RECENSIE - ‘Als Rusland in het nieuws komt is dat overwegend in negatieve zin’, schrijven de onderzoekers van het Instituut Clingendael bij de resultaten van hun Buitenland Barometer. ‘Het is dan ook niet vreemd dat opinie-onderzoeken van de afgelopen jaren uitwijzen dat de Nederlandse publieke opinie over Rusland overwegend negatief is geworden en vele Nederlanders Rusland als een bedreiging zien.’ De stelling “Rusland is een bedreiging voor de veiligheid van Europa” wordt volgens het onderzoek van Clingendael onder 23.000 Nederlanders door 35% onderschreven terwijl 38% zich neutraal opstelt of het niet weet, en 27% Rusland niet als bedreiging ervaart. Moeten we hiervan opkijken?
Dat een flink deel van de Nederlanders negatief is geworden suggereert een recente ontwikkeling. Maar die angst voor de Russen bestaat al minstens een eeuw, zo niet nog langer. Tony van der Meulen, oud-hoofdredacteur van het Brabants Dagblad werd bang voor de Russen op 4 november 1956 toen hij als kleine jongen op de radio hoorde dat het Rode Leger Boedapest had ingenomen. Die angst raakte hij nooit meer los en daarom schreef hij er na zijn pensioen een boek over: Russenangst, met als ondertitel en hoe dat nooit meer helemaal overgaat. Het is een mix geworden van nostalgische jeugdherinneringen, een beeld van de rol die krant en radio speelden in de jaren vijftig, stukjes van de journalistieke productie van de auteur zelf en zijn onverkort negatieve visie op Rusland.
Angstpsychose
Het grootste deel van zijn boek gaat over de oorsprong van zijn angst voor de Russen: Boedapest, november 1956. Van der Meulen zat toen als tienjarige aan de radio gekluisterd in het katholieke middenstandgezin in het Friese Joure waar hij opgroeide. Ik ken dat. Ik zat toen ook naast de radio en hoorde ook al die angstwekkende verhalen. De angstpsychose die toen heerste was zonder meer begrijpelijk. Nederland was nog maar net bevrijd van een totalitair nazi-regime. Dat nu elders opnieuw een klein land onder de voet werd gelopen door een barbaarse strijdmacht uit het oosten, waarvoor we ook al tien jaar waren gewaarschuwd, riep bij velen de angst op voor een nieuwe bezetting.
Antichrist
Van der Meulen maakt met zijn selectie citaten uit de katholieke media van die tijd ook duidelijk dat het volgens de katholieke geestelijke en politieke elite vooral ook ging om een strijd voor het geloof. Tegenover het brute Rode Leger van de ‘antichrist’ trokken volgens De Volkskrant begin november 1956 ‘biddende divisies door nachtelijk Amsterdam’ in solidariteit met de onderdrukte geloofsgenoten in Hongarije. Dat communisten door vrome gelovigen werden bedreigd en gemolesteerd en dat zij hun kinderen op een veilige plek moesten onderbrengen krijgt slechts bescheiden aandacht in Van der Meulen’s terugblik. ‘Terwijl Boedapest brandt breken overal in “de vrije wereld” rellen uit bij Russische ambassades. Bij gebouwen van communistische partijen worden de ruiten ingegooid, communistische boekwinkels worden geplunderd’ schrijft hij. Dat geldt voor Nederland maar ten dele. Hier werd de ambassade op een enkele steen na met rust gelaten en was alle agressie uitsluitend gericht op de communistische landgenoten.
Angst voor de dictatuur
Was Russenangst eigenlijk niet vooral angst voor het communisme? Voor Van der Meulen is het allemaal hetzelfde. De gemeenschappelijke noemer voor het aanjagen van de angst is de dominante ideologie van het westen tijdens de Koude Oorlog. Maar na 1989 wordt dat verhaal dan toch wel wat moeilijker. De rijke, corrupte mafiabende die nu in Rusland aan de macht is verdient nog steeds onze waakzaamheid. Van der Meulen noemt in één adem Boedapest en de ramp met de MH17. Alsof die twee gebeurtenissen van totaal verschillende aard en in totaal verschillende contexten vergelijkbaar zouden zijn. Daarnaast moeten we behalve Rusland ook andere ‘illiberale’ Oost-Europese landen in de gaten houden. ‘Angst voor de dictatuur’ was misschien een betere titel geweest. Het lijkt mij wat onevenwichtig om daarvoor alleen naar Russen te wijzen. Is hier wellicht enige xenofobie in het spel? Heeft Trump misschien ook bij 35% van de bevolking Amerikanenangst opgewekt?
