COLUMN - Zaterdag 24 juni 2023
Er hing al dagen een aankondiging in de hal, dat deze zaterdag de gemeenschappelijke muren, buitendeuren en daken van onder andere de bergruimtes van ons blok zouden worden schoongemaakt. Door bewoners, een initiatief van het interim-bestuur van onze VVE, en of je toevallig een hogedrukspuit en dergelijke in de aanbieding had, of wat versnaperingen zou willen verzorgen. Graag wel even aanmelden. Ik heb dergelijke dingen en doe graag aan versnaperingen, maar mijn slaapritme (onder andere) is op dit moment totaal onvoorspelbaar dus ik durfde niet.
Maar toen ik zaterdagochtend om een uur of 11 – klaarwakker – gerommel in en buiten het portiek hoorde, trok ik spontaan de deur open om te vragen of ik misschien iets kon doen. Het bleek de oudere meneer te zijn die ik eerder in deze serie al had genoemd, die druk aan het rondstiefelen was met een hogedrukspuit waarmee hij de buitenmuren van onze berging te lijf wilde gaan. Of ik een verlengsnoer en een tuinslang had – in onze containerruimte zitten een kraan en stopcontact, maar om het hele rondje te maken heb je flink wat lengte nodig. Ik heb beide natuurlijk, maar we misten een koppeling om de 2 tuinslangen aan elkaar vast te maken. Ik heb een heel arsenaal aan accessoires, maar die zat er niet tussen. Of nou ja, die zat dus al op mijn eigen tuinslang die ook al uit 2 delen bestond. Inmiddels wist ik dat meneer Johan heet, en Johan riep Kees, of Peter, dat weet ik niet meer precies, maar iemand kwam op de proppen met de juiste koppeling. Die overigens wel behoorlijk lekte, maar dat mocht de pret niet drukken.
Johan had – heel slim – een krukje neergezet en zat gemoedelijk te spetteren met de hogedrukspuit. Ik mocht de deur die geen deur is (er zit een ruimte achter maar we kunnen er dus niet in) schoonmaken. Dus ik met een emmertje sop, een borstel, een lapje en een theedoek aan de slag op die deur die geen deur is. Tot ik in de gaten kreeg dat meneer naar mij toewerkte, want ik voelde de spetters op mijn benen en armen kletteren. Ja dat schiet niet op natuurlijk, ik dacht dat hij aan mijn kant begonnen was maar nee, daar had ie niet over nagedacht.
Dus ik liet de ondeur even zitten, en wierp me op de ene buitendeur van de berging (er zitten er uiteraard 2, want da’s handig). Ik merkte dat mijn borstel zijn werk niet heel goed deed, ja, wel voor de spinnenwebben en zo, maar voor het schrobwerk ben ik toch echt ff een schuurspons gaan halen. Gelijk het sopje even verschoond, een brok soda bij het afwasmiddel gedaan, want de aanslag is nogal hardnekkig. En nog kreeg ik hem niet helemaal schoon. Ik heb snel ook nog even een lapje gehaald over mijn eigen schuurdeurtje, ja ik stond er nou toch. En toen was het al bijna half 1 en tijd voor de lunch.
Daar had ik ook al op geanticipeerd; een pak mangostukjes uit de vriezer, wat verse aardbeien, watermeloen-sap en een halve fles Spa-grapefruit in de blender gemikt en een heerlijk frisse smoothie gemaakt. En ik had nog een flink stuk cake liggen, dus die heb ik netjes gesneden op een bordje gelegd, en met 2 kannen smoothie en een pak plastic bekertjes (ja sorry, die lagen nou eenmaal in de kast van toen ik 100 jaar geleden nog niet zo nadacht over plasticvervuiling – dan kun je ze maar beter gebruiken want zo weggooien slaat ook nergens op), begaf ik mij naar de picknickplaats. Die zit gewoon op het veldje naast het huis van de buren, ook weer zo’n fijne bijkomstigheid van het wonen in een park. Anderen hadden broodjes en salades meegenomen, nog meer cake en jus d’orange. En ik maakte opeens kennis met allemaal mensen die ik nooit eerder gezien had. En zij mij dus ook niet. Tja, ik ben nogal een huismus. Ik ken mijn directe buren en nog een paar luitjes, maar ik ga nooit naar VVE-vergaderingen en zo – ik kan niet tegen dat gezeik, ik geef een machtiging aan de buurman af.
