweede Front wilden openen in Holland. Ik wist nog niet dat de beschuldiging dat King Kong operatie Market Garden had verraden, afkomstig was van generaal Montgomery.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Recensie | Achter het front

RECENSIE - Het boek ‘Achter het front’ van oorlogsverslaggever Jan Eikelboom biedt een boeiende inkijk in de manier waarop het nieuws wordt gemaakt dat ’s avonds op onze televisieschermen verschijnt.

De titel van Jan Eikelbooms Achter het front. Mijn leven als oorlogsverslaggever dekt de lading van het boek prima. Eikelboom verhaalt van zijn belevenissen in Syrië, Libië en de Gazastrook. Maar ook is er aandacht voor zijn reizen naar landen als Egypte en Iran, waar weliswaar de nodige onrust heerste, maar van een oorlogssituatie geen sprake was. Misschien wel zijn professionele hoogtepunt was een persoonlijk interview met de Iraanse president Ahmadinejad.

Reportages maken in een oorlogsgebied is een bijzondere discipline. Er bestaat natuurlijk het nodige fysieke gevaar. Maar ook als er even niet wordt gevochten, is het geen beroep voor mensen met zwakke zenuwen: ‘[v]erkoolde lichamen, kapotgeschoten hoofden, opgezwollen lijken […] een stuk kaak in een plas bloed’ zijn zo van die dingen die je als verslaggever in een oorlogsgebied tegenkomt. Ongeveer dertig procent van de beroepsgroep lijdt aan posttraumatische stressstoornissen, meent hoogleraar psychiatrie Anthony Feinstein van de Universiteit van Toronto.

Daarnaast is het, op zijn zachtst gezegd, een uitdaging om als oorlogsverslaggever de waarheid (of zelfs maar een deel daarvan) boven water te krijgen. ‘[O]orlog is vooral verwarrend,’ schrijft Eikelboom. Iedereen liegt, maar niet altijd. En zelfs in een oorlogsgebied gaat het gewone leven altijd door. Het is daarom vaak onmogelijk te achterhalen wie burger, wie strijder, wie dader en wie slachtoffer is. Wat ook niet helpt is dat verslaggevers doorgaans worden vergezeld door een zogenaamde minder, die is aangewezen door een van de strijdende partijen en die bepaalt wat de aan hem toevertrouwde journalisten allemaal te zien krijgen. En zodra het echt gevaarlijk wordt, zijn er meestal helemaal geen journalisten meer aanwezig.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Recensie | Bassel. Van nerd tot spil in het Syrische verzet

RECENSIE - Een longread van journaliste Monique Doppert beschrijft de activiteiten van Bassel, een Syrische internetactivist, ruwweg tussen de aanvang van de Syrische opstand en zijn arrestatie door Assads veiligheidstroepen in maart 2012.

Bassel (die het in dit verhaal zonder achternaam moet doen) was voorafgaand aan de Syrische opstand een internationaal georiënteerde, relatief welgestelde programmeur en inwoner van Damascus die zichzelf graag als ‘hacker’ betitelde. Dankzij een goede internetverbinding (een zeldzaamheid in Syrië) en zijn vele internationale contacten wordt hij al snel de spil in een netwerk van fotografen en correspondenten dat in opdracht van westerse nieuwsorganisaties – en ter promotie van de goede zaak – foto- en videomateriaal het land uit smokkelt.

Ondanks het geweld heerst in de eerste maanden van de opstand op veel plaatsen een opgetogen, vrijgevochten sfeer. Serieuze bijeenkomsten monden vaak uit in vrolijke feesten met dans en muziek. Ook de traditionele moraal wordt gemakkelijker dan anders opzij gezet: ‘[i]n het kielzog van de volksopstand volgt in Syrië een bescheiden seksuele revolutie,’ schrijft Doppert. Bassels collega-activist Sadik verwoordt het als volgt: ‘We doen veel en gaan voor het maximum. Ik zie mannen en vrouwen verliefd raken, uit elkaar gaan en opnieuw verliefd worden. Het is nu of nooit. We leven alsof iedere dag onze laatste kan zijn.’

Na die eerste, opgetogen zomermaanden volgt echter al snel de desillusie. Het geweld neemt alleen maar toe en steeds meer activisten uit Bassels netwerk worden gearresteerd, gedood of ontvluchten het land. Bassel verliest zijn oorspronkelijke optimisme en zijn houding wordt grimmiger. Collega-activisten die naar het buitenland vluchten, zet hij weg als ‘deserteurs en lafaards’.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Recensie | Roberto Saviano – Zero zero zero

RECENSIE - Zero zero zero, het nieuwe boek van Roberto Saviano, kent een valse start. Maar langzaam maar zeker wint dit boek over de wereldwijde handel in cocaïne aan urgentie. En niet zo’n beetje ook.

