DATA - De bruto jaarsalarissen van de directeuren van dertig belangrijke goede doelen in Nederland zijn in de afgelopen zes jaar nauwelijks gestegen. Rekening houdend met inflatie is er sprake van volledige stilstand.
Er is al jaren veel te doen over de beloning van de directies bij verschillende charitatieve instellingen in Nederland. Die signalen zijn niet onopgemerkt gebleven. Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) geeft de laatste jaren zoveel mogelijk openheid over de financiële gang van zaken bij de goede doelen. En het VFI heeft een zelfregulerende code opgesteld aangaande de beloning van de directies.
Werkt dat? Daartoe hebben we van dertig belangrijke Nederlandse goede doelen de brutojaarsalarissen van de directeuren van de afgelopen zes jaar opgeteld en op een rij gezet. En dat geeft dit beeld:
Hierboven zie je de brutosalarissen van de dertig directeuren per genoemd jaar opgeteld.
Er is sprake van een hele lichte stijging over deze periode. Maar uitgaande van ongeveer 2% inflatie per jaar, staan de beloningen stil.
Bij het uitzoeken van de beloningen blijkt dat in vrijwel alle jaarverslagen verwezen wordt naar de VFI en dat men binnen die normen wil blijven. Ook zichtbaar is dat in veel gevallen bij wisseling van directeur het salaris stevig daalt. De geneugten uit het verleden worden niet aan de nieuwe generatie doorgegeven.
De goededoelensector verdient in deze dan ook een pluim. Ze hebben geluisterd en ze hebben gehandeld. Dat mag ook wel eens in de krant.
NB: Bij de vergelijking is alleen gebruik gemaakt van het bruto jaarsalaris. Dat is wel inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering, maar exclusief werkgeverslasten, pensioenvoorziening en zaken als een lease-auto. We hebben hier wel naar gekeken en geconstateerd dat dit vrijwel overal in verhouding met het salaris is en dat lease-auto’s nauwelijks voorkomen.
NB2: De goede doelen in het overzicht zijn geselecteerd op bekendheid en eerdere lijstjes. Er vielen zeven af, omdat we niet van alle jaren gegevens konden vinden. Het overzicht dekt driekwart van de grootste goede doelen.
Met dank aan mede-redacteuren Jaap, Sjors, Michel en Paul voor het vergaren van een stevig deel van de cijfers.
De volgende goede doelen zijn meegenomen in dit verhaal (in willekeurige volgorde):
Prins Bernard Cultuurfonds
KWF Kankerbestrijding
Hartstichting
Rode Kruis
Natuurmonumenten
Astma Fonds / Longfonds
Unicef
Kerk in Actie
Nierstichting
Artsen zonder Grenzen
War Child
CliniClowns
Woord en Daad
Greenpeace
Cordaid
Compassion
Reuma fonds
Zonnebloem
Stichting Alzheimer Nederland
Leger des Heils
Terres des Hommes
Oxfam Novib
Liliane Fonds
Plan Nederland
SOS kinderdorpen
Diabetes fonds
Stichting AAP
Mensen in Nood
Stichting Vluchteling
KIKA
Update 5 november: Lees hier het vervolgonderzoek waar de uitgaven en inkomsten van deze goede doelen op een rijtje worden gezet.
Reacties (25)
Is dat lijstje in volgorde van de salarissen? D.w.z. hoogste salaris bij het Prins Bernard Cultuurfonds.
@1: Nee, willekeurige volgorde.
Het blijven schaamteloze vergoedingen die niet in verhouding staan tot de geleverde werkzaamheden en niet in de buurt komen van het bedrijfsleven waar veel meer transparantie en afrekening is over de geleverde prestaties.
De directeur is niet meer dan een ordinaire beleggingsmarketingspecialist om de collectegelden te laten renderen i.p.v. uit te geven aan het doel.
Geen pluim donatie of knip voor de neus waard.
80 % heeft zich in het verleden bezoedelt met foutieve informatieverstrekking , gesjoemel met geld en het zich nestelen en wentelen in luxe op het hoofdkantoor.