Een positieve identiteit
Ik moet toegeven dat ik het vlot geschreven boek in één adem heb uitgelezen. Allereerst omdat het over een geschiedenis gaat die ik goed ken en waarover ik zelf ook heb geschreven. Maar ik was vooral benieuwd naar het einde, naar Van der Meulens conclusies over de hardnekkigheid van die ‘Russenangst’, zoveel jaar na de ontmanteling van het regime dat verantwoordelijk was voor die oorspronkelijke angstwekkende gebeurtenissen in 1956. Ik heb ze helaas gemist. Waarom gaat die Russenangst nooit meer over? Het was kennelijk niet de bedoeling het verschijnsel ook echt te analyseren. Het boek blijft dicht bij krantenberichten en de anekdotes. Een opmerkelijk voorbeeld vond ik aan het eind nog in het citaat van de voormalige CDA-politicus Gabor, zelf Hongaars vluchteling. Een paar jaar geleden liet hij in de NRC optekenen dat hij alle kritiek op Orbán onterecht vond. ‘Orbán is bezig de Hongaarse samenleving een positieve, eigen identiteit te geven. Daarin past niet een aarzelende, terughoudende Orbán, daarin past een charismatische, doortastende leider. Zijn nationalisme is niet tegen anderen gericht, maar bedoeld om de eigenwaarde op te krikken.’ Van der Meulen signaleert terecht dat het geloof hier ook een rol speelt. Hij concludeert dat Orbán behendig inspeelt op de angsten van Hongaarse katholieken. ‘Katholiek conservatisme als machtsbasis om de vrijheid van mensen met andere opvattingen in te perken’. Hij betrekt deze gedachte dan helaas weer niet op zijn eigen rijke, roomse jeugd in de jaren vijftig.
Is de link naar het boek hierboven niet zichtbaar? Klik dan hier om het boek te bestellen
Reacties (7)
Russen zien EU als bedreiging, en daarom doen ze van alles om dat te destabiliseren. Internet, politieke bewegingen zoals PVV en FvD steunen, die dan zeggen dat Poetin een goede leider is. Of op internet met Max vd Werff en die andere gast.
Ergens wel te begrijpen want Rusland is altijd al een buitenbeentje geweest. Geen Renaissance, Reformatie of Verlichting. Horigensysteem tot twintigste eeuw, waar het werd voortgezet door de communisten met kolchozen. En de terreur van de tsaren door de dictators. Beperkte vrijheden, weinig maatschappelijke progressieve ontwikkeling. Economische achterstand, hoewel tweedeling minder schijnt te zijn.
Hou een sop met dat gegeneraliseer, meneer Clingendael. Kunnen die vragen niet wat specifieker? Ik heb helemaal geen Russenangst. Ik heb alleen Poetinangst.
Nou en of, je slaat de spijker op zijn kop. Poetin was ooit een arm jongetje van een alleenstaande moeder, daar komen al zijn acties uit voort. Dus voer voor psychologen. Aan het nostalgisch geklets hierboven, heeft niemand wat. En vooral het door elkaar roeren van versch. opties en concepten zorgt ev. voor nieuwe verwarring.
Persoonlijk vind ik het zorgelijk dat Nederland zich weer deels afhankelijk heeft gemaakt van Russisch gas, want Groningen is echt een definitief gepasseerd station; niet vanwege de Russen, maar vanwege de man die zich leider noemt. Kan hij zichzelf wel leiden???
Daar zit iets in. Angst is een groot woord, maar waakzaam blijven voor de Russische mafia lijkt me wel nodig. Want anders dan het Rode Leger zitten de oligarchen inmiddels wel op de Herengracht.
Maar is dat nu niet juist waar een groot deel van het probleem zit? We praten eigenlijk altijd over communisme alsof het nog steeds met Marx/Lenin/etc. van doen heeft. Maar waar het in het huidige Rusland om gaat is staatskapitalisme.
Oligarchen. Waar meneer Poetin ook deel van uit maakt. Poetin heeft macht in het Kremlin, dorpen en steden rondom Moskou worden bestuurd door stromannen van maffioso.
Wat een stroman-argument – we zijn bang voor communisten? Nee, we zijn bang voor een staat die gerund wordt door mafiosi, die al meermalen hebben laten zien er totaal geen been in zien om tegenstanders in het buitenland om te brengen met nucleair- en zenuw-gif. Die kernwapens heeft. In raketten die met Mach-6 kunnen.