‘Leest als een thriller’, staat er op de achterflap van Zero zero zero, het nieuwe boek van Roberto Saviano. U weet wel: van Gomorra, zijn verpletterende debuut over de invloed van de Napolitaanse maffia op het dagelijkse leven in Zuid-Italië. In Zero zero zero ontleedt Saviano de wereldwijde ellende die door de handel in cocaïne wordt veroorzaakt. Het begin leest inderdaad alsof je een thriller wordt binnengesleept. Maar dan wel een thriller die weinig spannend dreigt te worden. Saviano vertelt hoe hij door een Amerikaanse politieagent wordt getipt over een informant die geluidsopnamen had gemaakt van een topoverleg tussen internationale criminelen. Een oude Italiaanse maffiabaas gaf maffiales aan de nieuwe garde, een allegaartje van Mexicanen, Latino’s, Italianen, Amerikanen en Albanezen. Het belang daarvan is groot, zoveel kun je uit de woorden van Saviano wel opmaken. Maar waarom het belang groot is, dat wordt niet echt voelbaar. De politieagent vraagt aan Saviano om erover te schrijven. Saviano aarzelt. ’s Avonds ligt hij in zijn bed te woelen. Hij besluit het te doen. Hij wil de informant spreken. Een dag later is de informant dood. Een ongeluk.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Recensie | Sta op en leef, vader

RECENSIE - Sta op en leef, vader‘, de nieuwe essaybundel van Said el Haji, wordt vanavond in diens woonplaats Rotterdam ten doop gehouden. Sargasso las het boek alvast.

Iedere man gaat milder naar zijn vader kijken zodra hij zelf een zoon heeft. Kortstondig Sargasso-auteur Said el Haji debuteerde dertien jaar geleden met de roman ‘De dagen van Sjaitan’, een autobiografische afrekening met het (goddelijke) gezag in het algemeen en zijn vader in het bijzonder. Nu is er een bundel essays, ‘Sta op en leef, vader’, deels voorgepubliceerd in de Volkskrant, waarin hij met een zekere weemoed omkijkt. De oudere Said ziet nog steeds de tiran van weleer, maar daarnaast zoveel meer.

Eigenlijk is het helemaal geen essaybundel, maar een verzameling korte verhalen met een paar verdwaalde opiniestukken ertussen. Die stukken, waarin hij bijvoorbeeld reageert op Femme de la Rue en een brief van Mohammed Cheppih, zijn aardig, maar zullen de tand des tijds niet doorstaan. Dit boek moet je lezen om de familieportretten.

Maak bijvoorbeeld kennis met de oudste broer Farid, die een fiets cadeau krijgt als hij overgaat naar de vijfde klas. Als oudste heeft hij een bevoorrechte positie, die hij invult door verantwoordelijkheidsbesef te tonen. Toch probeert ook hij onder het vaderlijke juk uit te komen. In een paar bladzijden wordt de strijd tussen vader en zoon invoelbaar, de drang naar vrijheid versus de angst voor roekeloosheid. Het is een strijd die uiteindelijk het hele gezin aangaat.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Recensie | Vuur en as, Michael Ignatieff

RECENSIE - Zondagmorgen 12.00 uur. Buitenhofpresentator Pieter Jan Hagens grinnikt. Burgemeester van Heerlen Paul Depla glundert. En zelfs de doorgaans afkeurend kijkende Abvakabo-voorzitter Corrie van Brenk schatert. Michael Ignatieff is te gast bij Buitenhof ter promotie van zijn nieuwste boek Vuur en as, en ze eten allemaal uit zijn hand. Een paar uur later charmeert de hoogleraar internationale betrekkingen en voormalig presidentskandidaat van Canada met hetzelfde gemak een zaaltje vol mensen in Lux, Nijmegen, waar hij in gesprek gaat met Cees Leijenhorst en Pieter van Os . Hij is duidelijk in zijn element. Hij praat rustig, hij maakt grapjes, is vol zelfspot en beantwoordt elke vraag uit het publiek met ‘that’s a great question’.

Ignatieff heeft vijf jaar politiek bedreven. Dat moge duidelijk zijn. Charmant en welbespraakt, maar ook zo glad als een aal.  Zijn strijd om het leiderschap van Canada heeft hij grandioos verloren. In zijn boek Vuur en as vertelt hij hoe hij als cosmopolitische intellectueel vol ambities het politieke strijdtoneel betrad en werd meegezogen in een wereld vol hypocrysie, vijandigheid en achterkamertjespolitiek. ‘You start with the stupid idea that what you say matters. But politics is not a battle of ideas, but a battle of standing. It’s about who has the right to be heard.’ Deze ‘battle of standing’ zal Ignatieff hopeloos verliezen.

Vorige Volgende