Cynisme, cynisme, cynisme. En dan moeten we gaan stemmen?
Een kennisje van me mag dit jaar voor het eerst stemmen. Ze neemt het heel serieus en heeft vorige week een dag lang alle verkiezingsprogramma’s gelezen. Ik ben een beetje jaloers, want ik kan Den Haag steeds minder serieus nemen. Nu roept iedereen wel eens dat we worden geregeerd door gekken, dat politici te dom zijn om een echte baan te vinden of dat we vermakelijkheidsbelasting moeten heffen op de Haagse kermis. Zulke sneren zijn gewoonlijk een hyperbool, maar langzamerhand begin ik het gevoel te krijgen dat er écht iets mis is. Ik twijfel niet aan de integriteit van de Kamerleden, maar wel aan hun capaciteit.
Eerste bezwaar: men doet steeds meer alsof politiek een zero sum game is. Partij A zal tot elke prijs willen voorkomen dat partij B gelijk krijgt, omdat het dan lijkt dat partij A ongelijk heeft. We hebben momenteel een premier die geen positieve redenen kan noemen waarom we zijn partij (waarop ik wel eens heb gestemd) zouden moeten steunen, maar die wel wil verhinderen dat “de socialisten” de verkiezingen winnen. Ik zou zo graag weer politici zien die nadachten over het belang van de samenleving, die konden toegeven dat andere partijen ook wel eens goede ideeën hebben en die niet te beroerd zijn het heilige eigen gelijk op te geven.
Tweede bezwaar: er zijn te veel problemen geschapen. We hadden vroeger bijvoorbeeld een efficiënt rijkspostbedrijf, dat voor weinig geld brieven bezorgde. Het nu onvoorstelbare percentage van 99% van de post was de volgende dag ter plekke. Dat is inmiddels verleden tijd. Mijn schooltje stuurt twee maal per jaar een brochure rond, en we mogen dankbaar zijn als de helft binnen twee dagen is bezorgd. De liberalisering van de postmarkt heeft gewoon niets waardevols opgeleverd, en soortgelijke dingen zijn te zeggen over de moeilijkheden in de zorg, het eeuwig falende openbaar vervoer, de vastgelopen woningmarkt en het tekortschietende onderwijs. Onze politici hebben een teveel aan daadkracht en een tekort aan zelfreflectie, en veroorzaken problemen. Zeker niet allemaal, maar ik verlang zo naar politici die wat minder voortvarend te werk gaan en wat meer nadenken.
Derde bezwaar: politiek is gereduceerd tot slogans. Er is een partij die nu reclame maakt met de slagzin dat we meer begrip voor de slachtoffers van een misdrijf moeten hebben en minder begrijp voor de daders. Zou iemand daar anders over denken? Ik volg de politiek nu zo’n dertig jaar, en kan me niet herinneren dat ooit een politieke partij heeft beweerd dat we de slachtoffers een trap ná moesten geven. Wat denkt een partij over de burgers, als ze meent met een zo gratuite slagzin de verkiezingen te kunnen winnen? Neem van mij aan: de burger begrijpt heel goed dat de zaken te ingewikkeld zijn voor gemakzuchtig sloganisme. De politicus die deze complexiteit erkent, zal eerder stemmen winnen dan verliezen.
Vierde bezwaar: het almaar niet benoemen van de echte problemen. De verkramptheid waarmee in de jaren negentig de discussies over de vergrijzing en de islam werden ontweken, bestaat nu over Europa.
Vijfde bezwaar: de bizarre combinatie van minachting voor de kiezer (we reduceren de politiek tot sloganisme) en angst voor diezelfde burger (waarmee politici zichzelf de mogelijkheid ontnemen impopulaire maatregelen te nemen).
Zesde bezwaar: wat is er toch tegen expertise? Waarom is het gemiddelde Kamerlid na acht jaar alweer weg? Waarom zijn er in de Kamer zo weinig veteranen die staan boven de waan van de dag?
Zevende bezwaar, achtste bezwaar, negende bezwaar: die zijn voor een andere keer. Ik ben zo verschrikkelijk moe van de Haagse politiek. Ik ben zo verschrikkelijk moe van de Haagse pers, die steeds weer wil zeggen dat deze of gene politicus “de winnaar” was van een debat, maar vergeet dat politiek niet gaat om partijpolitieke winst maar om het welzijn en de toekomst van de gemeenschap.
Al tijden maak ik een serieuze grap dat ik een politieke partij wil oprichten voor blanco-stemmers. Een partij voor mensen die geïnteresseerd zijn in de politiek en die verantwoordelijkheid willen nemen voor de samenleving, maar die zich niet langer herkennen in de huidige politiek. Partij Blanco is er voor mensen als u en ik, die zouden zeggen “ik ben het niet met je eens maar ik ben er redelijk zeker van dat je Stalin of Hitler niet bent”.
