RECENSIE - Op de vloer liggen grote planken die open en dicht kunnen, bedrukt met iets dat op het scherm wordt geprojecteerd: een reusachtige, kunstzinnige caleidoscoop. Het decor en de kleren geven het tijdsbestek aan – Orlando leeft honderden jaren, moet u weten. In 1500 is het ouderwets op het scherm, met een puzzel van perkament en oude kaarten, het moderniseert gaandeweg.
De actrice, een Vlaamse met een godzijdank zelfs voor mij verstaanbaar accent, draagt aanvankelijk een stug jakje boven haar lange jurk: ze is een man. Na een eeuw of zo gaat het vest uit en komen de zijden mouwen te voorschijn: ze is nu een vrouw.
Orlando is een verhaal over gender. Het is natuurlijk meer dan dat. Het is filosofie, poëzie, geschiedenis, talent en ontplooiing daarvan. Het is zoveel. De stijl van de prachtige vertaling/bewerking (van de actrice zelf, Katelijne Damen) klopt, hoor ik van de Amerikaanse schrijfster die mij vergezelt. Zij heeft het origineel van Virginia Woolf gelezen. Ik niet: ik heb alleen in de jaren ’80 of ’90 de mooie verfilming ervan gezien, met Tilda Swinton in de hoofdrol. Zij vertelt mij ook dat het verhaal op het leven van de auteurs grote liefde Vita Sackville-West is gebaseerd. Zoals in dat trieste moment aan het einde, wanneer Orlando’s huis een museum is geworden. Als vrouw mocht Vita het familiekasteel niet erven – dat kregen haar broers. Idem wanneer Orlando terugkeert in Engeland na haar verblijf in Constantinopel en bij de zigeuners: ‘The chief charges against her were (1) that she was dead, and therefore could not hold any property whatsoever; (2) that she was a woman, which amounts to much the same thing.’
Na een kwartier stappen de eerste toeschouwers al weg. Na een half uur nog een. Wisten ze niet dat het een monoloog zou zijn? Monologen zijn lang om uit te zitten. Of werden zij, net als ik, gek van de dictie van de actrice? Van de verkeerde pauzes tussen woorden, de twee…… en een halven, de een……… vrouw zoals ikken. Van de ingeslikte punten en komma’s, waardoor sommige zinnen naadloos aan elkaar geregen leken.
Het is een ziekte. De pest van deze tijd. De lepra van de verkeerde adempauzes. In films heb je het veel, zelfs in dure producties met doorgewinterde acteurs. Amerikaans en Nederlands vooral. Ik vraag me af wanneer mensen in het echt zo gaan praten. Een kwestie van tijd: jongeren nemen alles over van het scherm – ze praten nu al zoals in Amerikaanse series. Nu in deze monoloog is het ondraaglijk. Ik dwing mezelf tot genieten: luister naar de magnifieke vertaling, naar de diepgravende gedachtes, aanschouw de gebaren, de driften, de ingetogenheid. Kijk naar deze mooie actrice, naar haar indringende spel. Focus. Maar hier zijn de pauzes weer, telkens weer, en ik bijt in mijn opgerolde poncho. ARGHHHHH.
Midden in de zaal zit de techniek. Naast mij zo ongeveer. Een van de techneuten, een pafferige lelijkerd met aanwezigheidsdrang verzat aldoor en kuchte onophoudelijk. Ontsla hem! Het is hier geen soostheater, maar de Stadsschouwburg van Amsterdam, het fijnste toneel der Nederlanden! Als je hier niet in alle rust kan luisteren naar een lange monoloog dan is het einde van de Kunst nabij. Wie je ook moet ontslaan is de architect die deze constructie heeft bedacht. Werkt prima bij popconcerten, maar bij modern theater? Waar elke halve minuut aan stilte zijn betekenis door de zaal moet dragen? What was he thinking?
Ik bijt weer in mijn opgerolde poncho. GENIET! Geniet van de prachtige voorstelling. Geniet van Orlando, miraculeuze verschijning, mooiste bedenksel van de twintigste eeuw.
Toen wij de zaal ingingen was het zomer. Toen wij de zaal uit gingen was het herfst. Net als Orlando zweefden wij door de tijd.
Reacties (3)
Volgens mij was het Geert Mak die een keer in een programma had gezegd -met voorbeeld- hoe kinderen in zijn jeugd praatten (‘in de klas moesten wij ook praten zoals de man van het Polygoonjournaal’) daarbij viel het typisch Hollandse toen op (buiten school was het natuurlijk een ander verhaal), maar ook de langzame dictie. Het praten is al veel sneller geworden in de afgelopen 50 jaar.
En de blogparel is er weer http://www.blogparel.nl/
Sargasso-inzendingen mogen alleen, geloof ik, niet meedoen.
@2 Ik begrijp dat Sargasso’s PJ Cokema (Peter de Jonge) initiatiefnemer is van de blogparel. Aan hem gelieerde sites zijn daarom uitgesloten. Ook Sargasso dus.