Het lijken wel bankiers…
@3: Ik zie dat je je er in hebt verdiept. En alle jaarverslagen van alle genoemde instellingen door hebt gelezen en nagerekend….
Je mag best een discussie voeren over of het wel of niet te hoog is dat een directeur van een organisatie met 90 medewerkers, 500 vrijwilligers, tienduizend collectanten en een balans van 15 miljoen 130.000 euro per jaar krijgt. (Longfonds).
Hoor graag jouw inhoudelijke mening hierover.
Je zou kunnen zeggen dat de wal het schip keert: publieke verontwaardiging leidde tot een afnemende bereidheid om bij te dragen aan genoemde goede doelen. De sector heeft zich dat blijkbaar aangetrokken. Natuurlijk is dit niet vrij van welbegrepen eigenbelang. Maar hoe dan ook, de consument (hoewel dat in deze context niet de juiste naam is voor de gulle gever) heeft een zekere invloed.
Nu zou die publieke verontwaardiging nog een voedingsbodem moeten vinden in bijvoorbeeld de bancaire sector. Ik vrees dat daar hardere noten (en vooral dikkere schedels) gekraakt moeten worden.
@3: Ik zal even twee zinsdelen uit je reactie herhalen, waar je nog even over mag nadenken:
niet in de buurt komen van het bedrijfsleven
Het lijken wel bankiers…
We zien je weer terug als je uit de discussie met jezelf bent.
Hoe verhoudt zich dit tot een modaal salaris? Heeft een directeur van een goed doel nu een grotere of een kleinere groei van het salaris gehad tov gemiddeld?
Één van de dingen die me al jaren mateloos ergert is dat hoge inkomens er al decennia lang meer op vooruit gaan dan gemiddeld. Dat tikt best aan na verloop van tijd.
Ja, wat is een te hoog salaris:
Is het salaris van bijvoorbeeld de directeur van KWF in verhouding tot een dat van een oncologisch chirurg te hoog?
N.B.
Er is trouwens een goede manier om die salarissen uit te sparen.
De overheid kan de dingen die wij belangrijk vinden rechtstreeks financieren, door een zeer geringe belastingheffing.
Voor hen die gewend zijn wat te geven maakt het niet veel uit.
Hoewel als de bedragen gelijk blijven zullen zij wat minder bijdragen omdat er dan ook geld van de gierigaards komt ;-)
@5: Allemaal naar de Triodos!
Alleen het gemiddelde, dat ook in de crisis nog steeg.
De ontwikkelijk van de afzonderlijke salarissen blijven onvermeld . Ook ontbreekt of de onderlinge verschillen kleiner of groter worden, jammer.
@10: Met opzet in dit artikel alleen gekeken naar de trend. De vragen die jij stelt laten zich ook moeilijk overzichtelijk beantwoorden. Daar lijken geen trends in te zitten.
Maar alle gegevens zijn gewoon via het CBF in te zien.
Laatst las ik een mooie quote in de Volkskrant van een betrokkene wiens naam me weer ontschoten is: “De verontwaardiging over misstanden bij goede doelen leeft vooral bij mensen die toch al niets geven. Alleen hebben ze dan weer even een reden waarom niet.”
@12.
Juist. Beetje off-topic kan je die doortrekken naar mensen die veel belasting betalen, maar geen gebruik (mogen) maken van bepaalde publieke voorzieningen.
@12: Het bekend worden van een heel hoog salaris bleek in het verleden duidelijk effekt op de inkomsten.
Mooi. Nu het bedrijfsleven nog.
Het zal wel aan mij liggen, maar nergens zie ik in het artikel hoe de conclusie uit de kop onderbouwd wordt. Ja, de salarissen zijn gestabiliseerd. Maar een verband met de publieke opinie is niet aangetoond.
Hoe zwaar is zo’n directeursfunctie met bijvoorbeeld een goed bestuur?