Het was een heerlijke lunch, de smoothies waren schoon leeg, maar het was wel rete-heet dus toen ik met mijn (enorme) dienblad met overblijfselen terug in mijn huisje was, heb ik toch ff een stief kwartiertje pauze genomen. In mijn donkere slaapkamer, poeh! Om daarna weer met frisse moed en een fris sopje de ondeur onder handen te nemen, want Johan vond het wel genoeg geweest met zijn spuit. Al had ie niet alle mos-aanslag te grazen genomen, en wel een hele zooi steengruis van de bakstenen op het net nieuw bestraatte paadje naast de berging achter gelaten. Het was nog een hele klus om het hele zootje weer af te koppelen, vooral omdat de kraan in de containerruimte maar niet dicht wilde. Daar hadden we uiteindelijk toch een sterke man, in de vorm van Kees voor nodig.
Met de ondeur had ik wel echt eer van mijn werk, helemaal blinkend schoon is het niet geworden, maar wat een verschil! En toen zag ik dat rozige steengruis opdrogen langs de randen van de berging….nah, dat kon ik gewoon niet laten liggen. Ik ben af- en aangelopen met emmers water – het scheelt dat ik met 3 stappen bij mijn voordeur ben – en mijn bezempje was eigenlijk niet helemaal geschikt voor het werkt, maar volgens mij is het toch aardig netjes geworden.
Tussen de bedrijven door ben ik natuurlijk ook gaan kijken wat de anderen allemaal aan het doen waren, ook om foto’s te maken. We waren maar met een klein clubje, maar hebben toch heel wat gedaan gekregen. Rond een uur of 3 vond ik het welletjes, vooral ook omdat de borrel om half 4 zou beginnen. Ik heb me snel even opgefrist, jurkje aangetrokken – bleek niet handig, want wit en we gingen op het gras zitten, maar soit. Ik nam aan dat de drank wel verzorgd zou zijn, maar ik heb mijn snackkast wel even opengetrokken en een pak Tuccies op een bordje gespreid, en een schaaltje knapperbolletjes en borrelnootjes op een (normaal formaat) dienblad gezet, en ben via de jungle achter mijn achtertuin richting picknick/borrelplaats getogen. Waar nog maar een paar mensen zaten, maar wel met bier en wijn, en platbrood met verschillende smeersels, en al snel haakten er nog meer luitjes aan.
Men uitte nog maar eens de verbazing over mijn plotselinge betrokkenheid, maar met de toevoeging dat die zeer gewaardeerd werd. Het werd errug gezellig… Ik had een gesprek met Carolien, omdat ik erachter kwam dat zij bij de gemeente Amsterdam (West) werkt als programmamanager in het domein gebiedsontwikkeling. Ze blijkt een goede vriendin te zijn van een voormalig collega van mij bij de toenmalige Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. En dat is zo’n schat! Hij blijkt met zijn man naar Portugal te zijn vertrokken, en toen ze daarover vertelde raakte ik echt ontroerd….nou zat er natuurlijk ook wel een wijntje of twee…ish in, maar ik ben oprecht zo blij voor hem dat hij zo gelukkig is. Dat was wel het moment dat ik dacht; nu kan ik maar beter de kuierlatten nemen, voor ik onderweg naar huis in de jungle de brandnetels in zou struikelen.
Maar volgend weekend is het open-nuts-tuinen-weekend! Ik denk dat ik deze zomer zomaar een heel sociaal leven in mijn eigen buurt ga opbouwen. Maar hé, ik woon hier pas 19 jaar hè, ik heb gewoon even de tijd nodig voor dat soort dingen.