Galerij der Groten 2/8: Jackson
In deze serie worden acht presidenten uit de Amerikaanse geschiedenis behandeld die volgens de auteur als voorbeeld zouden moeten dienen voor tegenwoordige en toekomstige ambtsdragers. Enkele van deze historische leiders zijn helaas relatief onbekend; de meesten zeer ondergewaardeerd.
Iets minder federalistisch dan Madison maar desondanks pleitbezorger van persoonlijke vrijheid en de vrije markt was Andrew Jackson (1767-1845), de zevende president van de Verenigde Staten. Zijn historische beoordeling wordt nogal bevuild door zijn steun voor de slavernij en de deportatie van Indianen gedurende zijn ambtstermijn, echter door veel meer mensen kiesrecht te verschaffen en een duidelijke scheiding tussen de machten van de staten en de federale overheid aan te brengen gaf Jackson vorm aan de moderne Democratische Partij en naam aan de zogenaamde Jacksoniaanse Democratie waarvan James K. Polk (1795-1849) de laatste president was.
Alhoewel zeker niet in weelde geboren en slechts beperkt opgeleid wist Jackson zich op te werken tot volksvertegenwoordiger en generaal tijdens de oorlog met Engeland van 1812. Jackson versloeg de Britse invasiemacht bij New Orleans en vergaarde erdoor nationale bekendheid wat hem in staat stelde in 1828 het presidentschap te winnen.
Onmiddellijk na zijn beëdiging pleitte hij voor afschaffing van het kiescollege en verdere democratisering van het overheidsapparaat. De benoeming van staatsdienaren moest volgens Jackson geheel vrij staan van hun politieke affiniteit maar zich uitsluitend op basis van hun kennis en kunde voltrekken.