Ik sta te ver af van deze organisatievorm om er een mening over te hebben. Mijn vragen zijn echter groot.
Ik hoor vaak dat goede doelenstichtingen zoveel expertise vraagt. Geldt dat nog steeds? Is er inmiddels geen ruime ervaring en routine opgedaan?
In hoeverre is het nodig dat de vrijwilligers zich alleen op het lagere niveau begeven. Kunnen gepensioneerde directeuren niet als vrijwilligers een directiefunctie op zich nemen? Zijn er geen directeuren die bijvoorbeeld een aantal uren als vrijwilligerswerk willen inboeken?
Ik moet denken aan de onderzoeken van Frans de Waal bij primaten. Primaten, waaronder de mensen, kunnen heel goed samenwerken. Maar er hoort wel een grote mate van billijkheid bij. Als de ene aap rijkelijk beloond wordt voor hetzelfde werk als die aap die slechts een fooi krijgt, dan gaat de fooiontvanger met stenen gooien.
Natuurlijk mag een directeur dan wel als koploper wat meer eer krijgen voor de prestaties die geleverd worden, dan de anderen.
@16: Goed punt, uit het antwoord bij @11: “Daar lijken geen trends in te zitten” bijkt de kop onjuist voor een aantal fondsen. Blijkbaar zijn er onverklaarbare grote verschillen.
Goede blog Steeph. Altijd goed om te zien hoe dit soort informatie wordt nageplozen en, nog belangrijker, dat erover wordt gepubliceerd.
Ik sluit me wel bij André Somers aan waar hij stelt dat je zelf conclusies trekt die weliswaar voor de hand lijken te liggen, maar niet helemaal hard worden gemaakt.
Ik vraag me zelf af of publieke ophef over de salarissen bij goede doelen écht veel hebben bijgedragen aan het intomen van het beloningsbeleid bij charitatieve organisaties, zoals hier wordt gesuggereerd. Volgens mij zijn er nog een aantal andere factoren in het spel die een belangrijker rol hebben gespeeld.
Ik denk zelf dat het een en ander meer te maken heeft met de relatie tussen overheid en de chari-sector dan met publieke druk. Goede doelen zijn de afgelopen jaren steeds meer afhankelijk geworden van de overheid. Subsidies aan goededoelenorganisaties zijn in de periode 2001-2009 bijna verdrievoudigd (van 650 miljoen naar bijna 1,5 miljard). Ter vergelijk; in 2009 ontvingen de goede doelen (CBF) 1,3 miljard uit handen van donateurs (daar zitten de baten uit loterijen overigens bij). Pas vanaf 2009 is weer een lichte daling te zien in de overheidsbijdragen. De baten uit ‘donaties’ zijn in dezelfde periode niet noemenswaardig toegenomen (en zeker niet in gelijke tred met de baten uit subsidies).
Mij wordt uit deze gegevens ‘an sich’ niet helemaal duidelijk wie er nu werkelijk het meeste invloed uitoefenen op de handel en wandel van goededoelenorganisaties. Dat blijft speculatief.
Maar ik weet wel dat de overheid (iets) kritischer toeziet op hoe de chari-sector zich gedraagt dan ‘de donateur’. Dat blijkt onder meer uit toenemende druk van de overheid op de goede doelen om het toezicht en transparantie beter op orde te krijgen (middels zelfregulering). Het een en ander heeft geresulteerd in een ‘samenwerkingsconvenant’ tussen overheid en de chari-sector. Daarin zijn onder meer afspraken gemaakt over salarissen. Daarin wordt de ‘salariscode’ van de Commissie Wijffels uit 2005 als richtsnoer gebruikt. O.g.v. de afspraken die daaruit zijn voortgekomen, is o.m. bepaald dat de bovengrens die geldt voor directiesalarissen bij goede doelen m.i.v. 2013 worden bevroren (http://bit.ly/16hHynl ).
