COLUMN - Voor de derde keer overleefde Mark Rutte, als MP van kabinet Rutte IV, gisteravond een motie van wantrouwen. Dat is de achttiende keer sinds Rutte I.
De motie Klaver haalde het niet dankzij VVD, D66, CDA, CU en SGP. De motie Van Haga sneuvelde omdat alleen zijn eigen groep en JA21 plus FVD voor stemden.
Hoelang kan je tegen een ballon porren voor-ie knapt? Rutte bewijst: behoorlijk lang. Zijn kabinetten, bewindslieden en hijzelf hebben nu, vanaf Rutte I, 96 moties van wantrouwen (in Tweede en Eerste Kamer) achter de rug. Slechts één keer dreigde een motie van wantrouwen een krappe meerderheid ter halen. Maar dat was een weinig effectieve motie omdat hij toen al demissionair was.
Hier de top-5 moties van wantrouwen naar aantal voorstemmen.
Kabinet Rutte IV is overigens (nog?) niet het meest door moties van wantrouwen getroffen Rutte-kabinet.
Maar de helft van alle 96 moties waren wel tegen zijn kabinet of persoon gericht.
Pas als de SGP en/of dissidenten binnen CDA, CU of D66 het een keer zat zijn, maakt een motie van wantrouwen tegen Rutte of het kabinet kans van slagen. Tot nu toe is een dergelijke stemming in de verste verte niet te bespeuren. Wat media ook denken te zien aan wrijving binnen de coalitie.
Het stikstofdossier, de toerslagenaffaire, de rammelende asielopvang en de woningnood. Vier ‘hoofdpijndossiers’ zijn niet genoeg om een einde te maken aan jaren van Rutte-doctrine. Het zal een wonder zijn als het gisteren besproken dossier, de compensatie voor de schade die Groningers lijden door de aardaswinning, wel soepel afgehandeld gaat worden.
Ondertussen wordt vergeten dat het kabinet Rutte zich niet of nauwelijks kan houden aan het Urgenda-vonnis. En zijn er heel wat kritische vragen te stellen over hoe de energiecrisis wordt aangepakt. Het is ook goed mogelijk dat de gevolgen van het coronabeleid nog hoofdpijn voor het kabinet gaat opleveren.
Wat er verder nog in de lucht hangt voor Rutte IV is afwachten, maar van crisissen is Rutte voorlopig niet verlost. Tenzij hij en zij bewindslieden rap schoon schip weten te maken. Dan moet wel zijn eigen erfenis eerst de deur uit.
Reacties (12)
Zo saai.
En wat ik typisch vindt aan dossiers bij de compensatie voor slachtoffers Groningen en toeslagen; van elke euro gaat er een ontzettend hoog percentage verloren aan bureacratie, externen, en anderen die heerlijk profiteren.
Om dat op te lossen …
Het lijkt wel corruptie, geld blijft overal hangen en komt niet of nauwelijks bij degenen voor wie het bedoeld is.
Al die moties van wantrouwen zeggen minstens zoveel over de indieners als over de kabinetten waar ze tegen gericht zijn. De moties van wantrouwen zijn voor de oppositie een middel om het nieuws te halen en te laten zien hoe ferm en principieel ze zijn. Ze lopen parallel op met de inflatie van het woord crisis. Alles wat niet goed gaat is tegenwoordig direct een crisis. Maar met het vervangen van een minister los je maar zeer zelden het probleem op.
Wat zou een betere oplossing zijn dan moties van wantrouwen?
Een motie van wantrouwen is niet een oplossing.
Je zou uit de dynamiek willen komen waarin elke fout van wat voor aard dan ook meteen tot een grote mediarel kan leiden en daarmee tot dreigend aftreden van een minister. Om zichzelf te beschermen wordt informatie over fouten achtergehouden, ontkend, en worden zaken mooier voorgesteld dan ze zijn. En dit roept dan weer de woede van de oppositie op als er tóch iets wordt ontdekt.
Ondertussen is het niet meer de vraag waarom het niet goed gaat, en wat er beter kan. Daarin is niemand meer echt geïnteresseerd. Want het antwoord kan ook zijn: je kan niet iedereen altijd gelukkig maken, er is nu eenmaal tijd voor nodig etc.
Dat kost uiteraard tijd en een hoop werk, tijd en moeite die nog maar weinig mensen willen investeren.
Het lastige is dat de politiek niet over berichtgeving in de media gaat. En ik neem dat we het erover eens zijn dat we dat vooral zou moeten houden.
Het enige dat de politiek kan doen om te voorkomen dat bewindspersonen de Kamer misleiden en/of hun fouten proberen te verdoezelen is daar consequenties aan verbinden. Er zijn best redenen om kritisch zijn op de media, maar dat maakt politici niet minder verantwoordelijk voor hun eigen daden.
Dat kan alleen werken als de kamer juist mild is bij fouten en dilemma’s die tijdig en transparant worden gecommuniceerd. Je moet ook goed gedrag belonen, niet alleen maar slecht gedrag afstraffen.
Wil je nu beweren dat de Kamer niet mild is voor Rutte? En dat die het onredelijk voor zijn kiezen krijgt, ondanks zijn gewoonte om alles ’tijdig en transparant’ te communiceren?
Ik ben overigens voor redelijkheid, maar dat is niet hetzelfde als mildheid. Je moet de macht niet met fluwelen handschoentjes aanpakken. Want die zal daar vroeg of laat misbruik van maken. Voor het bewijs kun je een willekeurig geschiedenisboekje op een willekeurige pagina openslaan.
Het probleem van kabinet Rutte is dat men steeds met halve plannen komt maar geen oplossingen.
1. Groningen krijgt te weinig geld: onder de 40.000 Euro schade wordt meteen vergoed, daarboven niet waardoor de ergste probleemgevallen blijven liggen.
2. Asielopvang: wel of geen dwang. Gemeentes die echt niet willen gaan zich er aan onttrekken, zie Tubbergen en Bloemendaal. Uiteindelijk moet het dan via Europa.
3. Landbouw: wel stikstoffonds maar geen goed uitgewerkt plan (landbouwakkoord) hoe en wat. LTO eist flexibel omgaan met deadlines. Daar kan men niet aan beginnen. Dat blijft pappen en nat houden.
We dachten dat Maxime Verhagen een gladde aal was…
De conclusie is eigenlijk dat er onverminderd vertrouwen is in Rutte. Het vertrouwen is immers bijzonder vaak getest en keer op keer gebleken. Bij het wielrennen heb ik ook meer vertrouwen in de dopingschoonheid van een renner als hij heel vaak (en door verschillende partijen) keer op keer negatief wordt getest, dan als hij maar zelden getest wordt.
Misschien is het vertrouwen tegen wil en dank?
Want als Rutte weg moet, wie kan hem dan opvolgen?
Wie heeft de VVD dan als kansrijke opvolger op het oog?
Of heeft 12 jaar Rutte iedere ambitie bij potentiële opvolgers er uit geslagen?
Een minister zou hooguit 8 jaar op zijn post mogen blijven en dan plaats moeten maken voor anderen met een verse blik.
Dan kan de minister ten minste niet om de haverklap vallen en geheel straffeloos nog 3 keer minister worden op dezelfde post.