De leden van Partij Blanco zouden, zo filosofeer ik, hun werk consciëntieus doen. Ze zouden zitting nemen in de commissies, ze zouden het woord nemen tijdens de debatten, ze zouden meediscussiëren, kortom, ze zouden alles doen wat ze horen doen, maar ze zouden nooit een stem uitbrengen. Zo zou Partij Blanco vraagtekens plaatsen bij het bestel. Enigszins paradoxaal zouden de leden overigens óók een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de discussie, aangezien ze hun gelijk niet hoeven halen. Ze kunnen de andere Kamerleden gelijk geven als ze dat hebben.
De Partij Blanco is, zoals ik al zei, een grap met een serieuze ondertoon. Maar ik vraag me de laatste dagen steeds vaker af waarom ik dit jaar die partij niet gewoon heb geregistreerd, zodat het een serieuze partij zou zijn met een ietwat grappig geformuleerde visie op de tanende legitimiteit van onze politiek.
Reacties (10)
Tweede en vierde bezwaar hangen sterk samen. Politieke partijen negeren in hoge mate de puinhopen die ze zelf hebben achtergelaten door foute beslissingen in het verleden. Dan kan het lange tijd duren voor men dat onder ogen wenst te zien. Totdat het terugdraaien van verkeerde beslissingen kan worden verkocht als verbetering van beleid, houdt men de mond.
De PvdA begint nu gelukkig een beetje die zwaai te maken naar redelijkheid en het vooral uitdragen van de fundamenten van de partij: solidariteit. Spekman durft tenminste te zeggen dat ze veel te ver zijn doorgeschoten in het neo-liberalisme in het verleden. Het is een klein beginnetje.
Grootste probleem: De kwaliteiten die iemand nodig heeft om verkozen te worden verschillen te veel van de kwaliteiten van een goed kamerlid.
Een idee wat ik wel eens gehad heb:
Iedere policicus in de tweede kamer krijgt het hetzelfde stemgewicht als het aantal stemmen dat op hem of haar uitgebracht zijn.
Daardoor krijgen we dus geen kamerleden die op de slippen van de lijsttrekker als stemvee de kamer worden binnen gedragen. Zijn we meteen ook af van die excuus truusen die bij een aantal partijen de even plaatsen bezetten.
Een kiesdrempel van 0,5%? lijkt me dan wel handig om te voorkomen dat het hele stembiljet in de kamer komt.
En voor ieder sqrt(% *2) mag er wat mij betreft een door het kamerlid bepaalde mederwerker voor commissiewerk komen.
Vierde bezwaar: het almaar niet benoemen van de echte problemen. De verkramptheid waarmee in de jaren negentig de discussies over de vergrijzing en de islam werden ontweken, bestaat nu over Europa.
Ja.
Op 30 sept is in Parijs een demonstratie tegen het EU verdrag.
Wat betreft de vergrijzing, als de AOW deels was omgezet in een kapitaaldekkingssysteem hadden we nu minder problemen.
Als ik hoor dat jaarlijks een miljard of acht wordt uitgegeven om bijna dode mensen nog een week of zes een slecht ‘leven’ te bezorgen dan vraag ik me af waar we mee bezig zijn.
Het Islam probleem is een fictie, komt voort uit eeuwen van demonisatie van de Islam, Edward W Said legde het al in 1978 uit.
Wat let je om een Partij Blanco op te richten? Om zichtbaar te maken wat de spelletjes zijn? En om redelijke oplossingen publiek te maken?
Op 23 maart 2011 stond er op de website van NRC weer eens het model van een deliberatieve beweging. Nu voor ‘geïnformeerde opinievorming’.
“Als het de politiek niet lukt om consensus te bereiken, schuift ze het vraagstuk door naar een commissie van wijzen. Journalist Joe Klein vindt dat zonde en breekt in Time Magazine een lans voor een meer democratisch alternatief: deliberatieve peilingen.
Op welke posten kan bezuinigd worden? En welke sectoren verdienen een investering? Voor die vragen stelde president Obama tijdens de kredietcrisis een begrotingscommissie in, omdat het Congres er niet uitkwam.
Klein stelt dat het beter is om hier de bevolking te raadplegen. Niet via een platte opiniepeiling – dan kiest iedereen ongeïnformeerd met zijn boerenverstand – maar met behulp van een beraadslagend instrument dat hoogleraar politieke wetenschappen James Fishkin in 1988 aan de Stanford University heeft ontwikkeld.
Toegang tot experts
Fishkins Deliberative Polling komt op het volgende neer. Neem een representatieve steekproef van een paar honderd mensen uit de bevolking, nodig hen uit voor een weekendsessie en informeer de mensen die toegezegd hebben over het probleem. Tijdens dat weekend kunnen de genodigden in kleine groepen discussiëren en krijgen zij toegang tot experts, lobbyisten en politici om vragen te stellen.
Na de beraadslaging (de deliberatie) worden de meningen van de burgers over concrete voorstellen gepeild. De uitkomsten zijn een advies aan de politiek. Het hele proces is transparant. Fishkins heeft het wereldwijd tientallen keren gedemonstreerd, zelfs op de Britse zender Channel 4, maar het is nog geen gemeengoed. Commissies zijn de geëigende weg.
