Genocide in korte broek | Zomergasten met Uğur Ümit Üngör

RECENSIE - Hij hoopte ons deze avond achter te laten met een gevoel van ‘opgewekte grimmigheid’, zei de vierde Zomergast van dit jaar, hoogleraar Holocaust- en Genocide-studies Uğur Ümit Üngör. Deels is hij in zijn missie geslaagd: niet vaak zoveel grimmigheid gezien in drie uur televisie. De opgewektheid daarentegen was, op een paar momenten na, ver te zoeken. Belangrijkste wapen in zijn poging een opgewekte draai aan de grimmigheid te geven: zijn korte broek.

Het is dat Üngör in staat is de meest heftige kost in een rustig timbre met zorgvuldig gekozen zinnen te becommentariëren, anders weet ik niet of ik het had aangekund, zoveel leed en. geweld. Zonder de getoonde horror te relativeren, had zijn manier van spreken een geruststellende uitwerking op mijn steeds zwaarder wegende gemoed. Maar om nu te zeggen dat ik dit stukje in opgewekte sferen aan het optikken ben? Nee.

De olifant in de kamer
Met wortels in het oosten van Turkije kwam Üngür er pas heel laat achter dat daar in 1915 een genocide tegen de Armeense bevolking had plaatsgevonden. Dat bracht hem, mislukt rapper in wording, op het spoor van zijn levensdoel: alles te weten komen over genocide. Om te beginnen die van de Armenen.

De reden dat de redactie van Zomergasten had bedacht om een hoogleraar Holocaust- en Genocide-studies uit te nodigen, liet zich raden. Toch duurde het meer dan een uur (we hadden al fragmenten over de Iraanse revolutie, de opstand in Sobibor, de Armeense genocide en Irakese zuiveringen gezien) voordat de namen Israël en Palestina vielen. Het zwijgen erover viel zo op, dat bij mij het vermoeden rees dat de olifant in de kamer expres niet benoemd werd. Maar toen liet hij een fragment zien waarin een Palestijnse jongeman werd ondervraagd door een Israëlische geheim agent die even uit zijn overheersende rol stapt als hij door zijn vrouw wordt gebeld met de vraag hun dochtertje op te halen. 

Geen twijfel: genocide
Üngör stelt het heel helder. Op 7 oktober maakte Hamas zich schuldig aan een genocidale massamoord: in de korte tijd die ze hadden, doodden en ontvoerden ze zoveel mogelijk Israëliërs, zonder onderscheid te maken tussen soldaten en burgers. 

Maar: de militaire vergelding van Israël die daarop volgde en tot de dag van vandaag voortduurt, gaat ver voorbij het verslaan van Hamas. De bevolking wordt vermoord of van het land verdreven, de infrastructuur wordt vernietigd, ziekenhuizen, bibliotheken, universiteiten en IVF-klinieken zijn gebombardeerd, om zowel de geschiedenis als de toekomst te wissen. Daarnaast, en dat is vrij uniek, hebben leden uit de regering expliciet duidelijk gemaakt dat ze elke Palestijn als Hamas zien en maken ze er geen geheim van de Palestijnen uit Gaza en de Westelijke Jordaanoever te willen verdrijven om er Israëlisch grondgebied van te maken. Geen twijfel: genocide. En dan werd de uithongering niet eens benoemd. 

Of die term genocide overeind blijft in het Internationale recht interesseert Üngür niet zo. Daarin weegt de definitie van het Genocideverdrag uit 1948 namelijk heel zwaar. Die definitie is echter tot stand gekomen tijdens een conventie waar onder andere Amerika en Rusland hun invloed hebben laten gelden om zelf nog wel enige bewegingsvrijheid te hebben. Zo hecht het verdrag veel waarde aan de (vaak moeilijk te bewijzen) intentie van een staat om genocide te plegen. En worden politiek en culturele groepen niet genoemd als mogelijke slachtoffers. Dit doordat Stalin een belangrijke vinger in de pap had. ‘En een verdrag waar Stalin aan heeft meegeschreven, daar hoef ik niet zoveel waarde aan te hechten’, aldus Üngür. 

(Wie overigens wat meer wil weten over het ontstaan van de term genocide en de verschillen tussen de oorspronkelijke, juridische en volkse betekenis van de term kan ik van harte deze aflevering van The Ezra Klein Show aanbevelen met schrijver en rechtsgeleerde Philip Sands, die er een boek over schreef. Doch dit terzijde.)