Het gaat wat ver om hier uit te weiden over wat de sector daarvoor allemaal terugkrijgt. Maar ik ben ervan overtuigd dat de (grote) goede doelen garen spinnen bij die overeenkomst met de overheid, al was het maar dat ze zo kunnen voorkomen dat die overheid, naar Brits voorbeeld, zelf het toezicht op goede doelen gaat regelen. Dat zou namelijk betekenen dat het toezicht ondersteund wordt door stevige wetgeving, onafhankelijke toezichtorganen en een degelijk sanctiebeleid. Daar zit de goededoelensector niet op te wachten.
Ik denk daarom dat de chari-sector in de onderhandelingen met de overheid al jaren geleden heeft ‘geaccepteerd’ dat de directiesalarissen aan banden moeten. Zoals gezegd, dat is een wat speculatieve stelling, maar volgens mij plausibeler dan de stelling dat de sector gezwicht zou zijn voor publieke druk.
Ik vermoed, eerlijk gezegd, dat de goededoelensector zich weinig gelegen laat aan wat de donateur wil. Dat blijkt onder meer uit het feit dat binnen de sector nu serieus stemmen opgaan om de ‘strijkstokregeling’ af te schaffen (http://bit.ly/18nd6YE ). Dat is de gangbare regel dat goede doelen niet meer dan 25 procent van hun inkomsten uit donaties mogen besteden aan het werven van nieuwe donaties. Elke bestuurder van een fondsenwervende organisatie zal op zijn vingers kunnen natellen dat er nauwelijks donateurs te vinden zijn die daar (desgevraagd) hun goedkeuring aan willen geven. Maar dat weerhoudt ze er niet van om een lobby te starten voor het afschaffen (of verruimen) van de regeling.
Of de directies van goede doelen zich in dat geval ook een zwaarder loonzakje toebedelen? Ach, ik wil niet stellen dat het de goede doelen alleen maar om zelfverrijking te doen is. Er zitten beslist meer afwegingen achter het pleidooi voor afschaffing van de ‘strijkstokregeling’. Maar voor de meeste directieleden van goede doelen geldt wel dat ze nog lang niet aan het maximum zitten van wat ze volgens de afspraken mogen verdienen. Dat betekent dat de politiek en donateurs nog steeds alle reden hebben om de salarisontwikkelingen in de chari-sector met enige argwaan te blijven volgen.
Hier vind je een overzicht van de salarissen van directeurs van goede doelen uit 2012, rechtstreeks uit de desbetreffende jaarrekeningen: http://www.gemiddeld-inkomen.nl/salarissen-directeurs-goededoelen-2012
@12: Mij wordt niet duidelijk wat jij (of jouw bron in de VK) daarmee wilt zeggen Christian.
Misschien heb ik het mis, maar het lijkt welhaast dat met deze uitspraak wordt gesuggereerd dat mensen die niet doneren ‘gierig’ zijn en in de discussie over directiesalarissen een excuus zoeken om zich vrij te pleiten.
Dat lijkt mij een drogreden. Het lijkt mij namelijk nogal vanzelfsprekend dat mensen niet willen meebetalen aan iets waar ze aanstoot aan nemen. Een gift is een gunst en geenszins een plicht. Je daarvan onthouden, is ieders goed recht.
Ik heb de uitspraak waar je aan refereert trouwens vaker gehoord. En bijna altijd word deze redenering gebruikt om kritische sprekers te diskwalificeren in het debat over de rol van goede doelen in de samenleving (wie niet geeft, heeft geen recht van spreken). Dat vind ik onterecht en ook jammer voor het debat.
Ik zou zelfs willen beweren dat mensen die niet geven aan goede doelen veelal meer recht van spreken hebben dan de donateurs. Zij hebben zichzelf namelijk geïnformeerd of laten informeren over de modus operandi van goede doelen (over de salarissen bijv.). Dat kan van de meeste donateurs helaas niet gezegd worden. Sterker nog, ongeveer de helft van de donateurs vinden het resultaat dat een goed doel boekt met hun geld volstrekt niet belangrijk, zo blijkt uit onderzoek (http://bit.ly/ezws21). ‘Geef en kijk niet om’, zo lijkt het credo van de Nederlandse donateurs. Niet de meest aangewezen personen om een goed debat mee te voeren over de rol van goede doelen in de samenleving, lijkt mij.