Representatiever dan regulier wijkoverleg
Marc Pauly, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen, introduceerde Deliberative Polling vorig jaar maart in Nederland. Bewoners van de Groningse wijk De Wijert liet hij in opdracht van de gemeente nadenken en beslissen over oplossingen voor veiligheidsproblemen en overlast. Het gemeentebestuur zegde toe dat het advies echt wordt uitgevoerd. Op Socialevraagstukken.nl benadrukt Pauly dat deze opzet representatiever is dan een gewone buurtbijeenkomst, omdat de steekproef geen onderscheid maakt tussen betrokken en afzijdige burgers. Wel constateerde hij dat bewoners negatiever over de veiligheidssituatie in hun wijk zijn gaan denken, omdat hun kennis daarover toenam.
Combinatie van Big Brother, Het Lagerhuis en Expeditie Robinson
Bas van Stokkom, socioloog en filosoof aan de Radboud Universiteit Nijmegen, merkt op dat het proces van Deliberative Polling meningsverschillen kan slechten. “Uit onderzoek blijkt dat burgers in 40 procent van de gevallen na twee dagen hun mening genuanceerd hebben.” Gewone burgers zijn volgens hem goed in staat om competent te oordelen en complexe problematiek te doorgronden. “Alleen moeten ze daar de tijd voor nemen”, zegt hij op de universiteitssite. “Ze moeten verantwoordelijkheid nemen.”
Mark Bovens, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht, noemt Deliberatieve Polling, zoals dat op Channel 4 werd gebracht, een combinatie van Big Brother, Het Lagerhuis en Expeditie Robinson. In 2006 schreef hij dat het een “inhoudelijk, diepgaande vorm van meerderheidstoetsing” is. Iets wat je van referenda niet altijd kunt zeggen.
Geïnformeerde opinievorming
Volgens Fishkin geven conventionele peilingen alleen een impressie van politieke soundbites die door kranten gekopt worden. Publiek dat zich daardoor laat leiden zou beslissen op basis van ‘rationele onwetendheid’. Denk bijvoorbeeld aan het referendum over de Europese Grondwet in 2005. De ene partij waarschuwde voor een ‘superstaat’, terwijl de andere stelde dat bij afwijzing ‘het licht uitgaat’.
Fishkin noemt zijn instrument daarom ‘geïnformeerde opinievorming’ en gaat er prat op dat een significant deel van mening verandert gedurende het proces. In Australië hield hij daarom een Deliberative Poll aan de vooravond van een referendum over de transitie van een monarchie naar een republiek. Voor de peiling wilde 50 procent een direct gekozen staatshoofd, erna hechtte slechts 19 procent daar belang aan.”
“Neem van mij aan: de burger begrijpt heel goed dat de zaken te ingewikkeld zijn voor gemakzuchtig sloganisme. De politicus die deze complexiteit erkent, zal eerder stemmen winnen dan verliezen.”
Ach wat schattig dat je dit nog gelooft.
Ten eerste: veel van de bezwaren die je uit zijn onverkort van toepassing op je eigen stukje. Sloganisme is de belangrijkste.
Ten tweede:
Iedereen klaagt over de politiek, maar niemand doet er wat aan (vrij naar Mark Twain). In tegenstelling tot het weer kun je aan de politiek wel wat doen; lees eens een paar partijprogramma’s, verdiep je, word lid van een politieke partij en verbaas je hoeveel positieve en gedreven jonge mensen daar rondlopen! Zoals Samsom al zei; er komt een moment dat je tussen een walvis en een walvisvaarder drijft in een rubberbootje zonder benzine, waarop je je realiseert dat om echt iets te veranderen je de politiek nodig hebt. Kun jij je nog voorstellen dat abortus illegaal was? Dat homo’s niet konden trouwen? Dat is uiteindelijk niet veranderd door te klagen, maar door mensen die politiek actief werden.
Ten derde:
Leg je creatieve voorstel eens uit aan al die mensen die recentelijk hun leven waagden voor een democratischer systeem. Misschien hadden die ook beter gewoon blanco kunnen blijven stemmen onder Khadaffi, Moubarak of Ben Ali?
Overigens durf ik de vraag waarom je de partij blanco niet hebt gerigistreerd wel voor je te beantwoorden: dat kost veel meer moeite dan een stukje typen. En die gedrevenheid mis je, in tegenstelling tot veel politiek actieve burgers, blijkbaar.
Ik ga blanco stemmen omdat ik vind dat ALLE politici onbetrouwbare zakkenvullers zijn, en geen van ze is mijn stem waard.
Partij Blanco zou wel eens de grootste partij kunnen worden. Een prachtig signaal naar de zittende politiek.
Overigens een beter idee dan de huidige blanco-stem, waarbij feitelijk de grotere partijen met die stem aan de haal gaan, de blanco-stem telt in het huidig bestel niet mee.
“Partij Blanco” bestaat al – die noemen we D66. Niet dat ik daar ooit op zou stemmen trouwens.