Een ongelukkige timing in een topzware avond
Nadat was vastgesteld dat Israël genocide pleegt, maakte Greet op de Beeck een niet al te subtiel bruggetje naar ‘genocide en humor’ en gingen we, enigszins tot mijn verbijstering, naar een scene uit Curb Your Enthousiasm kijken. Heel even vreesde ik dat het de aflevering Palestinian Chicken zou worden, waarin Larry David op zijn unieke wijze onderdeel wordt van het Israël-Palestina-conflict. Maar nee, het was de aflevering waarin een ex-deelnemer van de televisieserie Survivor met een ‘survivor’ van de holocaust tijdens een door Larry David gehost diner ruzie met elkaar krijgen wie van de twee het meest heeft geleden. (Fun Fact: als ik mij goed herinner liet genocide-ontkenner Leon de Winter precies dit fragment zien toen hij Zomergast was.)

Waarschijnlijk was dit het moment waarop Ügür hoopte enige lichtheid in deze topzware avond te brengen, maar ik vond de timing niet echt gelukkig. Wellicht was dit bewust en wilde hij mij confronteren met mijn hypocrisie. Het viel hem namelijk op dat rechts Nederland enkel kritiek heeft op Islamitisch geweld, terwijl het linkse deel van onze natie enkel kritiek heeft op westers geweld. Als voorbeeld noemde hij de Rode Lijn- demonstraties in Den Haag, waar honderdduizenden mensen op de been kwamen. ‘Waarom demonstreerden ze niet tegen Assad?’, vroegen Syrische vrienden aan hem. Waarop hij het antwoord schuldig moest blijven. 

Aangezien ik zelf tussen die honderdduizenden mensen liep (en tot mijn verrassing diep ontroerd was deel uit te maken van zo’n grote massa), wens ik hier toch wel even te zeggen dat onze regering, voor zover mij bekend, zich wél had uitgesproken tegen het regime van Assad, laat staan dat ons land hem financieel ondersteunde. Wat mij niet volledig vrijwaart om zo weinig te hebben gedaan tegen het geweld in Syrië. Maar ik wil het toch wel gezegd hebben. In wat presentatrice Greet op de Beeck zei, kon ik me ook wel vinden: het is beter om selectief verontwaardigd te zijn, dan helemaal niet verontwaardigd. 

Met afstand het meest ijzingwekkende fragment
Om mij vervolgens even extra op mijn hypocrisie te wijzen en heel goed te laten voelen waartegen ik
niet had geprotesteerd, kregen we een blokje Syrisch geweld. Eerst een fragment uit een speelfilm waarin we zagen hoe een beginnend cipier werd gedwongen om gevangenen te martelen. De boodschap: daders worden gemaakt. Hoe zo’n tot dader gemaakte er in het echt uitziet, kregen we vervolgens te zien in een fragment waarnaar Ügür zelf onderzoek had gedaan. Een vriend van een vriend had een laptop gerepareerd met video’s waarop te zien was hoe de militaire inlichtingendienst massa-executies uitvoerden. In met afstand het meest ijzingwekkende fragment dat ik ooit tijdens Zomergasten heb gezien, zagen we hoe geblinddoekte mannen in een kuil met lijken werden gegooid om vervolgens neergeschoten te worden. Voor de wetenschapper Ügür gaf dit een uniek inkijkje in de even achteloze als systematische moorddadigheid van het regime van Assad. ‘Kun je er nog naar kijken?’, vroeg Op de Beeck. ‘Ik kan het dromen’, zei Üngür.

Denk ook aan het leed van de ander
Gelukkig was er de kunst nog. Niet alleen belangrijk om te laten zien wat reportages niet kunnen tonen en data niet vertellen. Maar ook om leed te verwerken. Met als mooiste voorbeeld de Koerdische klaagzanger die een door merg en been gaand lied over het lot van de Jezidi zong, een volk dat door de eeuwen heen slachtoffer van meerdere genocides is geweest, met als meest recente door Daesh. 

Als mens zijn we geneigd ons eigen leed het belangrijkste te vinden, zei Üngür. Dat zorgt voor veel ellende. Want in onze hang naar erkenning en genoegdoening, kunnen we anderen aandoen wat ons is aangedaan. De oproep waarmee hij ons naar bed stuurde: denk ook aan het leed van een ander. Moet lukken, na deze drie uur durende onderdompeling. Afgewisseld met sporadische gedachten aan verhuisbedrijf Eichmann Transport. Voor de broodnodige grimmige opgewektheid.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*