Maar als je met je quote probeert te zeggen dat zo’n debat over véél meer moet gaan dan over directiesalarissen alleen, dan ben ik het wél roerend met je eens.
@21:
Quote:
“Ik zou zelfs willen beweren dat mensen die niet geven aan goede doelen veelal meer recht van spreken hebben dan de donateurs. Zij hebben zichzelf namelijk geïnformeerd of laten informeren over de modus operandi van goede doelen (over de salarissen bijv.). Dat kan van de meeste donateurs helaas niet gezegd worden……. enz.
Ben ik toch benieuwd hoe je aankijkt tegen wat na N.B.
onder #8 wordt gesteld.
@21:
Doe jij ook op die manier boodschappen? Eerst even kijken hoe veel de directeur van een bedrijf verdient, en als je dat te veel vindt, koop je de producten niet? Of doe je dat alleen maar bij goede doelen? Het lijkt me dat je dat nooit vol kan houden en dat je tranen krokodillentranen zijn. Het interesseert je vooral als rechtvaardiging om niks te geven.
@23: Beste ‘Pedro’. Hoe weet jij of ik al dan niet aan goede doelen geef? ….
Maar de vergelijking die je maakt met ‘boodschappen doen’, is aardig. Om je vraag te beantwoorden: ja, in de supermarkt doe ik precies zo mijn boodschappen. Ik beoordeel een product ter plekke en maak de afweging of ik het de prijs die ervoor gevraagd wordt waard vind.
Bij een goed doel doe ik dat ook. Daar koop ik ‘social impact’. Dat product heeft zijn prijs. Daar ben ik mij terdege van bewust. In die prijs zitten noodzakelijke kosten verdisconteerd, waaronder ook de directiesalarissen.
Laten we er gemakshalve van uitgaan dat de charitatieve organisaties die mijn belangstelling hebben weten te wekken een goede kwaliteit producten leveren. Dan is mijn volgende vraag: ‘doen ze dat ook voor een goede prijs?’ Immers, een kritische consument koopt niet alles wat ‘ie mooi vindt. De prijs doet er ook nog toe. De vraag is dus: ‘heb ik het er voor over?’
Welnu, bij een goed doel wordt ‘social impact’ niet per kilo verkocht. Om toch enigszins helder te krijgen hoe de prijs daarvan is samengesteld, kijk ik daarom kritisch naar de kosten die de organisatie maakt. Vervolgens bepaal ik, net als in de supermarkt, of ik de prijs voor het product wil betalen. Zo niet, dan leg ik het terug.
Zo beslist elke (kritische) donateur, deels op basis van emotie, deels op basis van kennis, of ‘ie de prijs wil betalen die gevraagd wordt. Als goede doelen niet blij zijn met de beslissing die daaruit voortvloeit, dan kunnen ze hoog en laag springen, maar dan zullen ze toch met een andere propositie moeten komen, een scherpere prijs dus voor de social impact die ze aanbieden. En als de donateur dat verlangt, betekent dat dus ook een goedkopere directie.
Het is dus niet anders dan op de markt (of in de supermarkt). De koopman kan zijn appels wel voor 5 euro per stuk willen aanbieden, maar als hij ze aan de straatstenen niet kwijtraakt, dan doet ‘ie de prijs omlaag (of hij gaat sokken verkopen).
@22: Helemaal mee eens. Ik betwijfel of de uitvoering van publieke taken daarmee goedkoper wordt. Maar bedenk wel dat de belastingbetaler voor zijn geld iets krijgt dat (vrijwel) geen enkele fondsenwervende organisatie haar donateurs biedt, namelijk inspraak (via het democratische proces), controle (op de uitvoering van publieke taken via de w.o.b.) en verantwoording (door verantwoordelijke bewindspersonen).